Spreektekst
Voorzitter,
In de eerste termijn zal ik me richten op dierenwelzijn in relatie tot landbouwhuisdieren.
Ik zal twee punten uitlichten:
1) het voorkomen van stalbranden en
2) de broodnodige transitie van het landbouw- en voedselsysteem om onnodig dierenleed te voorkomen.
Uit de Risicomonitor Stalbranden van het Verbond van Verzekeraars blijkt dat de afgelopen tien jaar ruim een miljoen dieren zijn omgekomen bij stalbranden. Brabant, met onze intensieve veehouderij, spant daarbij de kroon.
Stalbranden hebben een grote impact. Zowel op de dieren, die hun stal niet kunnen ontvluchten en opgesloten hun verschrikkelijke lot ondergaan, als op de veehouder, die zijn bedrijf in vlammen ziet opgaan.
In Brabant kennen we de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij, de BZV: veehouders kunnen ontwikkelruimte voor de nieuwbouw van stallen verdienen door onder meer te investeren in brandveiligheid. Ik begrijp dat de BZV momenteel wordt doorontwikkeld richting BZV 3.0.
Vraag aan de gedeputeerde: wanneer kunnen we die nieuwe versie verwachten en op welke wijze wordt de BZV aangescherpt om stalbranden te voorkomen?
De BZV geldt voor nieuwe stallen. Welke maatregelen kan de provincie treffen om de brandveiligheid van bestaande stallen te verbeteren? Behoeft de minister van LNV nog aansporing – al dan niet via het IPO – om te komen tot aanscherping van brandveiligheidsvoorschriften, of is de jaarlijkse brandveiligheidskeuring voor alle veehouderijen inmiddels geregeld?
Voorzitter, over mijn tweede punt kan ik kort zijn. De transitie van ons voedsel- en landbouwsysteem is niet compleet voordat ook het landbouwhuisdier een veel betere plek heeft gekregen. Willen we naar een dierwaardige veehouderij, dan moeten we af van de huidige bio-industrie. Daarnaast moeten we volop inzetten op de eiwittransitie en meer plantaardige eiwitten eten in plaats van dierlijke.
Als Brabant daadwerkelijk van dieren houdt, dan moet Brabant minder dieren gaan houden!