Wegen moeten worden ingericht naar zijn functie waardoor mensen vanzelf hun snelheid matigen. Bijvoorbeeld “auto te gast” straten. Er moet minder worden gegrepen naar kunstmatige barrières zoals drempels en verkeerssluizen mits de veiligheid niet in het gedrang komt. Belangrijke voorzieningen moeten voor iedereen bereikbaar zijn. Daarbij moet gedacht worden aan de “klassieke” voorzieningen zoals scholen, dorpshuizen, sportaccommodaties en openbaar vervoer. Bij aanleg en renovatie van voetpaden, fietspaden, op- en afritten bij oversteekpaden, dient rekening gehouden te worden met toereikende breedte voor rolstoelen en scootmobielen. Onnodige niveauverschillen dienen voorkomen te worden.
Verlichting van fietspaden en wegen dient enerzijds economisch, maar anderzijds wel optimaal te worden ingezet. Het besparen op verlichting mag niet tot een gevoel van onveiligheid bij onze bewoners leiden. Innovatie zoals een oplichtend fietspad bij verkeer kan oplossingen bieden.