Slimme steden, sterke kernen
– Bouwen voor de juiste doelgroep: geplande ontwikkeling past bij vraag.
– Groen behouden bij nieuwbouw, en er ruimte bij geven voor meer groene voorzieningen.
– Binnenstedelijk bouwen: uitgangspunt om het landschap en erfgoed te beschermen.
– Duurzaam bouwen: Klimaatadaptief en energie-neutraal, nog beter: energie-positief en circulair.
– Fijn wonen: aandacht voor sociale voorzieningen (horeca en openbaar groen).
– Passend wonen: prestatieafspraken met gemeenten om doorstroming te bevorderen.
– Bereikbaar wonen: duurzame mobiliteit: goede OV-verbindingen en fietsbereikbaarheid.
Slimme oplossingen zijn nodig voor duurzamere mobiliteit.
– De ‘ladder van duurzame mobiliteit’ altijd toepassen
– Eerst een plan voor (duurzaam) bewegen, dan pas bouwen.
– ‘Niet reizen’ stimuleren. Ook om pieken in de spits te spreiden.
– Vervoersonderzoek is onderdeel van de aanpak: sturen op gewenste mobiliteit.
– Het OV wordt een volwaardig alternatief voor de auto: betere OV-knooppunten, en investeren vóór de vraag uit.
– Investeren in actieve mobiliteit voor gezondheid, doorstroming en als klimaatmaatregel, en zorgen voor infrastructuur
– herverdeling van de openbare ruimte en voorrang voor duurzame mobiliteit.
– De openbare ruimte sociaal veilig en toegankelijke vervoersopties voor mensen met een beperking.