Ontwerp vanuit de fietser
Toch kunnen er ook dingen beter in de visie. Vier punten wil ik daarbij graag noemen.
- Er wordt expliciet aangegeven dat nu kwaliteit voor kwantiteit moet gaan. Wij zouden daar graag meer maatwerk zien. Want er staan in de projectenlijst voorbeelden waarvan wij denken dat het veel goedkoper kan en dan (nagenoeg) hetzelfde doel bereikt kan worden. Zo hoeft een Keppelerdijk helemaal niet oranje te worden. De fiets(route) daar overal in de voorrang zetten, is genoeg.
- Er wordt enkele keren gesteld dat er “vanuit de fietser wordt ontworpen”. Dat is heel goed, dat zou een pijler moeten zijn onder het infra-beleid in Enschede. Alleen staat het op gespannen voet met je “houden aan de ontwerprichtlijnen” (van o.a. de CROW). Een voorbeeld zijn de aanpassingen aan de Hoge Bothofstraat waar de fiets nu ineens met de auto op de rijbaan zit, waar er eerst vrijliggende fietsstroken waren. Hier zou het ontwerpen vanuit de fietser dus leidend moeten zijn, wat het ind e nieue visie niet is.
- Er staan verschillende projecten in de ‘pluslijst’ bij de visie, wat helemaal geen fietsprojecten zijn. Een voorbeeld is de brug over de Oostweg in de Kepperlerdijk. Dat vanwege het omrijden een stevige verslechtering voor de fiets, ten gunste van de auto. Dat is dus een autoproject, waar de fiets voor gecompenseerd zou moeten worden.
- Misschien wel het belangrijkste kritiekpunt: er wordt steeds gesproken over ‘de fietser’ in de visie. Er is maar heel weinig aandacht voor het feit dat er steeds meer soorten fietsers zijn, die steeds verschillender in omvang en snelheid zijn. Denk maar eens aan de bezorgfietsen, bakfietsen, elektrische bakfietsen, racefietsen, speed-pedelecs, ‘gewone’ elektrische fietsen, kinderen die fietsen en ga zo maar door. Dat vraagt om andere infrastructuur en een andere kijk hoe dit stromen ingepast moeten worden. Dat is echt een groot gemis wat mij betreft.