Starterslening

Het college vroeg de gemeenteraad om de spaarpot voor startersleningen met 1 miljoen euro aan te mogen vullen.
Die pot was namelijk leeg, en met dit bedrag kunnen 30 a 35
starters van een lening worden voorzien. D66 was tijdens de aanloop naar de gemeenteraadsvergadering van 26 maart kritisch op het idee van een starterslening, omdat het in potentie prijsopdrijvend kan zijn tijdens het bied-proces. Meer leenruimte komt namelijk vaak neer op hogere verkoopprijzen. Starters kunnen er ook risico mee lopen, omdat de maandelijkse leninglasten bovenop de hypotheeklasten komen. Anderzijds biedt het starters mogelijkheden om een huis te kopen waarop ze anders geen kans maken. 
 
Tijdens de week voorafgaand aan de gemeenteraadsvergadering is overwogen een motie op papier te zetten om de startersleningregeling alleen voor nieuwbouw beschikbaar te maken. Bij nieuwbouw heb je namelijk geen prijsopdrijvend effect, wat de lening een beter financieel instrument maakt. Na enige overweging is besloten om de motie niet in te dienen. De reden is dat het verzoek van het college alleen ging om extra geld en dus niet om de regeling te heroverwegen. Ook bestaat de regeling pas sinds 2023, dus de herziening zou dan al erg snel zijn. D66 heeft daarom besloten in te stemmen met een extra lening om de 1 miljoen euro aan startersleningen te kunnen verstrekken de komende tijd. Een verzoek van de PRD-fractie om de starterslening alleen beschikbaar te stellen voor bestaande inwoners van Renkum (en dus niet voor alle starters die in Renkum willen komen wonen) steunden we niet. Alle vernieuwing is namelijk welkom.
 
We blijven vanuit de fractie kritisch op de startersregeling en kunnen deze later alsnog bespreken in de gemeenteraad als deze niet de gewenste effecten oplevert.