Menu
In een slimme stad meten niet alleen overheden, maar ook inwoners zelf wat er speelt. Dat heet citizen science – letterlijk: wetenschap door burgers. In steden als Leuven en Antwerpen doen bewoners al actief mee. Ze hangen kleine sensoren op hun balkon, aan het raam of in de tuin. Die sensoren meten bijvoorbeeld de luchtkwaliteit, temperatuur of soms ook geluid.
Alle metingen worden automatisch doorgestuurd naar een online kaart. Op die kaart kun je precies zien hoe het in jouw buurt is: waar de lucht schoner is, waar de concentratie fijnstof hoger ligt, en welke straten extra warm worden op hete zomerdagen. Zo wordt in één oogopslag zichtbaar wat je met het blote oog niet ziet.
Voor inwoners is het gebruik heel eenvoudig. Je krijgt een klein meetkastje dat je aan een stopcontact of usb-poort koppelt. Daarna doet het apparaatje zijn werk: het meet, stuurt de gegevens draadloos door en verschijnt als puntje op de kaart. Je hoeft geen technicus te zijn om mee te kunnen doen.
Voor gemeenten en politici zijn die metingen waardevol. Ze laten namelijk zien hoe inwoners de leefomgeving echt ervaren. De data kunnen helpen bij het nemen van besluiten over bijvoorbeeld vergroening, verkeersmaatregelen of luchtkwaliteit rond scholen. Omdat bewoners zelf meten, is de betrokkenheid groter en voelt beleid minder “van bovenaf” opgelegd. Het wordt iets dat je samen maakt.
In Zeeland zou zo’n project mooi kunnen aansluiten bij scholen, buurttuinen en dorpsraden die hun leefomgeving beter in beeld willen brengen. Denk aan leerlingen die mee meten bij hun eigen schoolplein, of een dorp dat wil weten hoe warm het wordt in de straten met veel steen en weinig groen.
Wil je meedoen aan een proef met sensoren in jouw wijk? Laat ons weten wat je hiervan vindt via onze sociale.
