Wethouder in coronatijd

Mijn eerste periode als wethouder gaat de boeken in als het jaar van COVID-19. Met enig gevoel van understatement durf ik te zeggen dat het een bewogen jaar was. Slechts enkele weken nadat ik het stokje van wethouder Eelco Eerenberg had overgenomen ging Nederland op slot.

In deze blog kijk ik terug op mijn eerste jaar als wethouder en zoom ik in op mijn portefeuilles Jeugd en Onderwijs. Ook kijk ik vooruit naar wat ons het komend jaar te wachten staat.

Eén ding kan ik alvast voorspellen. Het wordt weer een jaar waarin veel te gebeuren staat en waarbij van het bestuur van deze stad wijsheid gevraagd zal worden. De toekomst is per definitie onzeker, maar in deze tijden van crisis helemaal. We zijn 2021 gestart in de verwachting dat het vaccin ons de vrijheid waar we zo aan hechten weer terug zal geven.

Jeugdzorg is voor Enschede onder meer van groot belang, omdat de stad relatief veel armoede kent. Het versterken van de gezinnen die daarmee te maken hebben is een belangrijke pijler van ons beleid. Enschede doet er van alles aan en dat is aan de Raad gepresenteerd in de strategienota Kansengelijkheid, die unaniem door de Raad is aangenomen in december 2020. In de nota wordt beschreven welke acties de gemeente onderneemt en gaat ondernemen om voor kinderen en jong volwassenen van 0 tot 27 ondersteuning te bieden waar nodig. Uiteraard worden ook de ouders erbij betrokken en via de nota Rondkomen met je inkomen, die collega Kampman heeft ontwikkeld, wordt verbinding met gezinnen in armoede gelegd. De tendens is om zo vroeg mogelijk aandacht te hebben voor problemen in gezinnen, zodat aandacht en hulp geboden kan worden en de kinderen niet de dupe worden. Projecten als Kansrijke Start en Vroeg- en Voorschoolse Opvang zijn daar voorbeelden van. Daarbij wordt ook aandacht gegeven aan gezinnen waarvan de moedertaal niet Nederlands is. Soms gaan de ouders ervan uit dat de kinderen wel Nederlands op school leren, maar daarmee wordt onbedoeld een grote achterstand gecreëerd. Daar moeten we vanaf.

De mensen die het onderwijs geven en organiseren hebben bij mij een grote indruk achtergelaten. De tijd, waarin thuis- en op-school-onderwijs gecombineerd wordt is ongelofelijk lastig gebleken. Want naast het onderwijs is veel aandacht gegeven aan de kinderen die niet vanzelfsprekend door hun ouders begeleid konden worden. Wanneer een kind extra middelen nodig had of buiten beeld raakte werd daar aandacht aangegeven. Soms werd één op één gefietst of een wandeling gemaakt. Met als resultaat dat bijna alle kinderen in beeld zijn gebleven. Het oplopen van achterstanden was echter niet te voorkomen en zal in de toekomst weer een extra druk leggen op de leerkrachten.

Tijdens de eerste lockdown waren de schoolgaande kinderen vooral nog blij. Het vakantiegevoel overheerste. Toen het langer bleek te duren was de lol er voor de meeste kinderen snel van af. Ze misten elkaar, de interactie en alles wat school te bieden had.
Ook kwamen kinderen in de knel, die bijvoorbeeld geen multimedia middelen hadden om thuis onderwijs te volgen. Samen met onze partners werden zoveel mogelijk problemen snel opgelost. Dat was moeilijker voor kinderen die in een gezin met problemen opgroeiden. Veel daarvan waren al bekend bij de partners en sommigen kwamen aan het licht doordat thuisonderwijs een blik biedt in de omstandigheden thuis. Onze partners hielden zoveel mogelijk de vinger aan de pols.

Bij de tweede lockdown werd er door de kinderen flink gebaald dat de scholen opnieuw dicht gingen. En de zorgen groeiden over de gevolgen voor hun ontwikkeling. Het werd ook duidelijk dat er kinderen waren die in een dip kwamen en professionele hulp nodig hadden. Grote onzekerheid ontstond over de vraag hoeveel kinderen daarbij professionele hulp nodig zouden hebben.
Samen met wethouder Niels van den Berg (Welzijn) richtte ik een Taskforce op om de ontwikkelingen te monitoren en de raad te kunnen informeren over de ontwikkelingen. Verder organiseren de partners in de Taskorce allerlei activiteiten voor de jeugd zoals #Hardgaan. Sport en spelen om ontmoeting te faciliteren voor alle jongeren. Ook voor deze zomer.

Inmiddels worden de corona maatregelen langzaam losgelaten. We gunnen onze kinderen (en onszelf) een normale zomervakantie. Hoe ‘het nieuwe normaal’ er uit zal zien kan niemand voorspellen. Voor de scholen is veel geld beschikbaar gekomen om achterstanden in te lopen. Daarbij zal ik, samen met de partners en collega’s, blijven monitoren hoe het gaat en wat er nodig is. De Taskforce biedt daarvoor mogelijkheden.

Met de strategienota Kansengelijkheid had de raad al ingestemd. De ontwikkelingen in het afgelopen jaar maken de noodzaak voor het inzetten op gelijke kansen voor onze kinderen nog duidelijker: ieder kind krijgt in Enschede de kans om het beste en mooiste uit zichzelf te halen. Daarmee bieden we onze jeugd een kans op een waardevol leven en een mooie toekomst.