Begrotingswijziging is aanleiding voor wegen van coalitiebeleid 

D66 wil de provincie leefbaar houden voor de volgende generatie. Wij gaan de strijd aan met klimaatverandering en zetten daarvoor volop in op duurzame energie. Stikstofuitstoot moet gereduceerd worden zodat de natuur zich herstelt en er woningen gebouwd kunnen worden.
D66 woordvoerder Emre Kanik: “Deze onderwerpen hebben te maken met de eerste begrotingswijziging. Dit is een moment om stil te staan bij het algehele beleid van het college van Gedeputeerde Staten. Het oordeel van D66 over deze coalitie is niet positief. Er gebeurt helaas te weinig in deze provincie.” 

Provinciaal programma landelijk gebied

Het grootste zorgpunt van D66 speelt in het landelijk gebied. Daar leest u hier meer over. De antwoorden van het college of gebrek daaraan bij de behandeling van onze vragen over de “actualiteit” stellen ons niet gerust. De herhaald zorgelijke signalen dat Nederland veel meer moet doen om de natuur te beschermen en te herstellen, zijn zeker van toepassing op Noord-Holland. Zo laat ook onze eigen brede basismonitor zien. 

Emre Kanik - Beeld: D66-KJ

Geen blanco cheque

Er is in de begrotingswijziging acht miljoen euro gereserveerd voor projecten waarvan onzeker is of ze daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Op deze wijze wordt er een blanco cheque uitgeschreven die oncontroleerbaar is voor de Staten. Daarom dient D66 een voorstel van Volt mede in om deze projecten bij het aanleveren van de kaderbrief te specificeren. Een meerderheid was het met ons eens. Dit voorstel is aangenomen. 

Energietransitie

Verder zijn er bij D66 zorgen over het verloop van de energietransitie. Er is onrust veroorzaakt door de negatieve beslissing van Provinciale Staten over plannen voor windmolens aan de Noorder-IJplas in Amsterdam – ondanks dat aan alle regels voldaan werd. Ook de discussie over de zonne- en windladder heeft onduidelijkheid gebracht bij duurzame energieprojecten. Bij nader inzien zouden we daar het vertrouwen weer mee kunnen herstellen als initiatiefnemers dan helder krijgen waar ze zich aan moeten houden. Daarom is D66 mede-indiener van de CU motie over dit onderwerp. De motie heeft het helaas niet gehaald. 

Publieke mobiliteit voor iedereen

D66 staat voor een inclusief openbaar vervoer (OV), waarin rekening wordt gehouden met kwetsbare en van publieke mobiliteit afhankelijke groepen. Essentiële voorzieningen moeten met het openbaar vervoer bereikbaar blijven. Dit moet in belangrijke beleidsdocumenten een leidend principe zijn. Dat zien we steeds weer niet terug in de stukken. En dat terwijl het OV onder druk staat.  

Inclusief openbaar vervoer Door afnemende reizigersaantallen komt het voor dat OV-haltes en/of lijnen geschrapt worden. De komende jaren wordt er buiten de steden geen groei van bus, tram, metroreizigers verwacht. Vooral jongeren en ouderen hebben vaak geen andere optie dan publieke mobiliteitsmiddelen te gebruiken. Als er veel afstand overbrugt moet worden om een halte te bereiken dan wordt er – door degene die die optie hebben – de auto gekozen in plaats van het OV. En als dat gebeurt komt deze reiziger niet meer terug in het OV. Dit leidt weer tot lagere reizigersaantallen en de vicieuze cirkel is rond. Dan dreigt er een systeem over te blijven dat te veel gericht is op de standaard reiziger, die bijvoorbeeld wel goed ter been is of wel een auto kan betalen. Kwetsbare en van het OV afhankelijke groepen dreigen achter te blijven. Een inclusief vervoerssysteem neemt deze groepen juist als het vertrekpunt om te kijken hoe het OV georganiseerd moet worden.  

Beeld: ConnyvS

Voorzieningen bereikbaar

In de provincie is iedereen het eens dat het openbaar vervoer anders en beter moet, maar kwetsbare en van OV afhankelijke groepen moeten niet uit het oog verloren worden. Samen met Partij voor de Dieren, CDA en ChristenUnie heeft D66 om een uitspraak van PS verzocht: 

Provinciale Staten spreken uit dat het bereikbaar houden van essentiële voorzieningen, zoals scholen, ziekenhuizen en winkelcentra een essentiële kernkwaliteit van goed openbaar vervoer is en dat het goed te gebruiken moet zijn voor kwetsbare en van het openbaar vervoer afhankelijke groepen, zoals mindervaliden, jongeren en ouderen. Provinciale Staten verzoeken het college bij het maken van beleid voor publieke mobiliteit deze kernkwaliteiten altijd als uitgangspunt te nemen. 

Dit voorstel is met een ruime meerderheid aangenomen! 

Ladder van duurzame mobiliteit - Beeld: D66/AT/CvS