Door te weinig nieuwbouw in de jaren ’80, ’90 en ‘00, zijn veel jongeren noodgedwongen uit Brummen weggegaan. Er waren simpelweg geen woningen. Ook nu zijn er geen woningen voor jongeren die in Brummen willen blijven of naar Brummen willen terugkomen. Het college is daarom op zoek gegaan naar locaties waar de kern Brummen kan uitbreiden.
Een deel van de raad vond het behoud van het dorpse karakter en de kleinschaligheid van Brummen echter belangrijker dan meer woningen voor de lokale jeugd. Het dorpse karakter is voor veel mensen van buiten een belangrijke reden om hier in de gemeente te komen wonen. Gisteravond was het voor veel raadsleden een belangrijke reden om niet te luisteren naar de oorspronkelijke bevolking die snakt naar woningen voor hun kinderen.
Zelf ben ik ook import. Al eerder schreef ik over de gastvrijheid van Brummenaren en hoe welkom ik mij hier voel. Door te luisteren naar de mensen om mij heen hoor ik de vraag naar woonruimte en zie ik de wanhoop. Als D66’er in hart en nieren wil ik die gemeenschap waar ik in mocht komen wonen versterken en niet beperken. Samen met de fractie van Lokaal Belang hebben we geprobeerd de raad ook te laten luisteren naar die stem, maar het eigen behoud was groter dan de zorg voor de lokale jeugd.
Om de jongeren die willen blijven een plek te bieden, hebben we niet alleen een college nodig die locaties zoekt. We hebben ook raadsleden nodig die niet bang zijn om keuzes te maken, om vooruit te denken, om zaken goed aan te pakken. Want zoals Jan Schaefer, PvdA politicus in de jaren tachtig al zei: in gelul kun je niet wonen.
Daniëlla Magermans
Fractievoorzitter D66 Brummen
‘In gelul kun je niet wonen‘
Reactie op de stemming over de locaties voor woningbouw in de raad van 28 november