Sociale voorzieningen: we laten niemand vallen

Het is voor mensen belangrijk dat ze zoveel mogelijk zelf de regie kunnen nemen en houden in hun leven en dat ze keuzes kunnen maken die bij hen passen. De gemeente ondersteunt hierbij.

Iedereen kan in een situatie terechtkomen waarin grip op het leven is verminderd of verdwenen. Mensen komen er zelf niet meer uit. Steun bieden in deze situatie, zodat mensen zelf weer de regie kunnen pakken, is belangrijk om hen (opnieuw) geluk en levensplezier te laten ervaren. D66 vindt dat iedereen recht heeft op een nieuw perspectief. Onze slogan ‘we laten iedereen vrij, maar niemand vallen’ past bij uitstek op het terrein van welzijn en zorg.

Richt sterke sociale voorzieningen in

D66 vindt het belangrijk dat inwoners zeggenschap hebben en houden over hun persoonlijke situatie. De ondersteuning en hulpverlening die de gemeente organiseert sluit aan op wat mensen zelf kunnen en zal altijd aanvullend zijn. De gemeente heeft de opdracht samen met de inwoner een oplossing te zoeken die in zijn situatie de meest optimale is. Dat vraagt uiteraard om maatwerk.

D66 gelooft in een sterke sociale basis en wil daarin investeren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan goede onderwijs(huisvesting), sportvoorzieningen en culturele voorzieningen. We vinden dat deze in de buurt moeten liggen en toegankelijk moeten zijn. Het aanbod moet iedereen iets aantrekkelijks kunnen bieden. D66 is ervan overtuigd dat inwoners in veel gevallen minder (dure) zorg nodig hebben, wanneer deze voorzieningen goed functioneren. Dit soort preventieve activiteiten verdient daarom veel aandacht.

Geen bureaucratie

Voorzieningen moeten in de buurt, toegankelijk en laagdrempelig zijn. Inwoners die behoefte hebben aan ondersteuning of zorg kunnen dit melden bij het Serviceplein in het gemeentehuis, in de wijk- en buurthuizen, de bibliotheek of op andere plekken waar wijkteams actief zijn. Het mag niet uitmaken waar een inwoner zich aanmeldt of wordt aangemeld. Een aanmeldlocatie kan weliswaar eigen administratieve procedures hanteren, maar moet wel in staat zijn de aanmelding intern (‘achter de voordeur’) naar de juiste ondersteuner of hulpverlener door te leiden.

D66 wil dat het aanbod aan hulp en zorg samenhangt: alleen dan kan het onderling goed afgestemd zijn. De vraag naar ondersteuning en zorg van inwoners past vaak niet precies in één wet, of in een bepaalde leeftijdscategorie. D66 wil voorkomen dat inwoners tussen wal en schip vallen, omdat hun problematiek niet precies in een hokje past: zorgvragen houden zich immers niet aan wetten. We willen dat bereiken door professionals veel ruimte te geven, zodat ze zelfstandig besluiten kunnen nemen die gebaseerd zijn op de menselijke maat. Daarbij helpt het, wanneer collega’s en andere medewerkers in welzijn of zorg vanuit een gedeelde visie werken. Dit vereenvoudigt de samenwerking en vergroot de kans inwoners hulp en zorg te bieden die goed bij hun omstandigheden past. Denk bij samenwerking bijvoorbeeld aan de aanbieders van preventieve activiteiten, de huisartsen, de aanbieder(s) van jeugdhulp, hulpmiddelen en huishoudelijke hulp.

D66 wil dat een optimale overgang wordt geregeld voor jongeren die 18 zijn geworden en dus volwassen zijn. Zij zijn voortaan aangewezen op ondersteuning op basis van andere wetten dan de Jeugdwet.

Integrale aanpak van jeugdhulp

In een integrale aanpak wordt alles wat voor iemand van belang is meegenomen en afgewogen. D66 wil in de ondersteuning bij opvoeden en opgroeien dat partners vanuit een gezamenlijke visie samenwerken. Het gebeurt nog te vaak dat bijvoorbeeld huisartsen de behoefte aan hulp van kinderen en ouders anders beoordelen dan de uitvoerders van de jeugdhulp. Dit vinden we een onwenselijke situatie, omdat het daardoor langer kan duren voordat passende zorg wordt aangeboden.

Uit onderzoek blijkt dat de wijkteams niet altijd de juiste doelgroep bereiken. De inzet richt zich nogal eens op de minder ernstige problematiek, terwijl het deel van de jeugd dat wel ernstige problemen heeft, niet of onvoldoende wordt bereikt en geholpen. Dit moet anders. Bijvoorbeeld door hulp aan onze jeugd te organiseren op plekken waar ze het vaakst zijn. Dat betekent dat D66 actief en blijvend wil investeren in jeugdhulp in het onderwijs. Hierdoor valt een kind of jongere met behoefte aan jeugdhulp eerder op. Dit vergroot de kans dat behoefte aan hulp tijdig wordt opgemerkt en verbetert toegang voor jeugdigen, ouders en docenten. Tevens vergroot dit de kans dat behoefte aan hulp tijdig wordt opgemerkt. Dat kan voorkomen dat jeugdigen later langdurige en dus dure zorgtrajecten nodig hebben.

Verder vindt D66 het belangrijk dat de gemeente in de wijken herhaaldelijk een gesprek organiseert tussen kinderen, jongeren, hun ouders en de instellingen die werkzaam zijn op het terrein van welzijn en zorg. Dit gesprek moet gaan over ieders verwachtingen en mogelijkheden. Opvoeden en opgroeien is primair de verantwoordelijkheid van de ouders, maar wanneer dit niet lukt vindt D66 dat hier een gezamenlijke verantwoordelijkheid ligt. Hoe die verantwoordelijkheid ingevuld kan worden, moet voor iedereen duidelijk zijn en is daarom onderwerp van gesprek.

Aandacht voor preventie en gezondheid

Preventieve activiteiten hebben als doel de inzet van duurdere zorg te voorkomen. Preventie kan ook verergering van bestaande problemen voorkomen: denk bijvoorbeeld aan opgroeien in armoede, thuisloosheid, of zonder diploma het onderwijs verlaten. Een breed aanbod van preventieve activiteiten zorgt ervoor dat mensen grip houden op hun leven, niet eenzaam worden en gezond(er) leven.

D66 zal de komende jaren actief volgen hoe verleende subsidies in welzijn en zorg worden besteed. Voorkomen moet worden dat aanbieders gelijksoortige activiteiten voor dezelfde doelgroepen gaan organiseren. Ook dient te worden gestimuleerd dat aanbieders hun aanbod onderling afstemmen.

Een gezonde samenleving vraagt niet alleen om voldoende zorg en ondersteuning voor inwoners, maar ook om het stimuleren van een gezonde levensstijl. Verantwoord sporten zorgt er in het algemeen voor dat de druk op het gezondheidsstelsel afneemt. D66 vindt het belangrijk dat sportvoorzieningen laagdrempelig toegankelijk zijn en dat inwoners worden gestimuleerd gezond te eten. Daarom willen we dat mensen die van een minimum leven in aanmerking komen voor steun van de overheid om gezond voedsel te kunnen kopen en te kunnen sporten. D66 wil een subsidieregeling in het leven roepen, met daarin waarborgen dat het budget daadwerkelijk voor deze doelen wordt ingezet.

Ruimhartig armoedebeleid

Meedoen in de samenleving is moeilijk wanneer je onder of op de armoedegrens leeft. Voor het verbeteren van de leefsituatie in deze groep zijn we sterk afhankelijk van landelijk beleid, maar in de inkomensondersteuning bestaan ook gemeentelijke regelingen. Helaas blijkt nog geen vijftig procent van de mensen voor wie deze ondersteuning is bedoeld hiervan gebruik te maken. Soms zijn regelingen te onbekend, maar we horen ook dat de aanvraagprocedure te ingewikkeld wordt gevonden. D66 streeft er daarom naar inkomensregelingen te vereenvoudigen, zodat iedereen die er recht op heeft toegang kan krijgen. Binnenkort zal een onderzoek van de Rekenkamer Alphen aan den Rijn verschijnen. In dit onderzoek is het minimabeleid in een aantal gemeenten vergeleken. D66 wil op basis van de resultaten voorstellen doen om binnen de beperkte mogelijkheden van het landelijke beleid toch zoveel mogelijk mensen te ondersteunen.

Zorg voor ouderen

De ouderenzorg in Alphen aan den Rijn is in grote lijnen op orde. Maar D66 vraagt wel meer aandacht voor de fase die daaraan voorafgaat. Wie let er op de ouderen die zelfstandig wonen en zelfredzaam lijken, maar feitelijk hulpbehoevend of eenzaam zijn en bij wie dit niet wordt opgemerkt? Het vraagt inzet en creativiteit om het netwerk van ouderenzorg aan de voorkant uit te breiden, zodat we ook hier niemand laten vallen. Deze taak voor betrokkenen, vrijwilligers en professionals wil D66 graag versterken.

Beeld: D66