Wat is er aan de hand?
Nadat de gemeentelijke financiën al vele jaren grote onverwachte tegenvallers lieten zien, liepen deze in 2019 definitief aan de grond. Te weinig geld van de Rijksoverheid, onduidelijke doelen en beleid gecombineerd met een wijze van begroting die weinig oog had voor risicomanagement, leidden tot miljoenen bezuinigingen in Kampen. Er werd gesneden in de zorg, het sociale vangnet, cultuur en investeringen. En ook de belastingen werden verhoogd. Door deze bezuinigen, meer geld van het rijk maar ook omdat we door de coronapandemie veel uitgaven niet hebben kunnen doen, lijkt de Kamper begroting weer op orde.
Die vele magere jaren heeft veel gevergd van inwoners en ondernemers. Maar trekt ook z’n wissel op het bestuurlijk apparaat. Eerder waren er signalen dat we ambtelijk op ‘dun ijs schaatsen’. Dat is zorgelijk want er wachten grote en langjarige uitdagingen die we enkel kunnen oppakken met een goed gekwalificeerd bestuurlijk apparaat. Externe expertise en menskracht inhuren kan verstandig zijn voor unieke activiteiten, maar externe expertise is kostbaar en verdwijnt op termijn weer.
Een belangrijke ontwikkeling is het raadsproject dat antwoord tracht te geven op de vraag wat voor gemeente wij willen zijn en worden in het komende decennium. Een vraag waar onze D66-fractie bij voortduring in het midden van de raad heeft gelegd. Een vraag die kaders moet gaan geven aan de politieke doelstellingen.
Politiek zien we dat de raad de neiging heeft te vervallen in details. Dat zegt veel over de gedrevenheid van de lokale politici, maar daardoor zijn wij als raad minder in staat kaders te stellen voor het bestuur. Ook zagen we dat in afgelopen raadsperiode wethouders hun termijn niet afmaakten omdat ze persoonlijke kansen elders zien. Een ontwikkeling die zorgen baart voor de bestuurbaarheid van de gemeente en aanzien van de politiek.