Raad Debatteert 3 en 17 februari

Maandag 3 en 17 februari vonden vergaderingen van de Raad Debatteert plaats. Tijdens deze bijeenkomsten werden meerdere agendapunten besproken. Enerzijds het Masterplan Haansberg en de Kaderstelling Haansberg Oost, het eerste deelgebied van de nieuwe wijk Haansberg. Beide zijn grote en ingrijpende onderwerpen waarvoor veel voorbereiding nodig was. Zo maakte de Raad op 11 januari een fietsexcursie door het gebied, werden er meerdere technische sessies gehouden en brachten raadsleden bezoeken aan omwonenden.

Daarnaast werd de startnotitie Samen Slimmer besproken, waarin de Raad de participatieaanpak beschrijft voor het opstellen van een sluitende begroting. Lees hieronder de inzet van onze fractie met betrekking tot deze agendapunten.

Masterplan Haansberg

Lees hier Nikita haar inbreng voor Masterplan Haansberg:
De ontwikkeling van de nieuwe wijk Haansberg is een ingrijpend dossier. Dat blijkt uit het aantal raadstukken bij dit agendapunt én uit de vele inwoners die vanavond aanwezig zijn op de publieke tribune. Dit onderstreept hoe belangrijk dit onderwerp is voor onze gemeente.
Wat D66 betreft, is dit een ambitieuze ontwikkeling waar we als Etten-Leur trots op mogen zijn. Iedereen kent wel iemand die op zoek is naar een woning, en daarom is het goed dat we als gemeente onze verantwoordelijkheid nemen in het aanpakken van de woningnood – niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst.
D66 is positief over het Masterplan en de stedenbouwkundige opzet, maar we hebben een aantal aandachtspunten die we willen meegeven.

Ten eerste, Haansberg Noord: Zorg voor een integrale aanpak
Het is goed dat het College in de Raadsbrief van 22 januari duidelijkheid geeft over Haansberg Noord. Transparantie is cruciaal bij een ingrijpend proces als dit. Hoewel er nog geen concreet programma ligt, wordt dit gebied gereserveerd voor toekomstige woningbouw, mogelijk met 1.000 tot 1.500 woningen. D66 ziet het als een positieve ontwikkeling dat er vooruit wordt gekeken.
Wat we echter missen in het Masterplan is een integrale visie op hoe Haansberg Noord zich verhoudt tot de rest van de wijk. Hoe wordt deze uitbreiding meegenomen in de totale ruimtelijke en infrastructurele ontwikkeling? Het is goed om te horen dat Goudappel Haansberg Noord betrekt in hun onderzoek naar verkeersafwikkeling, maar wij hopen op een bredere doorkijk naar de toekomst.

Ten tweede, de knip: eerst meten, dan beslissen
Volgens de notitie wordt de knip voorgesteld als oplossing voor doorgaand verkeer wat gebruikt maakt van de wegen de Oude Grind, Haansberg en Sander. Daarnaast zou  een knip bijdragen aan een betere balans tussen voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer, in lijn met het STOMP-principe. D66 onderschrijft dit principe, maar heeft ernstige twijfels over de effectiviteit van de knip in Haansberg.
De knip maakt Haansberg rustiger – maar alleen ten zuiden ervan. Ten noorden neemt de verkeersdruk juist toe door de ontsluiting van Haansberg-Oost op de Haansberg. Dit roept de vraag op: weegt de knip op tegen de extra verkeersdruk elders in de wijk?
Het College heeft aangegeven dat de knip kan worden teruggedraaid als de effecten ongewenst blijken. D66 stelt voor om dit om te draaien: laten we de knip niet direct invoeren, maar eerst evalueren of de verkeersstromen daadwerkelijk een knip rechtvaardigen. Daarbij moeten we heldere criteria vaststellen: wanneer is een knip écht nodig? Ons inziens voorkomt deze aanpak onnodige overlast en biedt het ruimte voor een goed onderbouwde beslissing. Nu een knip aanleggen, geeft ons inziens meer lasten dan baten.

Ten slotte, participatie.
Bij een groot project als dit valt of staat alles met goede communicatie, participatie en transparantie. We hebben meerdere keren als feedback van inwoners gekregen dat zij zich niet serieus genomen voelen.
Natuurlijk kan niet iedereen tevreden worden gesteld bij woningbouwprojecten. Soms moet je moeilijke boodschappen brengen of keuzes maken die niet voor iedereen gunstig zijn. Maar het gaat niet alleen om de uitkomst – het gaat ook om hoe we met inwoners in gesprek gaan. Zowel houding als verbale en non-verbale communicatie spelen hierin een cruciale rol.
Als participatie niet zorgvuldig wordt aangepakt, schaadt dit het proces en het vertrouwen in de politiek. Daarom vraagt D66 het College én de raad: hoe zorgen we er samen voor dat participatie in de toekomst beter wordt? Hoe voorkomen we dat inwoners zich buitengesloten voelen bij belangrijke besluiten over hun leefomgeving?

D66 wil graag bijdragen aan een sterke, toekomstbestendige wijk Haansberg. Maar laten we dit doen met een integrale visie, een zorgvuldige aanpak en goede participatie.

Uiteindelijk zegde de wethouder toe dat de Knip uit het plan wordt gehaald totdat de uitkomsten van het verkeersonderzoek van Goudappel bekend zijn. Mede door deze toezegging kon onze fractie op 17 februari instemmen met dit raadsvoorstel.

Kaders Haansberg-Oost

Haansberg Oost is het eerste deelgebied dat wordt ontwikkeld binnen de nieuwe wijk Haansberg. De eerste termijn werd behandeld op 3 februari. Daarna waren er nog veel vragen over de evenredige verdeling. Daarom vond op donderdag 13 februari een technische sessie plaats, waarin het College een nieuwe conceptverkaveling presenteerde. Lees hieronder de inzet van Nikita voor zowel de eerste als de tweede termijn.

Eerste termijn, 3 februari:
D66 is blij dat er nu een concreet plan ligt voor het eerste deelgebied, Haansberg-Oost. Het is logisch dat het oorspronkelijke plan uit 2008, met 80 dure woningen, is aangepast aan de huidige tijd en de maatschappelijke noodzaak. Woningnood is een urgent probleem, en als gemeente dragen we de verantwoordelijkheid om hierin een oplossing te bieden.
D66 heeft enkele aandachtspunten bij dit voorstel.

Ten eerste, de woningverdeling:
De keuze voor 150 woningen en de verdeling van circa 45% dure koop, minimaal 35% betaalbaar en 20% sociale huur begrijpen wij, mede gezien de historische context. We snappen dan ook dat deze percentages afwijken van onze ambities uit het Masterplan. We willen echter benadrukken dat de percentages voor betaalbare woningen en sociale huur niet verder omlaag mogen. Als dat gebeurt, ontstaat er een periode waarin er in onze gemeente nauwelijks sociale huur wordt gerealiseerd, en gezien de hoge woningnood is dat voor D66 onacceptabel.

Ten tweede, de evenwichtige verdeling van woningen en lasten
D66 pleit voor een meer evenwichtige differentiatie van de verkaveling, zowel in aantallen als in type woningen. Dat betekent dat er in zowel het noordelijke als het zuidelijke deel van Haansberg Oost een evenredige verdeling van type woningen en woondichtheid dient te zijn.
Daarom vragen wij om te kijken naar een gelijkmatige verdeling, bijvoorbeeld door zowel de sociale huur niet te clusteren op één plek, maar te verdelen over meerdere hofjes binnen het plan, als de vrijstaande huizen te verspreiden over het gehele gebied. Zo creëren we een meer inclusieve wijk waarbij ook de sociale cohesie binnen het gebied bevorderd zal worden.
In onze technische vragen van 27 januari vroegen we verduidelijking over de aanpassingen aan de verkavelingsopzet. Het College gaf namelijk in de raadsbrief van 22 januari aan dat naar aanleiding van de Raad Luistert van 6 januari nog aanpassingen zijn gedaan. Echter, ook na de beantwoording van onze technische vragen, zijn deze niet met de Raad gedeeld. Dit vinden wij jammer, aangezien een deel van onze zorgen over de verkaveling gaan. Kan de portefeuillehouder toelichten welke aanpassingen er na 6 januari zijn gedaan aan de verkavelingsopzet?
Daarnaast zien we ook een onevenwichtige verdeling van lasten en baten tussen bewoners van de Haansberg en Pilsestraat versus de Schimmelpennincklaan. Bij de Schimmelpennincklaan wordt een royale groen-blauwe buffer van 15 meter aangelegd, terwijl bewoners van de Haansberg direct parkeerplaatsen tegen hun perceel krijgen. Dit is wat D66 betreft niet uit te leggen en moet anders.  
Een beantwoording van een zienswijze uit 2008 van de Schimmelpennicklaan stelt dat bij maatschappelijke ontwikkelingen de claim op ruimte groter kan worden en er dus deels van oude uitgangspunten kan worden afgeweken. Waarom is in dit geval een bufferzone van 10 meter niet voldoende? Dit zou ruimte bieden om ook de belangen van bewoners van de Haansberg en Pilsestraat beter te waarborgen. Wij vragen het College hier kritisch naar te kijken, zodat er een meer evenredige verdeling komt van lasten en baten. Kijk hier ook zeker naar de parkeerhubs. Het is onwenselijk dat deze direct aan perceelgrenzen van omwonenden grenzen. Denk hierbij ook aan de sociale veiligheid van deze parkeerplaatsen en hoe eventuele overlast beperkt kan worden, verplaatsing of een buffer zijn mogelijke oplossingen.
 
Ten slotte
zijn er aan de zuidkant van het terrein nog twee percelen niet ingetekend. Wij begrijpen dat hier levensloopbestendige woningen gepland staan. D66 roept op om hier creatief mee om te gaan en te kijken naar combinaties tussen jongeren en ouderen. Er zijn verschillende succesvolle voorbeelden van projecten waar generaties samenleven en elkaar ondersteunen – laten we die kans hier ook benutten.

D66 onderschrijft de noodzaak van deze ontwikkeling en zoals gezegd staan wij achter de aantallen en de type woningen die beschreven zijn in het voorstel. De woningnood is groot, en wij zijn dan ook blij dat hier nu een stap wordt gezet. Tegelijkertijd willen we dat deze wijk voor iedereen een prettige en evenwichtige leefomgeving wordt. We hebben er dan ook alle vertrouwen in dat de organisatie het beste voorheeft met de belangen van zowel de oude als nieuwe bewoners van Haansberg Oost.
Concreet vragen wij het volgende:
– Een meer evenwichtige differentiatie van hoeveelheid en type woningen over het hele plangebied
– Een meer evenwichtige verdeling van lasten en baten voor verschillende omwonenden.
 
Tweede termijn, 17 februari:
Ten eerste, de evenwichtige differentiatie van woningen: D66 heeft kennisgenomen van de Raadsbrief van 14 februari en de daarin opgenomen vernieuwde verkaveling. We zijn positief over de aanpassingen, die duidelijk tegemoetkomen aan onze wens voor een meer evenwichtige verdeling.
Volgens de nieuwe verkaveling komen er nu 71 woningen aan de noordzijde en 72 aan de zuidzijde van het plangebied, en is de mix van woningtypen beter verdeeld. Hoewel wij als Raad enkel de kaders vaststellen en de verkaveling nog een concept is, gaan wij ervan uit dat eventuele verdere aanpassingen deze evenwichtige verdeling respecteren.

Daarnaast hebben wij vernomen dat, afhankelijk van mogelijke grondtransacties, het totaal aantal woningen in Haansberg-Oost zal variëren tussen 138 en 145. Dit ziet D66 als positief. In onze eerste termijn hebben wij terecht aandacht gevraagd voor de belangen van huidige bewoners, maar wij hebben ook benadrukt dat het totale aantal woningen niet verder mag dalen. De woningnood is groot, en hoewel onder de insprekers geen woningzoekenden waren, is het belangrijk dat ook hun belang wordt meegewogen.

Bovendien, hebben we begrepen dat wat betreft de parkeerplaatsen die grenzen aan de Haansberg zijde er altijd een groene buffer van 3 meter gehandhaafd zal worden. Dit stemt D66 positief en blijf hierover vooral in gesprek met omwonenden, wat gewenst is.

Afrondend, kan D66 instemmen met het voorstel. Wij danken de insprekers voor hun waardevolle input en de organisatie voor het zorgvuldig beantwoorden van onze technische vragen. Tot slot vertrouwen wij erop dat de gemeente ook in het verdere proces constructief in gesprek blijft met alle belanghebbenden.

Samen Slimmer

Erik zei het volgende over deze startnotitie: Om te beginnen willen we aangeven dat een startnotitie wellicht niet het beste middel is voor deze opdracht. Voor nieuwe ontwikkelingen die we ingekaderd de participatie in willen sturen is de startnotie een heel goed instrument. Voor een ingewikkeld onderwerp als het vinden van manieren om de gemeentelijke financiën te verbeteren was ons inziens beter geweest om een wat bredere discussie te starten die iets minder ingekaderd is. Uiteindelijk is de startnotitie nog snel even langs de werkgroep participatie geweest, maar ons inziens verdiende dit voorstel meer inbreng vanuit de gemeenteraad.
 
1. Kan de raad zich vinden in de participatie-aanpak van dit project
Hier is het antwoord van D66 Etten-Leur duidelijk nee. Voor een gedeelte van de aanpak is de gemeenteraad in de lead, maar heeft hier verder weinig over te zeggen. De vorm en inhoudelijke aanpak is of wordt bepaald door het College of ambtelijk apparaat.
Volgens D66 Etten-Leur moet de discussie veel bredere zijn. We kunnen ons wel focussen op bepaalde thema’s, maar de discussie vooral openhouden. Nu wordt de discussie ingekaderd en ruimte geboden voor andere onderwerpen.
Wij hadden dat dus liever anders gezien.
Voor het bereiken van zoveel mogelijk mensen zien we geen inspanningsverplichting. Het uitzetten van een vragenlijst is wellicht niet voldoende. Gericht mensen hierop wijzen of aanspreken en andere vormen zal ervoor kunnen zorgen dat we inbreng krijgen van een zo’n breed mogelijke samenstelling van de Etten-Leurse inwoners.
 
2. Heeft de raad nog aanvullingen op de procesmatige kaders voor dit project
Het hele proces is gericht op de mensen en organisaties die we al kennen en vaker zien bij participatie trajecten. Waar zijn de wat andere vormen zoals het op bezoek gaan bij een aantal organisaties om op te halen.
Bijvoorbeeld met twee raadsleden een organisatie bezoeken en luisteren naar wat de mogelijkheden zijn. Niet ingekaderd, maar gewoon wat er bij de mensen en organisaties leeft. Er hoeft dan niet uitgelegd te worden waarom de dingen gaan zoals ze gaan, maar zonder oordeel ophalen en later verwerken.
Inwoners moeten ook een afspraak kunnen maken met bijvoorbeeld twee raadsleden om transparant en in een gemoedelijke setting hun ideeën te kunnen delen. Tenslotte zijn er ook goede ervaringen met het bellen van inwoners om hen te vragen of ze ideeën hebben. Dat zou wellicht in deze participatie ronde ook nuttig zijn geweest.
 
3. Ziet de raad voor zichzelf nog een specifieke rol in de participatie
De fractie van D66 Etten-Leur ziet een hele belangrijke taak voor de gemeenteraad. Wij zijn van mening dat de gemeenteraad de buffer moet zijn tussen wat er ingebracht wordt en hoe hier vanuit de organisatie op gereageerd wordt. Ideeën dienen goed geregistreerd te worden. Per ingebracht suggestie moet er een oordeel komen vanuit de organisatie. Dit oordeel dient ook weer gecommuniceerd te worden met diegene die het ingebracht heeft. Wij zien een rol voor de gemeenteraad om hierop toe te zien.