Maar hoe ontwerp je zo’n nieuwe wijk? Wie gaan er wonen? Wat hebben zij nodig? En wat maakt een huis een echt thuis? Tijd voor een excursie! Om als politiek bij andere nieuwbouwwijken inspiratie op te doen. Samen met de wethouder en professionals stedelijke ontwikkeling.
Wat was het nuttig en inspirerend. Mooi bijvoorbeeld om te zien hoe architectuur en kleur invloed hebben op de beleving en het aangezicht van een wijk. Zoals de speelse vormgeving met veel ronde vormen en grappige details in Allemansgeest, Voorschoten: niet alleen schitterend, maar de wijk voelt daardoor ruim aan, ondanks de hoge dichtheid. Wat een verschil met de fantasieloze blokkendozen in Veemarkt, Utrecht, die hard, kil en stedelijk aandoen.
En tja, hoogbouw. Er zijn partijen die 8- of zelfs 10-hoog flats willen. Als D66 vinden we die hier niet thuishoren, op de grens naar platteland, naar buitengebied. Wij blijven aandringen op maximaal 5-hoog. Laten we het aangezicht en de identiteit van Wijk niet verkwanselen. En belangrijk… laten we ervoor zorgen dat er voldoende woningen met een tuintje zijn, waar kinderen fijn kunnen opgroeien.
Natuurlijk willen we dat iedereen een dak boven het hoofd heeft. Natuurlijk moeten we woningen bouwen. Maar laten we niet een fantasieloze wijk vol hoogbouw uit de grond stampen om de woningnood op te lossen. Laten we niet van De Geer III Kanaleneiland II maken, en straks met spijt op deze keuze terugkijken.
Ja, haalbaar en betaalbaar is belangrijk. Maar laten we vooral kiezen voor een mooie, groene, levendige, gezonde, duurzame, klimaatadaptieve, Wijkse wijk. Een wijk vooral voor starters en ouderen, met fietser en wandelaar in de voorrang, met een knarrenhof met gezamenlijke tuin, een multifunctionele accommodatie, speelplekken en ontmoetingsplekken. En met huizen die ook de komende decennia een echt thuis zijn.