Constateringen
Tijdens de raadvergadering van 15 en 16 december 2021 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over het raadsvoorstel ‘Bestemmingsplan Klooster Sint Agnetenberg’. De D66- fractie heeft tijdens deze vergadering haar ongenoegen geuit over het onderdeel van dit bestemmingsplan waarbij de rijksmonumentale kloosterkapel de bestemming ‘wonen’ krijgt. Dit mede op grond van bezwaren die door diverse organisaties waren ingediend tegen dit voornemen. In de bij het raadsvoorstel gevoegde Nota van Zienswijzen argumenteerde het College van B&W onder meer dat het bouwplan inclusief het beoogde gebruik zijn voorgelegd aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit en dat deze commissie geen bezwaar heeft kenbaar gemaakt tegen de wijziging van het gebruik van de kapel als woning. Daarmee heeft het College gesuggereerd dat de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) geen bezwaar had tegen dit bestemmingsplan en een mogelijke woonbestemming voor de kapel.
Uit een recent ontvangen brief van ARK-voorzitter Ir. Stephan Goth, mede gericht aan de gemeenteraad, blijkt echter dat deze commissie haar eerste negatieve advies over de woonbestemming van de kloosterkapel al kenbaar maakte richting de wethouder op 16 juni en 20 oktober 2020. De heer Goth benadrukt in zijn brief dat hierna, meermaals (mondeling) het negatief advies over dit onderdeel van het bestemmingsplan richting de wethouder is gecommuniceerd. De ARK ziet – net als de D66-fractie – liever een bredere invulling van de monumentale kloosterkapel die aansluit bij het historisch karakter van de stad Sittard en die dit monument toegankelijk maakt voor publiek.
Gezien dit advies van de ARK over het bestemmingsplan en de woonfunctie voor de kapel, spreekt de ARK nu van ”een vertrouwensbreuk” en ”het onjuist informeren van de gemeenteraad”.
Het College heeft nu, meer dan een maand na ontvangst, gereageerd op de brief die de ARK op 21 december 2021 heeft gestuurd. In dit antwoord schrijft het College dat het (ontwerp)bestemmingsplan niet aan de ARK is voorgelegd. Daarnaast constateert het College dat de ARK geen formele adviesrol heeft bij bestemmingsplannen, maar dat die rol pas van toepassing is bij aanvragen voor een omgevingsvergunning. Deze constatering lijkt strijdig met artikel 28 van het Reglement van Orde op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Ondanks de reactie van het College, blijft de constatering van de ARK en de D66-fractie dat de Raad hoe dan ook verkeerd is geïnformeerd vooralsnog overeind. Omdat het College in bovenvermelde reactie duidelijk aangeeft dat de ARK in een later stadium alsnog een adviesrol heeft t.a.v. de Omgevingsvergunning (net als de RCE), ligt het voor de hand dat dit wederom tot een negatief advies zal leiden. Het College was immers al eerder op de hoogte gesteld van de bezwaren van de ARK.
De D66-fractie neemt deze zaak hoog op en vraagt daarom met spoed opheldering. Daarom stelt de D66-fractie de volgende vragen aan het College van B&W: