5.1 Ruimte om te wonen en leven
Ondanks de coronacrisis zijn de vastgoedprijzen historisch hoog. Niet alleen in Heerlen, maar ook in de rest van Nederland worden er tegenwoordig astronomische bedragen betaalt voor woningen. Momenteel is het vooruitzicht sober voor starters en mensen met een modaal inkomen om een woning aan te schaffen. D66 vindt dat iedereen recht heeft op betaalbare en toekomstbestendige woningen. Daarom zet D66 in op een woningbeleid dat uitgaat voor creatieve oplossingen van dit probleem anno 2022. Oplossingen voor dit probleem zijn het bijbouwen van nieuwe woningen, maar ook ervoor zorgen dat er genoeg financieringsmogelijkheden zijn. Zoals gemeentelijke subsidies voor starters. Ook wordt er momenteel gekeken naar nieuwe vormen van wonen. Zoals het verbouwen van voormalige winkelpanden naar woningen.
- We transformeren leegstaande winkel- en kantoorpanden naar woningen.
- We gaan met de woningcorporaties om tafel om met ze in gesprek te gaan over hoe wij ze beter kunnen faciliteren in hun plannen.
- Jongeren moeten, als ze dat willen, kunnen blijven wonen in het buurt waar ze zijn opgegroeid. We geven ruim baan aan kleinschalige woningbouwinitiatieven in de wijken van onze gemeente zonder de natuur aan te tasten.
- Starters hebben het onevenredig zwaar op de woningmarkt. We onderzoeken mogelijkheden voor een moderne variant van Premie D-woningen, specifiek gericht op starters, waarmee starters met financiële hulp van de gemeente een woning kunnen kopen. We houden de startersleningen daarbij in stand.
- D66 houdt de bestaande sociale huurvoorraad in stand. We zoeken samen met woningcorporaties naar mogelijkheden om scheefwoners door te laten stromen naar middenhuur.
- We willen dat er in Heerlen meer woningen in het middensegment komen. Door de tekorten in dit segment, ontstaat er een bottleneck en dat mensen niet kunnen doorstromen. We maken afspraken met ontwikkelaars over het percentage middenhuur, net zoals dat al gebeurt bij de sociale huur.
- D66 streeft naar gemengde buurten, want we vinden het belangrijk dat mensen met verschillende achtergronden en leeftijden elkaar ontmoeten. Hiervoor kan meer diversiteit nodig zijn in koop- en huurwoningen in verschillende segmenten. Daarom wil D66 dat de gemeente ook over de diversiteit van de woningvoorraad afspraken maakt met woningcorporaties en projectontwikkelaars, als buurten te eentonig (dreigen te) worden.
- We pakken de regie op onze woningmarkt. Alleen op specifiek daarvoor aangewezen locaties staan we investeerders of beleggers toe om op onze voorwaarden huurwoningen te realiseren. Op alle andere (nieuwbouw)locaties onderzoeken we mogelijkheden om een zelfbewoningsplicht in te voeren om starters te helpen en beleggers te weren.
- We maken ruimte voor alternatieve en experimentele woonvormen. We wijzen plaatsen aan waar mensen vrijheid krijgen om eigen plannen te ontwikkelen.
- We faciliteren het bouwen van tiny houses.
- We huisvesten arbeidsmigranten op een humane manier. We nemen daarbij de aanbevelingen van het rapport-Roemer onverkort over, zoals dat werkgever en woningverhuurder gescheiden moeten zijn. Voor short-stay arbeidsmigranten vinden we het acceptabel om buiten de bestaande stedelijke kern huisvesting te zoeken. Voor mid-stay en long-stay willen we arbeidsmigranten zoveel mogelijk integreren in de samenleving. We hanteren een maximum van 250 arbeidsmigranten per locatie. Dit is in het belang van zowel de arbeidsmigrant zelf als de diversiteit van een wijk.
- We onderzoeken of uitgifte van gemeentegrond met vormen van erfpacht in plaats van verkoop de prijs van nieuwe woningen kan verlagen.
Omgevingswet
Door de nieuwe Omgevingswet kunnen gemeenten meer dan voorheen keuzes voor ruimtelijke ontwikkeling integraal afwegen. Dat biedt kansen om samen te werken aan een betere ruimtelijke kwaliteit, voor huidige en toekomstige inwoners en over gemeentegrenzen heen. D66 wil dat inwoners en ondernemers meer ruimte krijgen om hun ideeën in te brengen en te realiseren. De gemeente ziet integraal toe op de eenheid en kwaliteit van ruimtelijke ontwikkelingen. Dit vraagt om een heldere omgevingsvisie en om samenwerking, want kwaliteit ontstaat door samenwerking.
- D66 wil in de omgevingsvisie vastleggen welke ruimtelijke ontwikkelingen en welke gebiedswaarden aansluiten bij de manier waarop we in de gemeente met elkaar willen samenleven. Dat geeft een duidelijk kader waarmee we ontwikkelaars kunnen begeleiden met het verbeteren van de kwaliteit van hun plannen. Op die manier kunnen we initiatieven toetsen aan wenselijkheid, in plaats van aan regels.
- We verwachten van ontwikkelaars dat zij zich inspannen om omwonenden en andere betrokkenen invloed te laten uitoefenen op hun plannen. Op die manier ontstaat er een gedragen voorstel. Dit betekent dat de gemeente duidelijke kwaliteitseisen moet gaan ontwikkelen voor het inspraakproces. De gemeente toets vervolgens of aan de wettelijke eisen is voldaan en maakt tot slot een integrale waardenafweging met de ruimtelijke kwaliteit als maatstaf, op basis van de omgevingsvisie.
- Dit vraagt om een fundamenteel andere werkwijze. We geven meer ruimte aan ontwikkelaars, inwoners en andere betrokkenen. Ambtenaren toetsen niet langer voorstellen aan bestemmingsplannen, maar ondersteunen ontwikkelaars om de kwaliteit van hun voorstellen te verbeteren. Zij gaan dus in gesprek met, coachen en begeleiden betrokkenen.
- Als het aan D66 ligt, ontwikkelen we de omgevingsvisie altijd in samenspraak met buurgemeenten en de provincie. Kwaliteit ontstaat door samenwerking. Dat geldt uiteraard ook voor gebieden waar de bevolking krimpt. Dit kan de gemeente voor moeilijke keuzes stellen, maar als we met de rug tegen elkaar gaan staan, gaat dat altijd ten koste van de kwaliteit van onze leefomgeving. Juist door samen te werken, kunnen we toegankelijke (vitale) voorzieningen van hoge kwaliteit in stand houden voor onze inwoners.