Een periode van naar elkaar omkijken, meer groen en meer doen

Door Chantal Zeegers

Gisteren, donderdag 24 februari, was het alweer de laatste raadsvergadering van deze coalitieperiode. En dat is er niet zomaar een. Het is namelijk ook het moment dat het college van B&W (burgemeester en wethouders) met de raad in debat gaan over de resultaten van de afgelopen vier jaar. Met onze wethouders Kasmi en Van Gils in het college is er veel waar we als D66 Rotterdam trots op kunnen zijn. Lees hieronder mijn bijdrage tijdens de raad.

Rotterdammers toonden strijdbaarheid in coronatijd

De afgelopen collegeperiode is er een die gekenmerkt werd door veerkracht, doorzettingsvermogen en reflectie. Dat er halverwege deze periode een pandemie de wereld en onze stad op z’n kop zou zetten, verwachtte vrijwel niemand. Er is al veel gesproken over het leed van de zieken en de gevolgen van de lock-downs. Dat zal ik hier niet herhalen.
 
Toch wil ik wel iets zeggen over wat de coronacrisis ons geleerd heeft, ondanks alle psychologische en economische schade. We zijn bijvoorbeeld onze buitenruimte veel meer gaan waarderen. We hebben gezien hoe belangrijk het persoonlijk contact is. Een stad heeft ontmoetingsplekken nodig. Plekken die uitnodigend zijn, voor alle Rotterdammers. Of het nu de horeca is, bankjes in het park, een skateplein, evenementen of winkelstraten zijn. Ontmoeting is van wezenlijk belang voor ons welzijn.
 
Maar bewustwording is niet het enige wat we hebben ervaren de afgelopen tijd. Ongekend veel Rotterdammers toonde strijdbaarheid en keken naar elkaar om. Maatschappelijke initiatieven schoten als paddestoelen uit de grond en lieten zien dat verbinding – in plaats van uitsluiting – in deze stad de boventoon voert. Studenten die bellen met ouderen om eenzaamheid te bestrijden, mensen die boodschappen komen bezorgen en corona-proof vermaak.

Meer doen voor het klimaat en omkijken naar elkaar

En dat gevoel van barmhartigheid is ook precies de reden geweest voor D66 om deze coalitie aan te gaan. Meer doen voor het klimaat en elkaar, het verbeteren van het onderwijs en de te grote armoede in de stad terugdringen. Dát was onze inzet in dit college. En op veel van die targets kunnen we met gepaste trots terugblikken op wat er is bereikt. De luchtkwaliteit in de stad is stukken beter en er is veel meer groen bijgekomen. Cultuureducatie in het onderwijs is, ondanks corona, versterkt. De cultuur-sector heeft de steun gekregen die het verdient. Waardoor het nu direct een doorstart kan maken. En dat is belangrijk. Want cultuur inspireert en verbindt, zaken die nu met al onze maatschappelijke uitdagingen van groot belang zijn.

Gemeentelijke financiën op orde

De gemeente heeft veel van maatschappelijke initiatieven en stadsprojecten kunnen ondersteunen omdat de gemeentelijke financiën er goed voor staan. Waarvoor grote complimenten aan het college en de wethouder financiën in het bijzonder. Dank zij goed financieel beleid, kunnen we investeren in de stad. Zonder de lasten te verhogen. Zonder te bezuinigen. We hebben het startsein gegeven voor zeven groene stadsprojecten. Waarmee Rotterdam definitief afscheid neemt van de asfalt-stad die we lang zijn geweest. We varen met deze resultaten naar een Rotterdam wat er beter voorstond dan vier jaar geleden. Een stad die sterker is door strijd, nog eens extra bewezen door de pandemie.