De gemeente wil voorkomen dat projectontwikkelaars het gebied opkopen en daar flink gaan bouwen. Als dat gebeurt heeft de gemeente weinig invloed meer op hoe het gebied er straks uit komt te zien.
Om dat laatste te voorkomen vestigt de gemeente een zogenaamd voorkeursrecht een voorkeursrecht is te vergelijken met een eerste recht van koop. Met andere woorden als de eigenaren gaan verkopen dan moet het terrein eerst aan de gemeente worden aangeboden. De gemeente betaalt in zo’n situatie gewoon de marktwaarde na een taxatie. Je kunt dit zien als een beperking van het eigendomsrecht en zo’n besluit neemt de gemeenteraad niet lichtvaardig.
In het AD van vrijdag 29 november stond een artikel over het vestigen van dat voorkeursrecht op de gronden binnen Park Rijnstroom. In het artikel stond dat de gemeenteraad er geen “woorden aan vuil maakte”. Met andere woorden de raad zou het besluit zonder slag of stoot nemen. Niets is minder waar. Binnen de commissie Ruimtelijke en Economisch Domein is daar, ter voorbereiding van het besluit door de gemeenteraad, zeer uitvoerig over gesproken en gediscussieerd. De huidige eigenaar heeft daar ook ingesproken en zijn visie gegeven. Natuurlijk zien zij dit liever niet. De commissie heeft het bezwaar van de eigenaren natuurlijk meegewogen in haar besluit.