Vernieuwing omgevingsvisie vraagt om verstandige keuzes voor de toekomst

Er is te weinig ruimte voor alle ruimtelijke wensen in Noord-Holland. De omgevingsvisie is de plek waar we keuzes moeten maken over onze schaarse ruimte. Dat is heel lastig, want er is meer dan een kwart Noord-Holland tekort voor alle provinciale opgaven zoals wonen, recreatie, energietransitie, circulaire economie, klimaatverandering, natuur. Het scenario ‘doorgaan zoals we altijd al deden’ laat zien dat we onder meer door klimaatverandering en het gebrek aan ruimte tegen een aantal serieuze problemen aanlopen als we geen actie ondernemen. Dat betekent dat we keuzes moeten gaan maken en anders moeten omgaan met de ruimteverdeling.
 
Voor het vernieuwen van de omgevingsvisie heeft het college uitgangspunten op een rij gezet in de voordracht die op 29 september in Provinciale Staten besproken is. De D66-fractie waardeert de eerste richting ingeslagen is, zoals het niet meer blijven doorspoelen van verziltende gronden met zoet water, het vergroten van de afstand tussen industrie en wonen, en het bouwen rond OV-knooppunten. Berkvens wil een aantal punten aanscherpen. 

Het is van groot belang dat we de grenzen van ons water en bodem systeem serieus nemen. De richting die wordt gekozen voor bouwen in hoger en droger gebied schiet z’n doel voorbij volgens Berkvens: “ In de praktijk betekent dat namelijk dat we de binnenduinrand, de strandpalen en de natuurgebieden in het Gooi vol moeten gaan bouwen, terwijl de ontwikkeling en woningbouwopgave van lagergelegen gebieden juist in de knel komt. Terwijl vooral hoger bouwen niet persé nodig is. Het gaat er voor D66 vooral om dat we de gevolgen voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening van meet af aan meenemen bij bouwbeslissingen.”Daarom dient D66 de PvdD motie over ontwikkelingen in hoger gelegen gebieden mede in. Dit voorstel werd unaniem aangenomen. 

Het college wil beschermde landbouwgebieden met goede bodemvruchtbaarheid aanwijzen. Dit kan een meerwaarde hebben voor het gebruik van de grond en de voedselvoorziening. D66 wil dat er goed gekeken waar deze gebieden liggen, hoe het samenhangt met andere opgaven waaronder de realisering van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en met welk gebruik die bodemvruchtbaarheid dan ook behouden blijft. Het college zegde toe dat dit nieuwe regime de realisatie van het NNN niet zal belemmeren. De zorgen van Berkvens over behoud van bodemvruchtbaarheid in deze zgn. gebieden werd nog niet weggenomen.
 
D66 mist ook keuzes over de veenweidegebieden in dit voorstel. In deze gebieden komt broeikasgas vrij en daalt de bodem. Om dit tegen te gaan is het van belang dat er knopen worden doorgehakt. Het college verzekerde dat dit in een volgende fase naar de nieuwe omgevingsvisie zeker meegenomen wordt.

De voordracht neemt een voorschot op mogelijk aanpassen van het natuurbeleid op termijn vanwege veranderende condities en klimaatverandering. Met de EU en het Rijk worden gesprekken verwacht over de toekomstige te beschermen soorten. Berkvens heeft er begrip voor dat door veranderende omstandigheden wellicht ook een andere manier van natuurbeleid nodig gaat zijn, maar ‘aanpassing’ mag niet ‘verlaging’ betekenen. Met een motie van D66 deden Provinciale Staten een duidelijke uitspraak hierover: Noord-Holland blijft zich ten aanzien van de nieuwe Omgevingsvisie ook op de lange termijn duidelijk inzetten op het beschermen en het versterken van natuurkwaliteit en biodiversiteit in Noord-Holland.  

Vanuit verschillende partijen werd de voorzet voor de vernieuwing van de omgevingsvisie op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen, circulaire economie, dieren in de omgevingsvisie en de Europese unie en demografische ontwikkelingen verder aangescherpt.
Berkvens: “Het gaat nog een hele puzzel worden om de omgevingsvisie definitief te maken. Hoe concreter, hoe duidelijker waar de belangen botsen. Maar ik kijk er naar uit om met de Staten deze puzzel verder vorm te geven.”