Publieke mobiliteit voor iedereen
D66 staat voor een inclusief openbaar vervoer (OV), waarin rekening wordt gehouden met kwetsbare en van publieke mobiliteit afhankelijke groepen. Essentiële voorzieningen moeten met het openbaar vervoer bereikbaar blijven. Dit moet in belangrijke beleidsdocumenten een leidend principe zijn. Dat zien we steeds weer niet terug in de stukken. En dat terwijl het OV onder druk staat.
Inclusief openbaar vervoer
Door afnemende reizigersaantallen komt het voor dat OV-haltes en/of lijnen geschrapt worden. De komende jaren wordt er buiten de steden geen groei van bus, tram, metroreizigers verwacht. Vooral jongeren en ouderen hebben vaak geen andere optie dan publieke mobiliteitsmiddelen te gebruiken. Als er veel afstand overbrugt moet worden om een halte te bereiken dan wordt er – door degene die die optie hebben – de auto gekozen in plaats van het OV. En als dat gebeurt komt deze reiziger niet meer terug in het OV. Dit leidt weer tot lagere reizigersaantallen en de vicieuze cirkel is rond. Dan dreigt er een systeem over te blijven dat te veel gericht is op de standaard reiziger, die bijvoorbeeld wel goed ter been is of wel een auto kan betalen. Kwetsbare en van het OV afhankelijke groepen dreigen achter te blijven. Een inclusief vervoerssysteem neemt deze groepen juist als het vertrekpunt om te kijken hoe het OV georganiseerd moet worden.