Onze kracht zit in samenwerking.

Deze speech werd uitgesproken door fractievoorzitter Maarten Koning tijdens de Algemene Beschouwingen bij de Voorjaarsnota.

Vandaag is het op de kop af 55 jaar geleden dat de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen in de krant stonden. Begin juni 1970 traden vier bevlogen Utrechters toe tot onze gemeenteraad, met een nieuwe partij.
Vier jaar eerder was hun partij opgericht.
Een van hen was Jan Terlouw.

Terlouw was natuurkundige en een jonge vader, wonend met zijn gezin aan de Tolsteegsingel.

Hij ging de politiek in uit zorg over de ‘vergiftiging van ons leefklimaat’. Die ongerustheid leeft nog altijd voort.

We zijn twee generaties verder. Wie toen jong was is inmiddels oud. En veel van de zorgen van toen zijn nog steeds actueel.
Woningnood.
Strijd tegen discriminatie en voor gelijke behandeling. Voor zelfbeschikking.
Voor investeringen in onderwijs, sport en cultuur.
Het eerste D66 Utrecht affiche van toen, heeft de politieke agenda van nu.

Maar wij kennen ook andere zorgen. Terlouw maakte als kind de oorlog mee en stelde zich vooral die ene vraag: ‘Hoe maken we vrede?
Die vraag is pijnlijk actueel.
Genocide in Gaza, de oorlog in Oekraïne, de dreiging van Rusland.
Toenemend antisemitisme, moslimhaat en polarisatie in ons land.

En te midden van dit alles is Nederland vooral bezig met zichzelf.
Doordat problemen hoog zijn opgestapeld, moeten Utrechtse inwoners, organisaties en onze gemeente keihard hard trappelen om het hoofd boven water te houden.

En wat gebeurt er in Den Haag?
De PVV herhaalt het trucje van de VVD en laat het kabinet vallen met leugens en valse beloften over de door hen gemaakte zondebokken, asielzoekers.

Op zulke momenten schaam ik me diep om Nederlander te zijn.
Maar Voorzitter,

Utrechter, dat ben ik met trots.

Te midden van die Haagse verdeeldheid, laat Utrecht zien dat het anders kan.
Onze kracht zit in samenwerking:
Samenwerking met onderwijsinstellingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties, inwoners.
En hier in de raad met politieke partijen.

Dankzij die samenwerking bouwen we duizenden woningen in Merwede, komt er een tram naar Rijnenburg en wordt daar een nieuwe stadswijk voorbereid.

We investeren in de breedte in onderwijs, we vergroenen wijken zoals Kanaleneiland, er komen speeltuinen bij voor de kleinsten.
Straten worden autoluw, en we bouwen aan een sterke regionale economie met werk voor iedereen.
We geven ruimte aan een nieuwe sekswerklocatie, en laten cultuur, horeca en ondernemerschap bloeien.

En die inzet loont. Utrecht is een stad waar het leven voor veel mensen goed is.
Wie hier woont heeft bovengemiddeld vaak werk met een goed inkomen, fietst en beweegt regelmatig, gaat uit en geniet van wat Utrecht te bieden heeft.
Dat zijn verworvenheden die bijna synoniem geworden zijn met onze stad.

Maar nog te veel mensen hebben het nog niet goed. En Utrecht is nooit af.
Generaties na ons willen hier ook wonen en wij gunnen hen dat Utrecht ook dan een vrije, bruisende stad is.

Dat kan alleen als we nu keuzes maken die ook hen helpen.
Voor een beter klimaat. Betaalbare woningen. Het beste onderwijs en goed werk.

Voorzitter,

Als Jan Terlouw ons iets heeft bijgebracht, via zijn boeken tot aan zijn pleidooi over het touwtje uit de brievenbus, dan is het dat vertrouwen en solidariteit mensen met elkaar verbinden.

Het zijn de sleutelwoorden tot het oplossen van de grote uitdagingen van onze tijd.

D66 wil dat politiek dat vertrouwen versterkt. Dat we beloven wat we waar kunnen maken. Met deze voorjaarsnota doen we dat en investeert Utrecht in de toekomst.

Zodat in onze stad voor de volgende generaties het touwtje uit de brievenbus hangt.