Warmte
Nederland moet op termijn van het aardgas af. Woningen moeten op een duurzame manier verwarmd gaan worden, hetzij via een warmtenet, hetzij via warmtepompen of andere all-electric oplossingen. Voor een warmtenet moet een goede en duurzame
warmtebron voorhanden zijn, zoals geothermie, warmte uit oppervlaktewater of restwarmte uit de industrie en reststromen. De beschikbaarheid van geothermie is voorlopig nog onzeker. Het gebruik van restwarmte uit de industrie beperkt zich tot de directe omgeving van bedrijven die warmte ‘over’ hebben, maar deze zijn er nog voldoende in Zaanstad. Er zal de komende tijd nauw met de Zaanse industrie moeten worden samengewerkt om de koppelkansen bij de energietransitie ten volle te benutten.
D66 pleit voor een haalbaarheidsonderzoek naar warmte uit oppervlaktewater per wijk. Waterstof voor het verwarmen van huizen zien we niet als een oplossing, behalve wanneer dit gebruikt wordt voor het produceren van heet water via een warmtecentrale.
De productiekosten van groene waterstof zijn voorlopig nog dusdanig hoog dat het alleen zal worden toegepast waar geen andere opties voorhanden zijn, zoals hoge temperatuur-processen in de industrie.
D66 vindt een deltaplan isolatie een goed initiatief. Hiervoor moet onder andere een structurele dotatie aan het stappensubsidiefonds beschikbaar komen en in samenwerking met de woningcorporaties moeten ook de (sociale) huurwoningen worden aangepakt. Alle energie die bespaard wordt, hoeft niet te worden opgewekt en een goed geïsoleerde woningvoorraad kan via een lage temperatuur-warmtenet worden verwarmd. Hierdoor komen meer energiebronnen beschikbaar. Het doel is minimaal energielabel B te realiseren voor alle Zaanse woningen in 2026.
De biomassacentrale aan de Pascalstraat zal uiteindelijk moeten worden vervangen door een centrale die op één van de eerdergenoemde bronnen kan werken.