Werk aan de winkel
Tja, we hebben op dat vlak nog wel wat te doen, zei ik. In Odijk-West proberen we echt woningen te bouwen voor starters, maar ook voor senioren, om hen een alternatief te bieden voor hun grote eengezinswoning. “Nou, zeg dat wel. Bij ons in de straat wonen verschillende oude mensen helemaal alleen in zo’n groot huis”, zei de hondenuitlaatster. Dat bedoel ik, antwoordde ik. Voorlopig hebben we nog genoeg werk aan de winkel. Bedoelt u nu dat u bij de gemeente werkt, vroeg ze terwijl ze haar zonnebril afnam om me wat beter te bekijken.
“Ik ben wethouder hier in Bunnik”, intern gniffelend dat de lokale bekendheid nog te wensen overlaat, ondanks dat ik hier al 36 jaar woon en mijn foto regelmatig in het Groentje staat. “De nieuwbouw in Odijk-West is mijn verantwoordelijkheid”, vertelde ik. Maar voor de eerste nieuwe huizen er staan, zijn we wel twee jaar verder. Nieuwbouwprojecten duren nu eenmaal erg lang voor je alle plannen goed uitgedacht hebt. We zetten er per slot van rekening een half dorp bij. Daar moet je wel even goed over nadenken.
“Oh, maar dat snap ik”, zei ze. Voor je iedereen op een lijn hebt, dat kost tijd. Maar, zei ze, in Utrecht en ook in Houten bouwen ze oude kantoren om tot woningen en op zo’n manier dat jong en oud elkaar kan helpen. Gaat dat niet sneller? Dat willen wij in Bunnik proberen bij het station, zei ik. Daar willen we wonen en werken combineren en juist voor jonge mensen die zo op de trein kunnen stappen. Ook dat kost tijd. “Nou, plannen genoeg dus”, zei ze. “Leuk, om je ontmoet te hebben”, en ze verdween met haar golden retriever over het bruggetje over de Kromme Rijn richting de Langbroeker Wetering.