Interview Alexander Hammelburg: van stadsdeel centrum tot het Binnenhof

Alexander Hammelburg is namens D66 volksvertegenwoordiger geweest in stadsdeel Amsterdam centrum, de Amsterdamse Gemeenteraad en zit sinds maart van dit jaar in de Tweede Kamer. Wij gingen met hem in gesprek over zijn drijfveren, politieke loopbaan en zijn hart voor het stadsdeel centrum.

Alexander Hammelburg - Beeld: D66

Even kort voor de mensen thuis: wie ben je en wat doe je?

Mijn naam is Alexander Hammelburg. Lid van de Tweede Kamer voor D66 sinds maart 2021. Mijn portefeuilles zijn Financiën, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast heb ik het werk van Vera Bergkamp overgenomen om artikel 1 van de grondwet te wijzigen zodat rechten van LHBTI en mensen met een handicap beter geborgd zijn. Voordat ik de Kamer inging zat ik in de Amsterdamse gemeenteraad en werkte ik voor het COC en ondersteunde LHBTI-organisaties in ontwikkelingslanden.

Waar is jouw politieke carrière begonnen?

Mijn echte eerste functie als volksvertegenwoordiger was in stadsdeel Centrum. Maar ik was al ruim 10 jaar betrokken bij de Jonge Democraten en D66 in Amsterdam. Ik heb veel campagnes gedaan en in het bestuur van de JD in Amsterdam gezeten.

Waardoor werd je politiek enthousiast? Was er iets dat je inspireerde of wilde je echt iets veranderen?

Ik was al jaren als vrijwilliger actief binnen D66 en de JD en hield me veel met maatschappelijke vraagstukken bezig. Niet voor niets koos ik ook voor een opleiding politicologie. Omdat ik wel erg vaak een mening had over hoe dingen anders of beter moesten in de Amsterdamse politiek, zeiden mijn vrienden gekscherend: he joh, doe het dan zelf.  En zo heb ik me destijds gekandideerd voor de bestuurscommissie. Niet schreeuwen vanaf de zijlijn, maar meedoen!

Je geeft aan dat je in de stadsdeelcommissie begonnen bent: wat was er zo leuk aan het werk in het stadsdeel centrum?

Als ik terugkijk dan was het toch dat je echt direct met iedereen in contact stond en mensen dichter bij elkaar kunt brengen. Ook al lijken belangen en ideeën soms zo ver uit elkaar te liggen. Samen met bewoners en ondernemers de fysieke ruimte verbeteren is echt ontzettend leuk. Je gaat de straten op, spreekt mensen aan, staat in contact met alle bewoners en andere belanghebbenden. Ik werkte samen met de buurten voor meer groen, sporttoestellen en het bevorderen van de sociale cohesie. Juist omdat je dicht op de mensen zit in het stadsdeel kun je hier een directe bijdrage aan leveren.

En wat heb je van je tijd in stadsdeel centrum geleerd? Ben je trots op iets dat je bereikt hebt?

Toch wel dat je nooit mag uitgaan van je eigen uitgangspunten. Beleidsplannen gaan gepaard met emoties. Zulke situaties kan je nooit volledig met je eigen ideeën opvullen. Je komt pas echt tot een breed inzicht voor een plan als je met mensen praat, het contact opzoekt, luistert. Dan gaat er een wereld van ideeën en inzichten voor je open waar je zelf wellicht nooit bij stil gestaan hebt.

Vond je het weleens lastig om iedereen te spreken?

Het werk als volksvertegenwoordiger in het stadsdeel doe je naast je baan. Het is dan soms lastig om met iedereen te spreken. Toch deed ik hier altijd mijn best voor. Het is namelijk juist heel bevredigend als politicus als je ervoor zorgt dat zoveel mogelijk mensen gelukkig zijn met breed gedragen beleid. Je moet niet alleen dogmatisch links of rechts opleggen maar breed tevreden beleid voeren waarmee niet alleen welvaart maar ook welzijn en een geluksgevoel toegevoegd wordt. En aan de basis ligt vertrouwen en dat kan er alleen zijn als je zo’n open houding hebt.

Je kunt met de diversiteit aan bewoners en meningen nooit iedereen tevredenstellen. Hoe ga jij daar mee om?

Als volksvertegenwoordiger moet je constant keuzes maken die directe impact hebben op mensen. Daarom is het zo belangrijk dat je goed luistert en zo veel mogelijk probeert alle belangen bij elkaar te brengen. Het kan nooit zijn dat iedereen tevreden is met je beslissing. Gelukkig kunnen mensen je daar met verkiezingen op afrekenen. Maar het fijne aan de lokale politiek is dat je op stadsdeelniveau de kans hebt om te luisteren, dingen uit te leggen en in gesprek te gaan. Vaak blijken ideeën helemaal niet zo ver uit elkaar te liggen en kunnen je samen werken aan een oplossing.

Zo heb ik ooit in het centrum een ogenschijnlijk impopulaire afweging moeten maken op een simpel pleintje bij een school nabij het Frederiksplein. De school wilde meer plein voor de kinderen, maar buurtbewoners kwamen in opstand omdat een deel van een park en bomen zouden verdwijnen. Ik heb toen gesproken met bewoners en de school. Samen een tekening gemaakt met de bewoners en dat ingebracht in de bestuurscommissie. Door met iedereen te praten kwamen we tot een mooie oplossing waarbij de bomen zijn behouden, er nieuwe planten kwamen, en het plein voor de school beter werd. Ouders blij, en buurtbewoners blij. Het was heel gaaf om het conflict en tegengestelde belangen weg te halen. Dit soort dingen maken dit werk als lokaal politicus prachtig!

Denk je dat het goed is voor een politicus om op lokaal niveau te beginnen, dichtbij de mensen?

Ik denk dat als je echt wilt begrijpen hoe verschillende mensen tegen dingen aankijken dat het dan belangrijk is om lokaal veel ervaring te hebben. Als democraat wil je niets liever dan iedere stem horen, en mensen echt begrijpen. Dat is heel lastig en vraagt om jaren praktijkervaring op de straten, niet in zaaltjes. Die ervaring lokaal opdoen is goud waard.

Je bent van de stadsdelen naar de gemeenteraad gegaan en inmiddels ben je Tweede Kamerlid. Hoe is dit proces verlopen? Begon je al ooit met die ambitie of is het op een organische wijze gegroeid?

Het is organisch gegroeid. Ik dacht tien jaar geleden echt niet: he, ik wil de Kamer in. Zoals ik al zei, was ik 10 jaar lang als vrijwilliger van alles aan het doen. Tot ik dus in het stadsdeel begon als volksvertegenwoordiger. En na jaren kom je erachter dat je soms tegen muren aanloopt en dan denk je: ja nu wil ik een stapje omhoog om het te regelen.

Zo was ik in het stadsdeel bezig met het realiseren van middenhuurwoningen. We maakten bestemmingsplannen om dit te realiseren op de Oostelijke Eilanden. Dit was de enige plek in ons stadsdeel waar ruimte was. Het waren mooie plannen en toen stemde de oppositie in de gemeenteraad (toen GL, PVDA en SP) tegen omdat ze er meer sociale huur wilde hebben. Dit was tot mijn grote ergernis en ik besloot: nu ga ik de gemeenteraad in!

Mis je de lokale politiek al?

Ik heb nog altijd een hart voor een aantal dingen in stadsdeel centrum waar ik jaren aan heb gewerkt. En natuurlijk denk ik wel eens: jongens kom op, dit kan sneller, dat kan beter! Je laat het toch nooit helemaal los. Maar niets ergers dan oud-politici die zich later bemoeien met het werk van de nieuwe garde. Die maken hun nieuwe afwegingen en werken daar hard aan.

Wat zou je kandidaat stadsdeelcommissieleden willen meegeven voor de komende verkiezingen?

Ga vooral nadenken over de buurt waar je woont, wat kan beter en anders. Waar stoor je je dagelijks aan als je naar de supermarkt loopt. Waar zitten je buren mee?  We stellen ons verkiesbaar omdat we onze leefomgeving beter willen maken. Dit kan een systeem zijn of juist iets heel praktisch. Het werk in het stadsdeel gaat vaak om hele praktische zaken. Maar volg je idealen!

Ben jij nou geïnteresseerd in SDC-lidmaatschap? De kandidaatstelling is open tot en met zondag 3 oktober 2021, 23.59 uur.