Vraag 1a: De brief is bij het College binnengekomen op 27 oktober 2023 en is (pas na actieve vragen hierover door de heer Koning via de mail) bij de Raad binnengekomen op 30 januari (toen is de brief als ingekomen stuk gepubliceerd bij de stukken voor de Raadsvergadering van 28 februari). Wat zijn de overwegingen geweest om deze brief pas drie maanden na dato van binnenkomst door te sturen naar de Raad, ondanks dat het betreffende dossier politiek relevant is en daarmee onder de informatieplicht van het College valt?
Vraag 1b: Welke route heeft de betreffende brief afgelegd binnen de organisatie?
Vraag 2a: In de brief d.d. 26 oktober 2023 wordt verwezen naar een eerste ambtelijke reactie vanuit West Betuwe van mei 2023. Deze is niet gedeeld met de Raad. Graag ontvangen wij de ingekomen stukken vanuit West Betuwe over dit dossier om de voorkomen dat belangrijke informatie wordt gemist.
Vraag 2b: Wat zijn de overwegingen geweest om deze reactie eerder niet te delen met de Raad?
Uit de brief die nu gestuurd is, blijkt dat reactie op de brief van mei 2023 is uitgebleven.
Vraag 3a: Klopt de conclusie dat deze brief uit mei 2023 ambtelijk noch bestuurlijk is besproken?
Vraag 3b: Is deze brief uit mei 2023 meegenomen in het verdere proces en de haalbaarheidsstudie en zo ja, op welke wijze?
Vraag 3c: Is het college het met ons eens dat het een gemiste kans is om bij een dergelijk majeur project niet actief de samenwerking met buurgemeente(n) op te zoeken?
Tijdens de Raad van 28 februari j.l. zijn drie zaken toegezegd, welke met elkaar lijken te botsen. Namelijk dat het voorkeurstracé in maart naar de Raad toekomt, dat de betreffende informatie uit de brief (welke volgens beantwoording van de wethouder op vragen tijdens de Raadsvergadering van 28 februari j.l. pas sinds 16 januari bekend was) wordt meegenomen in besluitvorming en dat dat de brief inhoudelijk besproken wordt in de Raad vóórdat het college met een voorkeurstracé komt. Onze fractie gaat uit van een maximale inzet van het College om al deze drie zaken waar te maken, maar D66 Tiel maakt zich ook zorgen over de haalbaarheid van deze drie toezeggingen samen.
Vraag 4: Bovenstaande toezeggingen beziend, lijkt het presenteren van een voorkeurstracé in maart erg krap te worden. Hoe ziet het tijdpad er rondom dit dossier uit?
Vraag 5: Is het College het met ons eens dat het proces niet volgens de oorspronkelijke planning doorgang kan vinden nu we in een dergelijk laat stadium worden geconfronteerd met de informatie uit de brief van onze buurgemeente c.q. de uitgestoken hand om samen dit project op te pakken?
Vraag 6: Welke acties zet het College uit om te voorkomen dat in de toekomst brieven niet of niet tijdig worden doorgestuurd naar de Raad?