Position Paper besproken tijdens de forumvergadering van 9 december.

Op 17 juni dit jaar is in de raad de Toekomstvisie 2040 besproken en geaccordeerd. Deze visie geeft een zicht op de gewenste ontwikkeling van Oldenzaal in de komende jaren. De visie is opgesteld door inzichten op te halen bij de Oldenzaalse bevolking. Het opstellen van de Toekomstvisie heeft geld, tijd en aandacht gekost.
De inkt van de Toekomstvisie 2040 is nog niet droog – mogelijk zelfs nog niet op papier gezet – of het college stelt een stuk op met ontwikkelingen tot 2050. Ook het opstellen van dit rapport heeft geld, tijd en aandacht gekost. Het kan niet op! Het papier is geen omgevingsvisie, geen visie, maar een positionering. Als ik het papier lees zie ik toch een soort van visie. Vraag is daarom aan het college:
– Waarom is de Toekomstvisie 2024 niet gebruikt als basis om Oldenzaal in de regio te profileren?
– Waarom wordt in het Papier niet meer verwezen naar de Toekomstvisie 2040?

In het Papier wordt op pag 20 terloops en zonder onderbouwing gemeld dat “Oldenzaal groeit naar een stad met minimaal 40.000 inwoners in 2050.” In het Papier wordt “de kwalitatieve onderbouwing van deze groeiopgave van de stad in relatie tot de opgaven beschreven.”.
D66 is niet tegen een groei van het aantal inwoners van Oldenzaal, maar de kwalitatieve en kwantitatieve onderbouwing wordt node gemist. Waarom niet 35.000 of 50.000 of 44.000?
– Hoe wordt het aantal van 40.000 onderbouwd?
(Antwoord wethouder: niet. Het is een richtgetal, ook al staat in de Paper ‘minimaal 40.000’)

Voor 40.000 inwoners hebben we grofweg 25% meer woningen nodig dan voor de huidige 32.000 inwoners. Dat betekent een toename voor het aantal woningen van 14.900 naar minimaal 18.625, ofwel 3725 woningen extra. De bouwsnelheid zal omhoog moeten gaan van 100 (wat volgens het college al een topprestatie is) naar 150 per jaar, ingaande volgend jaar.
– Waar denkt het college de benodigde capaciteit vandaan te halen?
(Deze vraag is door de voorzitter geblokkeerd)

Waar moeten de woningen komen? Oldenzaal loopt door de krappe gemeentegrenzen tegen haar grenzen aan. Op pag 21 lezen we dat ‘Voor uitbreidingsmogelijkheden verkenning met buurgemeente gewenst is om te zien hoe groene, aantrekkelijke woonmilieus worden gerealiseerd waarmee ook de omliggende kernen vitaal blijven’.
– Hoe ziet het college uitbreiding van Oldenzaal van positieve invloed zijn op de vitaliteit van kernen als Rossum en Weerselo?
– Is met de buurgemeenten en hun inwoners overlegd over bouw van woningen op hun gronden?

We lezen op pag 9 dat jonge gezinnen zich voelen aangetrokken tot een woonmilieu met lagere dichtheden. Op pag 12 dat verdichting in Oldenzaal mogelijk is om te komen tot een levendige woon- en leefomgeving. Op pag 19 lezen we dat verkend wordt of de spoorzone van Oldenzaal wordt getransformeerd naar een mix van werken en wonen. Pag 21: Inbreiding van de stad, passend bij de woonbehoefte van jonge gezinnen kan vorm krijgen rondom het station met een gemengd werk-woonmilieu en aan bestaande vervoersassen.
– Hoe ziet het college de aantrekkingskracht van lager dichtheden in relatie tot verdichting rond de spoorzone van Oldenzaal? Wordt zo niet een stad gebouwd met hoogstedelijke kenmerken?
– Waar in Oldenzaal is nog voldoende ruimte rond het spoor om een relevante hoeveelheid woningen te bouwen? Dit in het kader van de 3725 extra benodigde woningen?

Er wordt geschreven over een duurzaam mobiliteitssysteem, met name naar Enschede en Hengelo
– waarom niet meer nadruk gegeven aan verbindingen naar de NOT gemeenten?
– F35 met Enschede wordt genoemd, deze is langzaam bezig gereed te zijn. Fietsverbinding met Hengelo laat te wensen over. Wat denkt het college hieraan te doen?
– Hoe maken we de werkplekken in Oldenzaal aantrekkelijker voor Oldenzalers zodat minder woon-werk kilometers hoeven te worden afgelegd?
(De voorzitter gaf bij het begin van de forumvergadering aan dat niet in detail vragen gesteld konden worden, bv de breedte van de doorfietsroute F35. Deze F35 wordt met name in de Paper genoemd!)

We lezen: “Samenwerking met de omliggende gemeenten is gericht op het versterken van elkaars economie. Voor Oldenzaal liggen hier kansen om het recreatieve aanbod van de omliggende gemeenten te benutten om de druk op het Hulsbeek te verminderen.”
– Waarom alleen overtollig toerisme naar NOT gemeenten, geen samenwerking op het gebied van bedrijvigheid?

Naar de mening van D66 komt Oldenzaal alleen sterk op het Twents toneel te staan door intensieve samenwerking met de omliggende gemeenten, zeker met de NO-Twentse gemeenten (tegenover het numeriek geweld van Enschede en Hengelo).
– Hoe denkt het college over intensivering van de samenwerking met de NOT gemeenten om samen zich te positioneren in Twents verband?