Brabant in beweging en bereikbaar

Bij investeringen in mobiliteit staan bereikbaarheid en duurzaamheid bij D66 Brabant voorop. De provincie speelt op het gebied van mobiliteit een belangrijke rol. We zien dankzij een enorme digitale vooruitgang en de (blijvende) gedragsveranderingen als gevolg van de COVID-19 pandemie dat het voor sommige beroepsgroepen makkelijker is geworden om gedeeltelijk vanuit thuis te werken. Hierdoor kan de druk op het wegennet en het openbaar vervoer fors verminderd worden. Daarnaast kunnen flexibelere werktijden ook zorgen voor betere spreiding gedurende de dag. We vragen Brabantse werkgevers dan ook om hun werknemers te stimuleren een gedeelte van de week thuis te werken. 

Bereikbaarheid van het buitengebied met OV is een grote opgave. Marktpartijen haken af en het buitengebied verliest aansluiting. De gevolgen hiervan zijn zichtbaar in het verdwijnen van voorzieningen. Voor verschillende groepen mensen is het daardoor geen optie meer om in het buitengebied te wonen. De provincie kan volgens D66 Brabant juist hier het verschil maken. Door openbaar vervoer en deelmobiliteit te verbinden, kunnen we snellere buslijnen realiseren in het buitengebied. Deze snellere buslijnen en treinverbindingen kunnen we makkelijker bereikbaar houden met bijvoorbeeld (deel)fietsen. Voor groepen mensen waar dit niet voor voldoet, werken we samen met de gemeente voor oplossingen op maat. Denk hier bijvoorbeeld aan mensen met een fysieke beperking of ouderen.

D66 Brabant wil de huidige OV-visie verder uitwerken. Daarbij worden mogelijkheden onderzocht voor verbetering van de railinfrastructuur, waaronder die in noordoostelijk Brabant. In de huidige visie is een goede keuze gemaakt om te werken met ‘OV-hubs’. Dat wil zeggen dat buiten de steden goed bereikbare centra ontstaan van waaruit overstappen naar het OV mogelijk moet zijn. Vanuit de OV-hub kan worden aangesloten naar de steden die in verbinding staan met andere centra. In en tussen de Brabantse steden werken we aan goede en snelle OV-verbindingen, bijvoorbeeld door uitbreiden van het Hoogwaardig openbaar vervoer (HOV)-netwerk en extra stations voor trein of lightrail. Daarbij blijft D66 Brabant inzetten op duurzaamheid. Dat doen we allereerst bij aanbestedingen van het openbaar vervoer. We stimuleren grote innovaties die worden verwacht met schoner en zelfrijdend vervoer.

Wij bieden reizigers meer vormen van deelmobiliteit, bijvoorbeeld via de fiets, elektrische scooters of (deel)auto’s. Deelmobiliteit kan bijvoorbeeld aangeboden worden rondom OV-hubs. Daarbij moeten we samenwerken met de gemeenten om te zorgen dat bijvoorbeeld stallingen en laadinfrastructuur goed geregeld zijn. Dit vraagt om grote investeringen, waarbij D66 Brabant van mening is dat die noodzakelijk zijn voor een schone lucht en een gezonde leefomgeving voor alle Brabanders.

De fiets blijft een belangrijk vervoersmiddel in de weg naar duurzame mobiliteit, bijvoorbeeld voor de afstand tussen OV-hub en bestemming en kort woon-werk verkeer. Daarnaast gelooft D66 Brabant ook dat de opkomst van de e-bike de mogelijkheid biedt om ook de wat langere afstanden per fiets te overbruggen. Het faciliteren en stimuleren van het fietsgebruik vraagt om een opwaardering van de huidige fiets -infrastructuur. Naast de aanleg van snelfietspaden verdient, met het oog op de veiligheid, de aanpassing van oude fietspaden aandacht. In stedelijke gebieden is het gewenst autoverkeer en fietsverkeer zoveel mogelijk te scheiden. Met deze plannen wil D66 Brabant vooruitstrevend zijn in het uitvoeren van het Brabants Toekomstbeeld Fiets. Hiervoor wil zij samen met de Brabantse regio’s lobbyen bij het rijk.

Om de strijd met de auto echt te winnen moeten treinen en bussen zonder fossiele brandstof vaker moeten rijden, ook in de nacht, frequent, op tijd en betrouwbaar. Daarnaast willen we door invoering van een nachtnet experimenteren met streekvervoer en treinen rond sluitingstijd van horeca in de grote steden. Dit verbetert de leefbaarheid van de buitengebieden voor onder andere jongeren en jongvolwassenen en is goed voor de horeca.

We denken en handelen internationaal. Een goede aansluiting op het spoornetwerk van Duitsland en België is voor D66 cruciaal, waarbij ons uitgangspunt is dat reizigers niets mogen merken van de landsgrenzen. De komende periode richten we ons daarom op verdere verbetering van de (inter)nationale spoorverbindingen van Brabant, denk hierbij aan het realiseren van een treinverbinding tussen Eindhoven en Antwerpen/Brussel, Breda en Utrecht, het doortrekken van de snelle verbinding Rotterdam-Breda-Antwerpen met een snelle verbinding naar Eindhoven en een goede verbinding van Eindhoven met Nijmegen (verdubbeling spoorbrug) en Duitsland. D66 Brabant is blij met de treinverbinding naar Düsseldorf via Eindhoven die vanaf 2026 operationeel is.

Echter, D66 Brabant wil het internationaal denken en handelen verder verbeteren. Daarvoor is een goede aansluiting op het spoornetwerk van Duitsland en België is voor D66 cruciaal. De komende periode richten we ons daarom op verdere verbetering van de (internationale) spoorverbindingen van Brabant, denk hierbij aan het realiseren van een treinverbinding tussen Eindhoven en Antwerpen/Brussel, Breda en Utrecht, het doortrekken van de snelle verbinding Rotterdam-Breda-Antwerpen met een snelle verbinding naar Eindhoven en een goede en snellere verbinding van Eindhoven naar Nijmegen (waarbij allereerst te denken valt aan een verdubbeling van de spoorbrug).

De komende jaren gaat, vanwege werkzaamheden aan het Duitse spoornetwerk, het aantal ‘giftreinen’ (treinen met gevaarlijke stoffen) door Brabant fors toenemen.

Het (internationaal) vervoer van gevaarlijke stoffen dient plaats te vinden over tracés die daarvoor zijn bestemd, meer in het bijzonder de Betuwelijn, de grote rivieren en kanalen. D66 Brabant maakt zich grote zorgen over de risico’s voor omwonenden op het gebied van gezondheid, overlast en veiligheid.  De provincie zet zich in richting Rijksoverheid, netbeheerder en spoorvervoerders voor alternatieve routes van de giftreinen die een onaanvaardbaar risico vormen voor de inwoners van Brabant en de woonomgeving. D66 wil een alternatieve oplossing (dedicated spoortraject of zone) in West-Brabant voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en of uitbreiding van buisleidingstraten. De plannen in het programma Hoog Frequent Spoor op het gebied van goederenvervoer dienen hierop te worden aangepast. Toezicht en handhaving dient te worden versterkt.

D66 Brabant wil de infrastructurele problemen in Brabant, die onder andere rondom Eindhoven, Breda, Tilburg, Den Bosch, Helmond en Oss spelen, aanpakken. We kiezen daarbij voor de balans tussen de economische argumenten en de impact op natuur en gezondheid. D66 Brabant is voorstander van de invoering van een limiet van 80 km/uur op de N279 Den Bosch – Veghel, de West-Middenvariant van de N69 en is tegen de Wilhelminavariant (Oost-Westverbinding) bij de Ruit om Eindhoven en is voorstander van een hernieuwde integrale oplossing voor de N279 Veghel-Asten. D66 Brabant geeft de voorkeur aan slimme investeringen in en verbeteringen van bestaande snelwegen, denk hierbij aan de A67 en A58. Deze investeringen zijn ook cruciaal vanwege de sterke groei van de innovatieve maakindustrie in Brabant en de mobiliteit van personen in een aantrekkelijke regio die bereikbaar wil blijven.

Daar waar we investeren in uitbreiding en verbetering van het wegennet wil D66 Brabant dat de provincie inzet op het versneld uitvoeren van Beter Benutten, projecten zoals InnovA58, smart mobility-projecten en andere projecten ter bevordering van de coöperatieve mobiliteit. Denk bijvoorbeeld aan het Smartwayz.NL-programma. Tevens wil D66 Brabant veel meer aandacht voor de veiligheid van provinciale wegen. Er vallen nog altijd teveel (dodelijke) slachtoffers in het verkeer. D66 vindt dat de veiligheid niet gediend wordt door het kappen van bomen langs provinciale wegen.

Het Luchthaven Eindhoven Overleg heeft samen met alle betrokkenen een werkbaar kader opgeleverd voor de toekomstige ontwikkeling van Eindhoven Airport. Die afspraken blijven voor D66 Brabant leidend. Het terugdringen van geluidsoverlast door een stillere vloot, maar zeker ook het kritisch kijken naar het vliegen in de randen van de dag zijn nodig voor het terugdringen van de overlast die Eindhoven Airport veroorzaakt in de regio. Daarnaast kan de provincie een stimulator zijn van innovaties die bijdragen aan een meer duurzame luchtvaart. De ingezette koers wordt wat D66 Brabant betreft gehandhaafd. We vragen de luchtvaart te verschonen, alvorens ze te belonen. Uitbreiding van Eindhoven Airport is, totdat er een duurzame luchtvaart is gerealiseerd, geen optie.

Om het extra autogebruik van en naar Eindhoven Airport terug te dringen, wil D66 Brabant speciale aandacht voor de OV-verbindingen van en naar Eindhoven Airport. Vanuit de rest van Brabant is het op dit moment onmogelijk Eindhoven Airport in de vroege ochtend en de late avond met het OV te bereiken. Als gevolg daarvan lijdt dit tot extra autogebruik door reizigers en vooral ook door medewerkers.