Vóór voorkeursrecht gemeente Park Rijnstroom

Park Rijnstroom is voor een groot deel openbaar gebied waar o.a. Parkvilla gevestigd is. Er staan diverse gebouwen zoals woningen en kantoren en een horecagelegenheid. Maar een groot deel van het terrein is nog altijd in gebruik waarvoor het gebied oorspronkelijk bedoeld was nl. de opvang van jeugd die het moeilijk heeft in de maatschappij. De jeugdzorg is aan het veranderen waardoor een belangrijk deel van de gebouwen straks niet meer nodig is. De stichting die nu eigenaar is van die gebouwen zal een deel van haar gebouwen vervangen of verbouwen maar zal op termijn ook een groot deel (moeten) verkopen. 

De gemeente wil voorkomen dat projectontwikkelaars het gebied opkopen en daar flink gaan bouwen. Als dat gebeurt heeft de gemeente weinig invloed meer op hoe het gebied er straks uit komt te zien.

Om dat laatste te voorkomen vestigt de gemeente een zogenaamd voorkeursrecht een voorkeursrecht is te vergelijken met een eerste recht van koop. Met andere woorden als de eigenaren gaan verkopen dan moet het terrein eerst aan de gemeente worden aangeboden. De gemeente betaalt in zo’n situatie gewoon de marktwaarde na een taxatie. Je kunt dit zien als een beperking van het eigendomsrecht en zo’n besluit neemt de gemeenteraad niet lichtvaardig. 

In het AD van vrijdag 29 november stond een artikel over het vestigen van dat voorkeursrecht op de gronden binnen Park Rijnstroom. In het artikel stond dat de gemeenteraad er geen “woorden aan vuil maakte”. Met andere woorden de raad zou het besluit zonder slag of stoot nemen. Niets is minder waar. Binnen de commissie Ruimtelijke en Economisch Domein is daar, ter voorbereiding van het besluit door de gemeenteraad, zeer uitvoerig over gesproken en gediscussieerd. De huidige eigenaar heeft daar ook ingesproken en zijn visie gegeven. Natuurlijk zien zij dit liever niet. De commissie heeft het bezwaar van de eigenaren natuurlijk meegewogen in haar besluit. 

Het Park Rijnstoom is een heel mooi gebied waar we zeer zuinig op moeten zijn. Als we dit aan project ontwikkelaars overlaten is de kans zeer groot dat het gebied zo dicht mogelijk bebouwd wordt. 
Als gemeente willen we nu juist het karakter van het park zoveel mogelijk behouden. Er staan ook panden die wat de gemeente betreft zeker niet gesloopt moeten worden. Dat wil zeker niet zeggen dat er niet nieuw gebouwd kan worden. Maar wat er komt moet goed passen bij het karakter van het gebied. Dus zeker geen echte grootschalige hoogbouw.
 
Om aan de raad goed te laten zien wat er zou kunnen komen heeft de gemeente een grove profielschets gemaakt. Die schets laat zien dat er voorzichtig wordt omgegaan met het gebied. In tegenstelling tot wat in het krantenartikel beweerd werd, is er nog geen vastomlijnd plan en al helemaal niet voor gevreesde hoogbouw.

D66 vindt het in dit bijzondere geval gerechtvaardigd dat de gemeente het voorkeursrecht vestigt. 

Wij vinden het gebied zo waardevol dat het bescherming verdient. Bij een voorkeursrecht moet er, zoals gezegd, altijd nog wel overeenstemming met de eigenaren komen. Als dat lukt heeft de gemeente Alphen aan den Rijn de kans om het gebied met respect voor culturele waarde te ontwikkelen. Dat is de beste kans op de beste ontwikkeling en daarom stemde D66 voor het voorstel.