Commissievergadering 18 juni 2025

Op de agenda van de commissievergadering van 18 juni 2025 stonden verschillende onderwerpen: de evaluatie van het burgerberaad, faunatunnels, ruimte voor defensie en de jaarstukken. Onderstaand vindt u onze bijdragen op deze onderwerpen.

Bekijk (delen) van de commissievergadering terug via https://www.drentsparlement.nl/Vergaderingen/Statencommissie/2025/18-juni/09:30.

Evaluatie van het Burgerberaad (door Statenlid Anry Kleine Deters)

Tijdens de bespreking van de uitkomsten van het eerste Burgerberaad hebben we als D66 onze waardering uitgesproken. We zijn positief over het feit dat, zoals afgesproken bij de start, een evaluatie heeft plaatsgevonden en dat deze nu met Provinciale Staten wordt gedeeld. Ook het expliciete benoemen van wat er geleerd is uit deze eerste ervaring vinden we waardevol en verdient wat ons betreft een compliment.

Voor D66 is het essentieel dat het bereik van het burgerberaad zo breed mogelijk is. We willen dat alle groepen in de samenleving zich vertegenwoordigd voelen – en zich betrokken voelen. Daarom vinden wij het belangrijk om expliciet aandacht te vragen voor het verbeteren van de deelname en betrokkenheid van specifieke doelgroepen in een mogelijk vervolg. Dit punt willen we nadrukkelijk als aanbeveling meegeven.

In de evaluatie wordt ook voorgesteld dat Provinciale Staten (PS) én Gedeputeerde Staten (GS) samen zouden moeten besluiten over de opdracht, doelen en kaders van een toekomstig burgerberaad. Wij vinden samenwerking met GS vanzelfsprekend en belangrijk, maar wijzen er wel op dat ‘samen besluiten’ iets anders is. Vanuit onze verantwoordelijkheid als volksvertegenwoordiging vinden wij het wenselijk dat PS leidend blijft in het vaststellen van opdracht en richting. We vragen het college om hierop te reageren.

Voor een eventueel vervolg reiken we graag inspiratie aan in de vorm van een deliberatieve opiniepeiling. Een mooi voorbeeld hiervan is het project Amerika in één kamer uit 2019, dat ook met succes is uitgevoerd in Hong Kong, Chili, Canada en Japan. Deze methode lijkt sterk op hoe we in Nederland met burgerberaden werken en kan waardevolle inzichten opleveren.

Tot slot: het burgerberaad is een waardevol instrument waarmee we als Provinciale Staten collectief kunnen werken aan democratische vernieuwing. Tegelijkertijd blijven we als individuele fracties ook zélf verantwoordelijk om het gesprek met inwoners actief te blijven voeren.

Ruimte voor Defensie (door commissielid Jan Christiaan Hellendoorn)

De provincie Drenthe bereidt een zienswijze voor op de ontwerp-beleidsvisie van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). D66 vindt het goed dat het college deze zienswijze opstelt, maar plaatst kritische kanttekeningen bij de toon en inhoud van het huidige concept.

We realiseren ons dat Nederland lange tijd heeft gedacht dat vrede en veiligheid vanzelfsprekend waren. De realiteit is anders. Onze veiligheid vraagt nu om structurele investeringen, financieel, maar óók in fysieke ruimte. Daarom is het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie nodig.

Hoewel D66 tevreden is dat er een conceptzienswijze ligt, zijn we verbaasd over de eenzijdige benadering. Als het provinciebestuur echt wil meedenken met Defensie, dan is een andere toon en inhoud noodzakelijk. Juist in een gebied als Drenthe zijn er volop kansen om meerdere maatschappelijke opgaven, zoals stikstofreductie, natuurherstel, de toekomst van boeren, in samenhang op te pakken mét regie vanuit de provincie.

Wat D66 betreft is het bovendien een gemiste kans dat de economische mogelijkheden die de komst van Defensie biedt, in de zienswijze volledig onbenoemd blijven. De hernieuwde aanwezigheid van Defensie kan immers banen, innovatie en investeringen opleveren. Dat verdient een plek in de zienswijze.

Een opvallend punt in het stuk is de nadruk op het verlies van landbouwgrond. D66 vindt deze zogenaamde ‘NIMBY’-benadering (Not In My Back Yard) te beperkt. Als provincie moeten we verder kijken dan het eigen erf en meewegen wat er landelijk nodig is. We vragen het college dan ook: waarom kiest u zo nadrukkelijk voor het bezwaar tegen plannen van Defensie op basis van alleen het argument ‘landbouwgrond’?

Daarnaast ziet D66 juist kansen voor natuurherstel wanneer Defensie optreedt als terreinbeheerder. Het Witterveld is hiervan een bewezen goed voorbeeld, zoals ook beschreven in het rapport Natuurwaarden op Defensieterreinen. We vragen het college dit expliciet te benoemen in de zienswijze.

Tot slot hecht D66 aan goed ‘naoberschap’. Uit mediaberichten blijkt dat Defensie in de communicatie richting omwonenden en direct betrokkenen steken heeft laten vallen. Bewoners voelen zich niet gehoord, overleg ontbreekt en er is sprake van dreigende onteigening van een gedenkplek in een privébos. Dit is niet de manier waarop we in Drenthe met elkaar omgaan. D66 dringt er dan ook op aan dat in de zienswijze wordt opgenomen dat we verwachten dat Defensie zich ontwikkelt tot een goede buur. Respectvolle communicatie en transparantie zijn voor ons voorwaarden voor samenwerking.

Samenvattend, D66 blijft zich inzetten voor een toekomstig Drenthe, waarin veiligheid, natuur, economie én inwoners met elkaar in balans zijn.

Jaarstukken (door commissielid Jan Christiaan Hellendoorn)

In april bracht het college trots naar buiten dat het jaarresultaat over 2024 ruim positief uitvalt. D66 vindt die presentatie misplaatst. De financiële cijfers lijken eerder op winstcijfers van een onderneming dan op een verantwoording van publieke middelen. In werkelijkheid is het beeld minder rooskleurig: er werd in 2024 voor ruim €72 miljoen aan begrote middelen niet uitgegeven. Na overhevelingen bleef er alsnog €14 miljoen vrij besteedbaar over.

Volgens D66 is het onaanvaardbaar dat veel plannen en voorstellen in Provinciale Staten strandden op het argument ‘geen geld’, terwijl er uiteindelijk wél ruimte blijkt. Per inwoner van Drenthe is er in 2024 ruim €143 niet uitgegeven. D66 vindt dat dit college tekortschiet in het realistisch en doelgericht begroten. De accountant onderschrijft dit en roept voor het tweede jaar op rij tot verbetering van het ‘voorspellend vermogen’ van de begroting.

De grootste onderbesteding ligt binnen het programma Landelijk Gebied. Juist daar ziet D66 kansen om werk te maken van natuurherstel én het bieden van toekomstperspectief voor boeren. Maar het college wacht liever op landelijke regels. D66 wijst op het voorbeeld van de provincie Gelderland, waar juist wél stappen worden gezet. In een tijd waarin Den Haag bestuurlijk beperkt handelt, is provinciale slagkracht extra belangrijk. Ook voor PAS-melders in Drenthe.

Daarnaast merkt D66 op dat projecten vaak vertragen door gebrekkige uitvoering bij andere partijen, waardoor middelen niet uitgegeven worden. De provincie komt dan nier verder dan cofinancier zonder regie. D66 pleit voor een steviger afsprakenstelsel, zodat verantwoordelijkheden helder zijn en de provincie meer grip krijgt op de voortgang én de besteding van middelen.

Tot slot vraagt D66 aandacht voor de waterkwaliteit. In 2023 haalde geen enkel waterschap in Drenthe de norm voor oppervlaktewaterkwaliteit volgens de Europese Kaderrichtlijn Water. D66 vindt het zorgelijk dat de provincie daar geen duidelijk verbetertraject voor presenteert. We herhalen daarom onze oproep: zet met prioriteit in op waterkwaliteit, zodat Drenthe in 2027 wél voldoet aan de gestelde normen.

D66 verwacht van dit college meer daadkracht, realisme en het lef om te handelen – juist in een tijd waarin Drenthe oplossingen nodig heeft voor urgente opgaven. Middelen zjin er. Nu nog een effectieve inzet.