Bijdrage Algemene Beschouwingen 2023
Bas Otting
Hieronder de bijdrage van Bas Otting tijdens de Algemene Beschouwingen.
Fijn om hier te staan en fijn om te beginnen met een positieve noot. Het college en onze medewerkers hebben uitstekend werk geleverd bij het opstellen van deze kadernota. Deze prestatie verdient een groot compliment en dat doe ik dan ook vanuit de grond van mijn hart.
Vanuit onze partij, D66, zien we deze kadernota als een bemoedigende, goede stap voorwaarts. Het voelt nog steeds alsof we een zware, financiële last met ons meedragen. Maar we zijn eerlijk aan de slag gegaan en we hebben een belangrijke mijlpaal bereikt. Het eerste honk.
We zien nu een plan ontstaan voor een meer zorgvuldige begroting, een die niet alleen focust op het nu, maar ook rekening houdt met de toekomst. Dat betekent onder andere dat de extra inkomsten in 2026 en 2027, op een verstandige manier opzij gezet worden. Dit soort financieel verantwoord gedrag vormt de kern hoe wij naar financiën kijken en het is goed om dat in de praktijk te zien.
Wat betreft onze eigen organisatie, vind ik het hartverwarmend om te zien hoeveel inspanningen er worden geleverd om de kosten onder controle te krijgen. De nota belooft zelfs nog een extra bedrag besparingen voor volgend jaar. Dat is fantastisch nieuws, maar we willen wel graag meer inzicht in hoe dat dan precies wordt gerealiseerd. Het is belangrijk dat we ons als organisatie houden aan dezelfde normen die we aan anderen stellen. Dat betekent een actieve bijdrage aan de kostenvermindering.
Onze organisatie blijft an sich ook aandacht vragen. We maken ons zorgen over de voortgang van de reorganisatie, daar is nog veel te doen. We vragen ons af in hoeverre die reorganisatie gaat bijdragen aan de verlaging van de kosten.
Bij het doornemen van de kadernota zien we dat de krijtlijnen voor de toekomst helder zijn. Er is veel aandacht voor detail – wat natuurlijk te prijzen is – maar we willen iedereen eraan herinneren dat we ook het bredere plaatje niet uit het oog mogen verliezen. De details zijn de bomen, maar we moeten toch ook echt het bos blijven zien.
Niet alles gaat zoals gepland – dat zien we elke dag – en onze duurzaamheidsagenda is daar helaas een goed voorbeeld van. Onze financiering vanuit het cdoke is een startpunt, maar we moeten onze daadkracht tonen en een duidelijke strategie volgen. Het gaat om meer dan alleen het uitvoeren van de RES en wachten op overheidsgeld.
Laten we ons bijvoorbeeld afvragen of we onze energiedoelen wel kunnen bereiken met alleen zonnepanelen. Die vraag stel ik dan ook aan het college.
We zijn blij met de stappen die gezet zijn, maar we zijn er nog lang niet. Daarom roepen we het college weer op om met concrete en ambitieuze plannen te komen. Plannen om de energietransitie en CO2-reductie te versnellen. En als we het dan toch over energie hebben – we zien een verhoging van de energiekosten van de gemeente voorbijkomen, die is toch wel groen hoop ik?
Om de duurzaamheidsgelden te beschermen zal D66 een voorstel indienen om de deze niet aan te wenden voor de WKO-problematiek. We moeten bewust zijn dat we geld dat we bestemmen zo effectief mogelijk inzetten op dat doel. We zullen daar dus een andere dekking voor moeten vinden.
Een ander belangrijk punt is de woningbouw, de woningvoorraad moet groeien. Onze starters hebben recht op een huis. We moeten er zijn voor mensen die met spoed een huis nodig hebben en voor statushouders. Tijdelijke woningen kunnen daarin een snelle bijdrage leveren.
We willen er wel voor zorgen dat onze inwoners betrokken blijven bij het proces. Tijdelijke woningen zijn nuttig en belangrijk. We moeten er tegelijk voor zorgen dat ze niet ten koste gaan van inspraak en betrokkenheid van de mensen die het raakt. We vragen het college dan ook om ook bij tijdelijke woningen een vorm van participatie op te zetten.
Het onderwijs gaat ons aan het hart. We moeten actief werken aan het aanpakken van onderwijsachterstanden en we zijn benieuwd hoe het staat met de plannen daarvoor. Onderwijs is altijd meer dan alleen het bieden van adequate huisvesting en sportmogelijkheden – het gaat om de toekomst van onze kinderen.
Een speciaal woord van lof voor het werk dat is verricht op het gebied van schuldhulpverlening. De nieuwe medewerkers binnen onze organisatie laten zien dat het anders kan. We vinden het essentieel om organisaties als Ferm werk te laten zien dat een benadering waarin de mens als geheel centraal staat, werkt.
Over de kostenverhogingen in de leges hebben we zorgen.
Het begraven van onze dierbaren bijvoorbeeld, dat is een recht en geen privilege. Toch zien we die kosten omhoog gaan. Wat we van het college vragen, is om de raad voorstellen te geven en breder te kijken dan alleen kostenverhogingen. Laten we nou creatief zijn. Misschien kunnen we bijvoorbeeld het grafrecht terugbrengen van 30 naar 20 jaar, dan dalen ook de kosten. Er moeten meer manieren zijn om deze kosten dekkend te maken dan alleen de tarieven te verhogen.
Daarnaast hebben we onze bedenkingen over het verhogen van de afvalstoffenheffing voor alleenstaanden. We moeten ons bewust zijn van de uitdagingen van die groep, die hebben vaak hogere kosten en een lager inkomen. Het is niet eerlijk om hen nog zwaarder te belasten. Vanuit D66 zullen we dan ook een amendement indienen om dit aan te kaarten.
Dan over de ondernemers. We hebben vorig jaar afgesproken de onroerendezaakbelasting met 12,5% boven de inflatie te verhogen. We snappen dat. We steunen dat beleid. We zien dat het nodig is om de begroting sluitend te krijgen. Maar laten we niet vergeten dat er een balans moet zijn tussen de baten en de uiteindelijke lasten. Laten we in de toekomst kijken hoe we meer kunnen betekenen voor onze ondernemers. Ze zitten vol met duurzaamheidsambities en D66 ziet hier een mooie kans om duurzaamheid en economie in één keer te stimuleren.
De gemeente gaat ook aan de slag met de subsidies. Het is goed dat de Raad het subsidieplafond gaat vaststellen. Organisaties die subsidie ontvangen, moeten natuurlijk ook verantwoording afleggen.
Bij het doorbladeren van de kadernota, zien we een paar voorbeelden waarbij we onze wenkbrauwen fronsen. We vragen ons af of deze wel passend waren. Maar in ieder geval, laten we zorgvuldig zijn bij het toekennen van subsidies en het algemene belang van de ontvangers niet uit het oog verliezen.
Afsluitend, We hebben, zoals ik lees, het eerste honk bereikt. Nu moet ik toegeven, ik ben geen expert in sportmetaforen, maar ik begrijp uit de context dat dit positief is. Ik heb het uitgezocht: Er zijn nog twee honken te gaan voordat we thuis zijn. En dan nog acht innings en dan nog de rest van de competitie. Wij, onze kinderen, kleinkinderen hebben nog vele wedstrijden voor de boeg. Het draait allemaal om de lange termijn – financiën, onderwijs, duurzaamheid woningen. Een goede eerste inning betekent niet dat we de wedstrijd al hebben gewonnen. Aan de slag.