Rommelige vraag om garantstelling Museumfabriek
“Beste raad, wilt u met spoed een garantstelling van drie miljoen afgeven voor de Museumfabriek?” vroeg het college (samengevat) eind mei 2020 aan de gemeenteraad van Enschede. Gezien de spoed heeft de stedelijke commissie meteen op 8 juni 2020 hierover vergaderd. Bij D66 zagen we in de stukken dat zaken ontbraken en we hadden veel vragen en twijfels. Waarom nu deze spoed middenin de coronacrisis? Het las allemaal té rooskleurig en enthousiast. Wij konden de (financiële) risico’s voor de gemeente niet goed inschatten. De CDA-fractie zat op dezelfde lijn en de rest van de commissie sloot zich bij ons aan. Behalve de VVD dan, de partij van cultuurwethouder Diepemaat.
Dat gaf geen fraai gezicht. Wethouder Diepemaat slaagde er die avond niet in de commissie te overtuigen. Sterker nog, zijn verhaal was dusdanig gepolijst dat het een averechts effect leek te hebben op de commissieleden. Niemand schoot iets op met deze verwarring. Iedereen wil het beste voor de Museumfabriek. Want de Museumfabriek levert hartstikke goed werk, dat was de discussie niet. Maar de tijd voor de garantstelling tikte wel weg.
Die avond kwamen we er niet uit. Wat nu? Ik probeerde de boel te redden door een contra-expertise voor te stellen. Bijna alle commissieleden vonden het een goed idee om een onafhankelijk expert het voorstel inhoudelijk te laten doorlichten en de raad van een advies te voorzien.