De afgelopen twee jaar hebben gemeenten, onderzoekers en bijstandsgerechtigden met verschillende experimenten uitgezocht hoe we de bijstand effectiever kunnen inrichten. Vandaag werden de resultaten gepresenteerd. Wat de experimenten vooral laten zien is dat veel afhangt van de specifieke situatie van de bijstandsgerechtigde en van de gemeente waar men woont. En dat er nog veel te leren overblijft over hoe we met de bijstand echte kansen creëren voor mensen die ervan afhankelijk zijn. Dat is juist nu van groot belang.
De afgelopen jaren zagen gemeenten veel mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in de bijstand. Mensen die vaak meerdere problemen hebben, bijvoorbeeld op het gebied van schulden, gezondheid of huisvesting. Om die mensen te ondersteunen richting de arbeidsmarkt is maatwerk nodig. In plaats daarvan kregen gemeenten van het Rijk vaak extra regels of extra taken zonder het geld om deze goed uit te voeren. De komende tijd zullen er door de corona-crisis helaas weer meer mensen in de bijstand belanden. Ook zij verdienen ondersteuning op maat om snel weer aan het werk te gaan.
Gemeenten werken er hard aan om alle mensen in de bijstand kansen te bieden om mee te kunnen doen. We zien dat niet voor iedereen (gelijk) uitstromen uit de bijstand realistisch is. Maar goed in je vel zitten omdat je vrijwilligerswerk, een cursus of dagbesteding doet, maakt dat je soms wèl stappen kunt zetten richting de arbeidsmarkt. En mensen die actief meedoen, op welke manier dan ook, zijn gezonder en hoeven minder gebruik te maken van zorg en ondersteuning. De roep van rechts om meer drang en dwang voor deze groep mensen werkt juist averechts. Het is tijd voor een bijstand die wel werkt.
Wij pleiten voor ruimte voor alle gemeenten om te experimenteren. We roepen het kabinet op om de huidige experimenten door te zetten en meer gemeenten dezelfde kans te bieden. Zodat die zaken die goed werken, breder ingezet kunnen worden. En zodat wij onze aanpak optimaal kunnen toesnijden op de mensen met een bijstandsuitkering in ónze gemeente. Zo voorkomen we ook dat mensen die eindelijk meedoen in de maatschappij of die nu stappen maken richting werk, weer noodgedwongen terugvallen. Nog te vaak dwingt het Rijk gemeenten strenger te zijn of generieke maatregelen in te zetten, die niet het maatwerk bieden wat onze inwoners nodig hebben. Laten we, met de resultaten van alle experimenten in de hand, vanaf dit moment kiezen voor wat wel werkt.
Anne-Marijke Podt, Raadslid D66 Utrecht
Toon van Gent, Raadslid D66 Nijmegen
Koosje van Doesen, Raadslid D66 Groningen
Yaşar Sazak, Raadslid D66 Tilburg
Micha Snijder, Raadslid D66 Wageningen
Jeroen van den Heuvel, Buitengewoon raadslid D66 Zeist
Opinie: Het is tijd voor een bijstand die wel werkt.
Ruim 400.000 Nederlanders hebben een bijstandsuitkering. Er wordt veel over hen gesproken: of ze er eigenlijk wel recht op hebben, of ze er geen misbruik van maken, of ze niet te veel geld krijgen of te weinig. Maar eigenlijk gaat het maar heel weinig over waar de bijstand echt voor bedoeld is: wat hebben zij nodig om weer aan het werk te kunnen of op een andere manier mee te kunnen doen in onze samenleving. Het grote gemis in het debat van de afgelopen jaren is hoe de bijstand bijdraagt aan kansen voor iedereen. Tot deze week.