Maidenspeech
“De smalle balans tussen economie en gezondheid is een rode draad door mijn leven. Ik ben geboren in de regio met de hoogste varkensdichtheid van het land. Vroeger stond je daar niet zo bij stil dat de lucht die je inademt niet per se heel gezond is. Iedereen in het dorp begreep dat er geld verdiend moest worden en wilde zelf ook een lekker stukje vlees op zijn bord. Win-win zou je zeggen en dan neem je die geur voor lief. Nu blijkt dat de stank wel degelijk invloed heeft op de ontwikkeling van de longen van mensen.
In de IJmond, de regio waar ik nu woon realiseerden mensen zich dat lange tijd ook niet. De Hoogovens waren goed voor de lokale economie en veel mensen hadden daar werk. Daarnaast zorgde het bedrijf ook goed voor de mensen die daar werken. Ook een win-win situatie. Wat de staalfabriek met de gezondheid van mensen doet is inmiddels wel duidelijk en hier al meermaals gezegd.
Wat beide voorbeelden gemeen hebben, is dat de overheid de omwonenden in de steek laat. De wetgeving is namelijk niet gemaakt om de gezondheid van bewoners te beschermen. Hierdoor kan er niet gehandhaafd worden als er binnen de kaders van de vergunning gebleven wordt en bij nieuwe aanvragen van vergunningen kan je die alleen toestaan als er binnen de wet- en regelgeving gebleven wordt.
Dit is waar voor mijn fractie de schoen ook wringt bij het dossier Tata. Wij behandelen hier vandaag de provinciale coördinatieregeling. Voor ons voelt dit misschien als het akkoord gaan met een processtap, voor een terugvalscenario. Als ik terugdenk aan de insprekers bij de commissie, dan weet ik zeker dat het voor de mensen daarbuiten niet zo is. Daarom vraag ik met aan de gedeputeerde of de commissie vooraf geconsulteerd kan worden op het moment dat een vergunning toegevoegd wordt aan de PCR en deze een kleine en venijnige of grote en meeslepende impact op gezondheid, omgeving of haalbaarheid heeft. Wat D66 betreft staat de gezondheid van de inwoners in de IJmond op 1.”