Op veel wegen in en rond het centrum en op de ringbanen worden nu ingrepen gepland om wegen te versmallen en een kruispunten aan te passen zodat verkeer meer om het centrum heen wordt gestuurd. Dit wordt gedaan aan de hand van de netwerkanalyse die afgelopen februari door de raad is vastgesteld.
Op eerste gezicht lijkt dit een kromme redenering, meer inwoners, meer verkeer en meer auto’s maar toch smallere wegen. D66 Tilburg ziet echter hoe dit kan zorgen dat we verkeer meer naar omliggende wegen, met meer ruimte, kunnen sturen en de totale capaciteit zo optimaal kunnen benutten. Wel zetten wij ons samen met de coalitie in om te zorgen dat er genoeg extra capaciteit is en er voldoende rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld toegankelijkheid voor fietsers en voetgangers.
De inbreng van andere partijen focuste zich vooral op het proces met burgerparticipatie en extra onderzoeken zonder een duidelijke vraag of probleem voor te leggen. D66 Tilburg focust zich op de inhoud. Samenleven vereist nu eenmaal soms keuzes die in eerste instantie impopulair zijn en onlogisch lijken maar op een lange termijn wel het juiste effect nastreven. Daarbij zullen wij ons altijd baseren op onderzoek en feitelijke juistelijkheid. We nemen bewoners altijd mee in deze overweging en staan uiteraard ook open voor een kritisch gesprek. Dat is tenslotte onze rol als volksvertegenwoordiger en daar blijven wij ons ook in de komende periode voor inzetten.
Bij vragen of opmerkingen over dit thema kunt u een mailtje sturen naar: [email protected]!
Update: Debat Samenhangende
Mobiliteitsmaateregelen
Namens D66 waren maandag 7 en maandag 14 april raadsleden Kirill Blokker en Sofia Schampers aanwezig tijdens twee debatsessies over de grootschalige mobiliteitsingrepen waar het college een conceptvoorstel voor heeft neergelegd. Met het groeiend aantal inwoners en ons ambitieuze beleid voor meer woningen kunnen we er niet om heen dat er ingrepen nodig gaan zijn om onze stad toegankelijk te houden voor alle inwoners.
Tekst geschreven door fractievolger Hugo Uitdehaag.