D66 vraagt steun voor ondernemers getroffen door wolfmaatregelen

Op 7 augustus hebben Erik van Buiten en Wim Cassée vanuit onze raadsfractie schriftelijke vragen gesteld aan het college van B&W over compensatie voor ondernemers die financieel zijn getroffen door de maatregelen rondom wolf “Bram”. De provincie Utrecht en omliggende gemeenten riepen inwoners en toeristen op om het gebied te mijden.

Geen normaal ondernemersrisico

Deze oproep heeft directe gevolgen voor lokale horeca en recreatiebedrijven. Terrassen blijven leeg, mountainbikeroutes worden nauwelijks gebruikt en klanten blijven weg. Sommige ondernemers moeten zelfs klanten weigeren. De omzet daalt, terwijl de vaste lasten doorgaan.

Volgens D66 is dit geen normaal ondernemersrisico. De onvoorspelbaarheid van zowel de wolf als de overheid maakt het voor ondernemers onmogelijk om zich voor te bereiden. “We moeten lessen trekken uit de coronacrisis,” zegt Erik van Buiten. “Toen zagen we hoe belangrijk het is dat de overheid snel en praktisch handelt. Een goed steunpakket geeft rust en vertrouwen. Dat is nu ook nodig.”

Steun is nodig

D66 ziet een duidelijke parallel met de coronaperiode, waarin ondernemers ook werden geraakt door overheidsmaatregelen. Destijds werd snel een steunpakket opgezet, zoals de TOZO-regeling. Die steun hielp veel bedrijven om overeind te blijven. D66 wil dat getroffen ondernemers in het bosgebied op vergelijkbare wijze steun krijgen van de overheden in de regio.
Daarom stelt de fractie vier vragen aan het college:

  • Is er inzicht in hoeveel ondernemers actief zijn in het getroffen gebied?
  • Deelt het college de mening dat dit geen normaal ondernemersrisico is?
  • Is het college bereid om samen met buurgemeenten en de provincie te onderzoeken hoe crisissteun effectief kan worden ingezet?
  • Wil het college het initiatief nemen richting de provincie voor een gecoördineerd steunpakket of noodfonds?

Regie door de provincie Utrecht

D66 benadrukt dat de regie bij de provincie Utrecht hoort te liggen, maar dat ondernemers niet de dupe mogen worden van bestuurlijke onduidelijkheid. “Het is essentieel dat gemeenten als Woudenberg, Leusden, Zeist en Utrechtse Heuvelrug samenwerken,” aldus Wim Cassée. “De provincie moet hierin het voortouw nemen. Alleen door goede coördinatie en samenwerking kunnen we ondernemers effectief ondersteunen.”
De fractie doet een dringend beroep op het college om de vragen met voorrang te beantwoorden, gezien de urgentie van de situatie en de noodzaak voor snelle duidelijkheid voor de getroffen ondernemers.

De volledige schriftelijke vragen zijn hier terug te lezen via de site van de gemeenteraad.