Hoofdstuk 8. Jeugdzorg

De uitvoering van de jeugdzorg is in 2015 overgedragen van de centrale overheid naar gemeenten. In Zaanstad zijn de afgelopen jaren de jeugdzorgbudgetten net zoals in andere gemeenten aanzienlijk overschreden. Het aantal trajecten is ook veel groter dan vooraf werd voorzien en de gemiddelde kosten per traject komen hoger uit. D66 heeft zorgen om deze ontwikkelingen, omdat dit afleidt van de doelstelling van de jeugdzorg, namelijk: zo goed en zo snel mogelijk behandelen van ontstane problemen. Maar ook omdat te laat of niet passend behandelen leidt tot grotere problemen voor de kwetsbare jeugdige cliënten.

De huidige aanpak leidt tot onnodige werkdruk voor de jeugdzorgverleners en ook voor docenten en huisartsen. Om de gerezen problemen aan te pakken, wil D66 de professionaliteit van de jeugdzorgaanbieders beter benutten: meer vertrouwen op de kwaliteit van de zorg en minder administratieve lasten. Professionele kennis moet zo vroeg mogelijk in het traject worden ingezet om verkeerde diagnoses tot een minimum te
beperken. Voorts is het belangrijk dat doorverwijzingen, bijvoorbeeld door een huisarts of de school, snel worden opgepakt door een goed bereikbaar contactpersoon.

Wachtrijproblematiek

Wachtrijen in de jeugdzorg zijn een groot probleem. Niet alleen de jeugd zelf ervaart lange wachtrijen, ook hun omgeving. D66 wil de jeugdzorg laagdrempelig en toegankelijk maken door niet alleen te kijken naar hoe we de wachtrijproblematiek nu op kunnen lossen, maar ook door te kijken naar de redenen die maken dat we te maken hebben met een stijgende zorgaanvraag en naar hoe we deze kunnen voorkomen.

De jeugdzorg kan laagdrempeliger en toegankelijker worden gemaakt door goed te investeren in de jeugdteams met behoud van hun oorspronkelijke rol. Door deze in de wijk aan te bieden, kunnen jongeren en gezinnen er zonder verwijzing op een laagdrempelige manier naar binnen lopen voor ondersteuning, advies, begeleiding en
eventueel doorverwijzing naar geïndiceerde instanties. De wijkteams fungeren zoals hét loket waar alles wordt geregeld, zodat gezinnen niet van instantie naar instantie worden gestuurd.

Organisatie

D66 vindt het belangrijk te investeren in brede en specialistische kennis in de lokale wijkteams. Zo kan eerder goed onderscheid worden gemaakt tussen complexe en niet-complexe zorg en kan er beter triage worden doorlopen, waardoor kinderen en gezinnen sneller bij de juiste zorgverlener terechtkomen. Ook kan het wijkteam zo een goede afweging maken tussen psychiatrie of andere sociale zorg, waardoor de juiste (zwaarte van) financiering wordt aangevraagd, jongeren bij de juiste instantie terechtkunnen en
de wachtlijsten van de GGZ afnemen. Hierdoor komt tegelijkertijd de zwaarste zorg eerder beschikbaar voor de gezinnen die dit het hardste nodig hebben.

D66 is van mening dat een goede samenwerking tussen de jeugdteams, scholen, gemeenten en de specialistische GGZ van groot belang is. Momenteel is er een groot verloop, waardoor jongeren en gezinnen veel hulpverleners zien komen en gaan. Dat werkt demotiverend. Door te investeren in personeel, is de kans dat mensen langer bij een wijkteam werken groter. Ook is in het ene team meer GGZ-kennis aanwezig dan in het andere, waardoor het uitmaakt in welke wijk een jongere met psychische klachten woont voor welke hulp diegene krijgt. Bovendien is een wijkteam momenteel niet meer
laagdrempelig beschikbaar, waardoor ouders en jongeren weinig inzicht hebben in waar ze kunnen aankloppen voor hulp. Tegelijkertijd zouden de hulpmogelijkheden in het sociale domein kunnen worden vergroot en verbeterd, zodat passende hulp kan worden geboden naast of in plaats van GGZ-hulp (indien sociale problematiek op de voorgrond staat).

Inkoop jeugdzorg

Effectieve inkoop van jeugdzorg is cruciaal. Hiervoor is enerzijds kennis van de jeugdzorg nodig en aan de andere kant is adequaat contractmanagement belangrijk. De risico’s van de inkoopcontracten vragen bijzondere aandacht en hierop moeten ook passende
maatregelen worden getroffen. In het najaar van 2021 heeft de gemeenteraad besloten ook alert te zijn op fraude bij jeugdzorgaanbieders. D66 vindt dit een goede ontwikkeling,
want het is voor D66 uitgesloten dat de Zaanse jeugd op wachtlijsten staat terwijl commerciële partijen te hoge winsten realiseren.

Uitval professionals door te hoge werkdruk

Een onderdeel van de wachtrijproblematiek is het werven van werknemers. Door de oplopende zorgvraag zijn meer werknemers nodig om aan de vraag te voldoen. De collega’s die de ontstane gaten opvullen, hebben vaak te maken met een te hoge werkdruk
die het werkplezier vermindert en burn-out tot gevolg kan hebben. Dit maakt het werk binnen de jeugdzorg nog minder aantrekkelijk en er is dan ook veel verloop onder het personeel. Het is belangrijk om werknemers te interesseren voor het werkveld door het werk zelf interessant en aantrekkelijk te maken. Van belang is om de autonomie van zorgprofessionals te versterken.

D66 vindt dat de administratielast omlaag moet en denkt dit te doen door meer te vertrouwen op de deskundigheid en oordeelsvermogen van zorgprofessionals. Zorgprofessionals moeten nu elke handeling verantwoorden en vastleggen met allerlei administratieve handelingen. Hierbij moeten zij zich houden aan een keurslijf aan regels die door Zaanstad wordt opgelegd, waarbij niet wordt gestuurd op kwaliteit, maar op minuten en budget.

De noodzaak tot kostenbeheersing vindt D66 begrijpelijk. Hulpverleners voelen zich dan echter niet serieus genomen en de administratieve last kost veel tijd en geld. Tijd en geld die ook direct in zorg kunnen worden gestoken. Doordat de administratieve last nu te ver is doorgeschoten, wordt juist het tegenovergestelde bereikt van de gewenste kostenbeheersing: kostenoverschrijding. Een ander voorbeeld is dat het soms een ingewikkeld en langdurig proces is om financiering voor een jongere rond te krijgen. Hierdoor moeten kinderen te lang op de juiste zorg wachten, waardoor de problemen
complexer worden. Het zou goed zijn als er sneller kan worden geschakeld en er niet eerst allerlei procedures en papierwerk hoeven worden doorlopen.

Naar een integrale aanpak

De gefragmenteerde aanpak in de jeugdzorg is niet in het belang van cliënten en is bovendien funest voor het welzijn van de werknemers. D66 vindt het belangrijk dat de regie wordt teruggegeven aan zorgprofessionals. Dit is zowel voor de zorgverlener als de cliënt belangrijk. Verder moet worden ingezet op het verbeteren van de samenwerking tussen aanbieders in de regio, integraal werken en preventie. Dit kan bijvoorbeeld via de jeugdteams en schoolmaatschappelijk werk. Zij bieden duurzaam en structureel
programma’s aan die zich in de praktijk hebben bewezen.

Preventie en ontschotting

De kosten in de jeugdzorg stijgen. Mede door de coronapandemie en de impact hiervan op de dagelijkse leefwereld van veel kinderen en jongeren voorziet D66 een oplopende vraag naar jeugdzorg. Om de kosten in de jeugdzorg beheersbaar te houden, is het van belang om kritisch te kijken naar de middelen die worden ingezet. D66 wil niet alleen inzetten op beheersmaatregelen achteraf, maar ook investeren in de leefwereld van onze jeugd. D66 wil niet dweilen met de kraan open, maar inzetten op goed onderwijs, toegang tot cultuur en sport en de juiste hulpverlening, bijvoorbeeld als thuis geen fijne plek meer
is. Te denken valt aan meer ondersteuning bij maatschappelijke problemen, zoals vechtscheidingen, schulden in het gezin, hoge prestatiedruk op scholen en weinig gelegenheid voor jongeren om samen te komen.