En dan verwacht je in zo’n stuk: De woonagenda van Steenwijkerland. Hoe gaan we zorgen voor voldoende woningen? Hoe zorgen we dat het aantrekkelijk wonen is? En hoe gaan we dat dan ook echt doen? Als we het stuk dan lezen, dan stelt het college denk ik alle Steenwijkerlanders een beetje teleur. Want het onderzoek is compleet, alleen de uitvoering daarvan, daar weten we eigenlijk niks van.
Woonagenda Steenwijkerland, meer bouwen
De woonagenda van Steenwijkerland. We kunnen er heel veel over zeggen, maar ik zal proberen bondig te blijven. Het is een ontzettend belangrijk vraagstuk. Alle collega’s in de raad zeggen het ook al, van links en rechts horen ze ‘er is behoefte aan woningbouw’. Wat dat betreft is er in ieder geval goed aan gedaan om een onderzoek te doen en daarmee alles in kaart te brengen. En ja , wat is dan de behoefte? Op basis van dit onderzoek is dit dan de behoefte waarmee we gaan rekenen.
Veel open deuren, weinig concrete acties
Het zijn heel veel open deuren, daar kun je eigenlijk niet tegen zijn. Als we kijken naar de 33 punten, dan kan D66 die mening ook wel delen. In de woonagenda dan willen we kijken naar de kwaliteit van wonen over lange tijd en dat we dat ook goed gaan aanpakken. Kwaliteit van wonen zit ook in een mooie omgeving. We horen heel veel over inbreiding. Dat is op zich natuurlijk een goede manier om te zorgen dat je lege ruimtes opvult, maar in de tijd rondom klimaatadaptatie, groen en natuur, dan missen we een kwalitatief goed plan. In de woonvisie wordt hierover niets gezegd. Hoe zorgen we voor een goede en groene kwaliteit? Hoe zorgen we dat we klimaatadaptief gaan bouwen en die wijken gaan inrichten?
Waar gaan we bouwen?
Dan de aantallen van woningen die gebouwd moeten worden. Hiervoor moet je op sommige plekken wel grote wijken gaan inrichten. In de kernenatlas is hier een mooi overzicht van geschetst. Als je dat doet, dan moet dat stedenbouwkundig zo in elkaar zetten dat het aantrekkelijk is om te wonen. In dit plan van het college lezen we niet hoe we dat gaan doen en welke kant we daarmee op willen. Dat is een gemiste kans. Als we het dan gaan hebben over waar we het gaan bouwen? Er zijn wat projecten die ontwikkeld worden, maar eigenlijk zegt het college op deze manier: We doen een beetje door zoals het er nu staat en we hebben wel wat plannen.
Waar gaan we een hele woonwijk ontwikkelen? Er wordt nu geen keuze gemaakt in dit stuk wat je zou mogen verwachten om echt aan die vraag en versnelling te gaan beginnen. Dus in plaats van passief hiermee omgaan, moet het college hier actiever mee aan de slag. Als we iets verder kijken om te bouwen, dan zijn er in het buitengebied ook ontzettend veel kansen. Het is niet de bedoeling dat het buitengebied helemaal verdicht, want het buitengebied is niet voor niets een mooi open en landelijk gebied. Maar ruimte in het beleid om kavels te splitsen is wel een kans. Als we die kavels nou gaan splitsen, om een tweede woning te bouwen op het perceel, dan is het geen grote aanpassing in het landschap en is er wel ruimte om snel veel woningen erbij te bouwen.
College: word concreet en toon lef
Dat vraagt een andere aanpak. Dat vraagt om lef en om andere regels, maar als we die kant op gaan, dan kunnen we de woningbouw versnellen.
D66 hoopt ook dat we die kant op gaan. Een ander voorbeeld wat afgelopen jaren voorbij kwam zijn Tiny Houses, maar dat is ook stil gevallen en in de woonvisie lezen we hier niets over terug. Het college toont geen lef om dat te ontwikkelen en dat een kans te bieden.
Gelukkig is er wel ruimte voor een CPO, collectief particulier opdrachtgeverschap. Daarin komt er ruimte voor inwoners om goedde plannen te ontwikkelen en kunnen ze zelf aan de slag.
Al met al heeft het stuk prima uitgangspunten, maar D66 mist veel in het overzicht. We missen tempo, concrete plannen en we moeten ook vooral aanleggen in harmonie met de natuur en dat zien we hier niet in terug.
Lees meer hierover: