Beschouwing gemeentebegroting 2024-2027

Bij de Zomernota heeft de raad de politieke kaders meegegeven voor deze begroting. En hoewel het voor ons niet de ideale Zomernota was, zaten er wel een aantal hele goede punten in: veel structureel geld voor Kansengelijkheid en voor vergroening van de stad waren daarbij de belangrijkste punten. We constateren ook dat de politieke kaders netjes in deze begroting zijn opgenomen.

Politieke kaders

Uiteraard hadden wij graag gezien dat er meer geld naar verduurzaming zou zijn gegaan. En meer geld naar de fiets en specifiek naar de aanpak van fietsendiefstal, om wat te noemen. Dat laatste is nota bene een kader wat we al hebben vastgesteld, maar waar bij de Zomernota onvoldoende ruimte voor was om op te nemen in deze begroting. Om hier toch een stapje te zetten de motie accukluisjes.

Toekomst van de stad

Maar de begroting is meer dan alleen de politieke kaders invullen. Het geeft een doorkijk naar de toekomst van de stad. Het geeft de handvatten om te sturen op de grote vraagstukken die morgen opgelost moeten zijn. En waar we dus vandaag mee aan de slag moeten. Dat vraagt om visie

Wie goed naar deze begroting kijkt, ziet precies waar de problemen voor Enschede zullen zitten de komende jaren: de extra structurele uitgaven in het sociaal domein. Het onderstreept alles bij elkaar de absolute noodzaak om weg te komen uit de achterstandspositie waar Enschede nog altijd in zit. Alles moet er dan ook op gericht zijn om de achterstandspositie van Enschede ongedaan te maken, simpelweg omdat deze onbetaalbaar is.

Daarom moeten we vol inzetten op drie pijlers. Ik begin positief en word steeds een beetje kritischer.

De 1e pijler: Kansengelijkheid

De noodzaak om een trendbreuk te realiseren hoef ik niet nogmaals toe te lichten. Nu de structurele investeringen in de begroting zitten, is het tijd voor de volgende stap: We moeten gaan monitoren wat goed werkt en wat minder goed. waar kunnen we nog plussen zetten? Dat gaan we doen binnen Kansrijk Enschede en daarmee staat deze pijler.

De 2e pijler:
Armoedebeleid

Binnen het armoedebeleid wil ik vanavond focussen op de bijstand. We zijn op dit onderwerp de afgelopen jaren toch een beetje in slaap gesukkeld. De raad houdt zich stil en de wethouder onderstreept dat het helemaal zo gek nog niet gaat. Het gaat ook niet slecht. Maar tegelijk gaat het niet goed genoeg.

Een voorbeeld van hoe het denken daar anders moet:
Als we willen dat mensen sneller de bijstand uitgaan, moeten we het veel makkelijker maken om de bijstand in te komen. Want als de drempel hoog is om de bijstand in te komen, bedenkt iemand die daar al zit zich wel drie keer om een tijdelijk baantje aan te nemen. Het ideaal is dat de bijstand een dynamisch vangnet is voor als het even niet lukt. Richt het dan ook zo in.

We moeten hier tijdens het bijstandsdebat verder over doorspreken met elkaar. Ik hoop dat we dan ook kunnen kijken naar ‘pre-AOW’, een plan in de maak in Den Haag om voor 60-plussers met veel minder regels te gaan werken. Om daarop in te haken een motie.

De 3e pijler:
Wonen

We kennen allemaal de krapte op de woningmarkt. In alle delen van de markt zien we tekorten, maar de focus ligt in de politieke arena – en zeker in onze raad – al een tijd op de onderste helft van de woningmarkt. Maar als het gaat om de toekomst van de stad is ons beleid contraproductief.

We stutten de productie van de onderkant van de markt, bijvoorbeeld rond Centrum Kwadraat, en dat is ook goed, maar voor de bovenkant doen we niks. Waar we verder moeten inzetten op “vernieuwen aan de onderkant en verruimen aan de bovenkant”, doen we in werkelijkheid zo ongeveer het omgekeerde. Het Vaneker zit vol, het Brunink ook. Waar blijft het plan voor 2x modaal en daarboven? Zodra je in deze stad wat meer geld gaat verdienen en daar een passende woning bij wilt hebben, moet je de stad uit. Daarom een motie.

Een ander voorbeeld van de verkeerde stappen die we zetten is het erfpachtplan. In dat plan bouwen we exact nul extra woningen. Wat we wel doen, is met subsidie mensen met een iets lager inkomen laten wonen in een huis in Enschede. Zodat mensen met een iets hoger inkomen geen huis meer kunnen vinden en elders in de regio gaan wonen en hun geld meenemen.

We bouwen op deze manier Enschede op de lange termijn de armoede in. Hier moet het roer en het denken echt radicaal om.

Kansengelijkheid, armoedebeleid en woonbeleid zijn gezamenlijk de sleutel om Enschede uit de achterstandspositie te krijgen. Laten we dat richting de Zomernota als leidraad nemen.