Landbouw, natuur, wonen en werken in kernen en buitengebied

Het ordenen van ruimte betekent dat een gebied optimaal wordt ingevuld met goede verbindingen waardoor bestemmingen goed bereikbaar zijn. Optimale invulling van de ruimte betekent ook zo min mogelijk overlast voor omwonenden. De gemeente stelt niet meer regels dan nodig. Een onafhankelijke ombudspersoon dient toe te zien op een correcte en rechtvaardige rol van de gemeente bij ruimtelijke ordening.

Wonen en werken in het buitengebied

Het woningtekort is ook in onze gemeente schrijnend. Binnenstedelijk zijn onvoldoende geschikte locaties en kost het veel tijd om te bouwen. D66 verwacht echter dat het woningtekort tijdelijk is. Het woningtekort is een gevolg van de toename van eenpersoons huishoudens en een gebrek aan doorstroming. Op een zeker moment, mede door de effecten van de vergrijzing, zal de vraag naar woningen weer afnemen. Om het tijdelijk woningtekort op te lossen zal ingezet moeten worden op kleine en/of levensloopbestendige woningen. Bestaande regels die het samenwonen belemmeren, moeten gewijzigd worden.

D66 wil dat buiten stedelijk meer mogelijkheden ontstaan voor wonen. In overleg met de provincie wil D66 in het woningbouwprogramma opnemen dat woonpercelen in het buitengebied gebruikt mogen worden om duurzaam te verstedelijken. Dat houdt in dat een eigenaar van een woonbestemming in het buitengebied binnen de bestaande kaders zijn woonperceel mag opdelen in twee tot drie woonpercelen. Op die percelen mogen kleine woningen gebouwd worden. Het tweede woonperceel is bestemd voor sociale huur. Het eventuele derde woonperceel is voor geliberaliseerde huur of koop. Zo wordt op een eenvoudige manier meer woonruimte gecreëerd.

Gemeente en woningcorporaties zijn terughoudend in het investeren in kernen en buitengebied. Zij zijn vaak afhankelijk van projectontwikkelaars. Door de inwoners zelf te laten investeren wordt de gemeente minder afhankelijk van projectontwikkelaars en kunnen inwoneren profiteren van kleinschalige bouw.
D66 wil ook meer kleinschalige recreatievoorzieningen op percelen van inwoners in het buitengebied toestaan.

Landbouw, natuur en biodiversiteit

Landbouw en natuur kunnen samen gaan en elkaar versterken. D66 vindt evenwicht tussen landbouw, natuur, wonen en recreatie belangrijk. Bij het opstellen van plannen voor het buitengebied moeten alle belanghebbenden betrokken worden. Landbouw, meer specifiek rietteelt, maar ook recreatiebedrijven houden rekening met het wonen in het buitengebied. Overlast door geur (rook), lawaai, gewasbeschermingsmiddelen, etc. wordt ingeperkt. De gemeente werkt met ontheffingen die voor een vaste weekdag met vast tijdstip worden afgegeven.

Door de monocultuur in de landbouw is biodiversiteit onder druk komen te staan. Daarom verdient het een prominente plaats bij ruimtelijke beslissingen. De gemeente zet in op bloeiende bermen. In wijken, langs wegen en op ander openbaar groen worden door de gemeente in samenwerking met agrariërs en de NoordWestGroep bomen en struiken geplant die voedsel leveren. De opbrengsten zijn bedoeld voor inwoners. In de gemeente worden informatieborden met QR codes ingericht waarin de locaties van de geplante bomen en struiken worden aangegeven. Tevens wordt daarin aangegeven de wijze waarop de vruchten van deze bomen en struiken als voedsel gebruikt kunnen worden.

Ombudspersoon ruimtelijke ordening en leefomgeving

Op het gebied van ruimtelijke ordening bestaat onduidelijkheid in onze gemeente. Inwoners weten niet wat toegestaan is op hun erf en ervaren willekeur bij de behandeling van aanvragen. Om te bemiddelen bij kwesties tussen de gemeente en inwoners (en/of andere belanghebbenden) over ruimtelijke ordening en om willekeur tegen te gaan, wordt een onafhankelijke ombudspersoon aangesteld. Indien verzocht is om inschakeling van de ombudspersoon worden, indien mogelijk, de bestuursrechtelijke termijnen opgeschort. Indien bemiddeling zonder succes blijft, worden na de bemiddeling de bestuursrechtelijke termijnen hervat. De gemeente communiceert tijdig, volledig en zorgvuldig over de inschakeling van de onafhankelijke ombudspersoon en de gevolgen van de inschakeling.