Interview met Pim van Dam: Meer aandacht voor het MBO bij D66

Graag laten we de persoon achter de politicus zien. Rogier Verkroost interviewt Pim van Dam over wat hem drijft. Wie hij nog meer is dan enkel een burgercommissielid in Alphen aan den Rijn. En ook waarin hij afwijkt van de gemiddelde Nederlander.  



Hoe kwam je ooit bij D66 terecht?

Dat begon toen ik op het MBO zat om onderwijsassistent te worden. In die periode kwam mijn school zwaar in de financiële problemen en dreigde failliet te gaan. Als student voelde ik me betrokken en ging me ermee bezig houden. Zo kwam ik uiteindelijk in de studentenraad, waarvan ik een tijdje voorzitter was. In die periode had de politiek veel belangstelling voor wat er met onze school gebeurt was. Daardoor hebben we veel met kamerleden van diverse partijen gesproken.
Door wat er gebeurde met mijn school werd mijn interesse in de politiek gewekt. Ik zag namelijk dat de beslissingen daar verregaande gevolgen hebben. Bovendien wilde ik na het behalen van mijn diploma ook actief blijven in de medezeggenschap. Ook met de onderwijswethouder van Leiden, lid van D66, had ik een gesprek. Dat vond ik een erg prettig gesprek en dat overtuigde me dat D66 mijn partij is. Principes als veel aandacht voor het onderwijs en de overtuiging dat iedereen mag zijn wie die is, zorgen dat ik me bij onze partij thuis voel.  Begin 2017 werd ik lid.

Als lid van de partij kwam ik bij de werkgroep MBO terecht. Die onderwijsvorm kreeg nooit veel aandacht en ik vond dat ik het verschil kon maken door mijn eigen MBO-achtergrond. Als werkgroep hebben we wel wat bereikt. Onze teksten zijn bijna integraal in het verkiezingsprogramma terecht gekomen. Ik werd ook actief bij de Jonge Democraten. Dat is ook een bolwerk van academici en ik had het gevoel me daar wel een beetje te moeten bewijzen. Maar ook daar is nu meer aandacht voor het MBO. Voor D66 in Alphen aan den Rijn was ik al actief in campagnes. Maar voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 vond ik dat ik naar voren moest stappen. Om jongeren en mensen met een MBO-achtergrond te vertegenwoordigen. Daardoor heb ik nu een positie als burgercommissielid. Daar kan ik als geschiedenisliefhebber ook bezig met mijn interesse voor erfgoed.

Wie is Pim van Dam in zijn privéleven?

Ik ben 26, ik ben vrijgezel, en woon met mijn ouders, mijn zusje en onze hond in Boskoop. Na het MBO heb ik doorgeleerd voor docent geschiedenis. Ik ben nu werkzaam als docent Mens en Maatschappij op een Rotterdamse vmbo-school in Kralingen-Krooswijk. Dat vak is een samensmelting van aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer. Het is een diverse school met leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.

Als ik niet met werk of politiek bezig ben, dan wandel ik met de hond of borrel ik graag met mijn vrienden. Voor de beweging loop ik graag hard en ik ben ook een liefhebber van fietsen geworden. Ik maak graag tochten door ons mooie Groene hart. Maar ik ben natuurlijk ook een geschiedenisnerd. Ik heb een museumjaarkaart waar ik veel gebruik van maak.

Wie in de politiek zie jij als voorbeeld?


Waar het gaat om iemand die dichtbij staat dan is dat voor mijn Paul van Meenen. Ik heb veel respect voor wat hij allemaal op onderwijs heeft betekent. Ik heb ook veel met hem samengewerkt rondom de werkgroep MBO. Ik kom hem nog altijd vaak tegen en het is een erg gezellige vent. Ik kan hem ook altijd om advies vragen.
Kijk ik meer naar de geschiedenis en het buitenland, dan kom ik bij Robert Kennedy uit. Wat een progressief baken was die man. Hij had enorm veel oog voor minderheden en voor mensen in armoede. Ik kan iedereen de docu “Bobby for president” aanraden. Als je ook naar de beelden van zijn begrafenis kijkt. Al die mensen die langs het spoor stonden om afscheid van hem te nemen. Dat was fantastisch om te zien.

Welk boek kun je iedereen aanraden?


Ik heb er twee die in aan kan raden. De eerste is ‘Wankel Koninkrijk’ van Tim de Wit. Dit boek speelt zich af in het Verenigd Koninkrijk in de periode rondom het Brexit-referendum. Tim de Wit werkte daar toen als correspondent voor de NOS en heeft een verslag gemaakt van wat hij er allemaal meemaakte. Als je eenmaal aan dat boek begint dan wil je blijven lezen.

Als groot geschiedenisliefhebber kan ik ook het boek “Beter wordt het niet” van Caroline de Gruyter aanraden. Dit boek trekt een vergelijking tussen de Europese Unie en het Habsburgse Rijk. Zeer interessant. De foto’s geven ook een mooi beeld hoe dat rijk er ongeveer uit moet hebben gezien. Normaal moet ik voor zo’n boek altijd even gaan zitten. Maar bij deze was het geen enkele moeite.



Waarin wijk jij af van de norm?

Als ik binnen D66 kijk dan zijn mensen met een MBO-achtergrond zoals ik toch nog vrij zeldzaam. Ik merkte toen ik lid werd, dat er een tamelijk academische sfeer binnen de partij hangt. Had wel het gevoel me te moeten bewijzen. Gelukkig is de MBO-werkgroep erg effectief gebleken. Onze punten warden bijna integraal in het programma opgenomen en er is in de partij meer aandacht voor het MBO.

Wat is het grootste probleem in Alphen aan den Rijn?

Ik denk wel woningbouw. Of in ieder geval het gebrek aan woningen voor starters. Gelukkig komt nu eindelijk de uitbreiding bij de Gnephoek in zicht. Een ander belangrijk probleem blijft dat we in een samengestelde gemeente wonen. De samenvoeging van de verschillende gemeenten is nog niet zo heel lang geleden en dat merk je nog steeds. De kernen leven nog behoorlijk langs elkaar heen. De gemeente wordt in Zwammerdam anders beleefd dan in Boskoop. Daarom vind ik democratische participatie zo belangrijk. Je wilt dat iedereen zich gehoord voelt.

Wat zou je nog willen bereiken in je functie?

Het zou mooi zijn als het me lukt om jongeren meer te betrekken bij de gemeente. Daar moet echt nog wel wat voor gebeuren. Ook focus ik me nu op de erfgoedvisie. Het is een onderwerp naar mijn hart. Ik kijk daarbij dan ook naar de verbinding met onderwijs. Het zou mooi zijn als we gastlessen over ons erfgoed in het onderwijs zouden kunnen regelen.