Deel 6 van reeks bezoeken aan gemeenschappelijke regelingen: Don’ts bij omgevingsdienst

Gemeenschappelijke regelingen. Er zijn er steeds meer. Het gaat om zaken die regionaal geregeld worden, door een eigen bestuur. Klinkt in eerste instantie wellicht goed, maar de controleerbaarheid van deze organen is ver te zoeken, net als het democratische gehalte ervan. Henk Klösters van D66 Vught bezoekt vergaderingen van dergelijke organen waar Vught in zit. De vergaderingen zijn immers openbaar, maar niemand die er op af komt. Henk doet hier verslag van vergaderingen van de Omgevingsdienst Brabant-Noordoost (ODBN), de Veiligheidsregio Brabant-Noord en de GGD die hij bezoekt. Hij zat net als bij deel 1, 4 en 5 weer op de publieke tribune, bij een vergadering van de Omgevingsdienst Brabant-Noordoost.

De don’ts

Opnieuw een vergadering, de eerste in 2016, van de Omgevingsdienst Brabant-Noordoost (ODBN) bijgewoond, ditmaal een thuiswedstrijd. Normaliter worden er drie hooguit vier algemene bestuursvergaderingen van een gemeenschappelijke regeling per jaar gepland. Maar bij de ODBN is dat anders, er zijn dit jaar maar liefst zes vergaderingen. Je zou kunnen denken, dan zal het ook wel nodig zijn. En dat klopt: de uitvoering van deze gemeenschappelijke regeling komt niet van de grond. Ligt dat aan het feit dat de vertegenwoordiger van de grootste stad in de regio het menig maal laat af weten? Ook deze keer schitterde Den Bosch door afwezigheid. Of ligt het aan de provincie, de grootste financier, die zich niet mengt in de discussies? De gedeputeerde is wel aanwezig maar daar is dan alles ook wel mee gezegd. Wie pakt uiteindelijk het voortouw, want dat is wat node wordt gemist. Al heel snel blijkt dat het een moeizame vergadering gaat worden. Heel lang tijd wordt stilgestaan bij het verslag van de vorige vergadering met als gevolg een herhaling van zetten. Een noodzakelijk algemeen draagvlak voor de omgevingsdienst is nog ver weg. Blijkt maar weer dat ODBN in deze fase nog heel kwetsbaar is. De financiële vertaalslag naar de individuele gemeentes is nog niet gemaakt. De gemeentes die het minst aan diensten afnemen klagen het hardst over het magere resultaat. Je moet maar durven. De eerste verkenning van de jaarrekening 2015 pakt voor het dagelijks bestuur gelukkig niet slecht uit. Godzijdank houdt de ODBN iets over, anders waren de rapen gaar. Dit is te danken aan de bereidwilligheid van de provincie die aanzienlijk meer omzet heeft gecreëerd als was voorzien. De geprognotiseerde afname in 2016 van de extra gevraagde uren door de provincie gaat ongetwijfeld een financieel tekort op leveren.  De aanwezige kennis wordt onvoldoende gebruikt door de aangesloten gemeentes en daar was de samenwerking nu net voor bedoeld. De sympathie voor de ODBN ontbreekt.

Het begint op een Poolse Landdag te lijken

Het verloop van de vergadering, doet me denken aan Brexit. De Engelsen roepen steeds dat ze willen opstappen uit de EU. Boekel laat opnieuw weten dat ze het liefst helemaal niet meer meedoen aan deze opgelegde gemeenschappelijke regeling. Ze zouden maar wat graag op willen stappen. Daarbij gesteund door de nieuwe afgevaardigde van de gemeente Sint-Anthonis. De wethouder zet meteen de toon, ze geeft aan dat thuis de gemeenteraad mordicus tegen besluiten is die in de Algemene Bestuursvergadering worden genomen. We mogen van haar geen positieve bijdrage verwachten. Dat is pas een binnenkomer. Er is sprake van een patstelling. Men gaat het pad op van arbitrage. Het begint inmiddels op een Poolse Landdag te lijken, de tegenstanders blijven zich herhalen en de voorzitter doet zijn best om de vergadering tot een goed einde te brengen. Er volgt een inhoudelijke discussie die niet is samen te vatten. Is het niet beter om twee vergaderingen te houden een voor de Do’s en een voor de Don’ts. Twee jaar na de besluitvorming om 25 regionale omgevingsdiensten in Nederland te installeren zijn het de Don’ts die als zeer recalcitrante vertegenwoordigers de voortgang blokkeren. De rit naar huis gebruik ik om af te kicken.

Cultuurverschil

ODBN staat niet op zich. In Nederland bestaat een stelsel van Omgevingsdiensten (de zogenoemde regionale uitvoeringsdiensten) die belast zijn met uitvoeringszaken op het terrein van het omgevingsrecht, vastgelegd in de omgevingswet. Met deze nieuwe wet verandert de regulering van de fysieke leefomgeving ingrijpend. De omgevingswet wordt volgens planning in 2018 officieel van kracht. Waarom lukt het, het bestuur maar niet, de wethouders tijdens de vergadering op een lijn te krijgen? De deelnemers worstelen met het fenomeen ODBN. Het is duidelijk dat er nog een lang cultuurtraject moet worden afgelegd voordat er inhoudelijk vergaderd kan worden. De verbinding tussen ODBN met de deelnemende gemeenten en provincie is ver weg. Ligt dat aan de wethouders? Zouden raadsleden als vertegenwoordigers van de gemeente meer voor elkaar krijgen? Zie ook: Wet gemeenschappelijke regeling (Wikipedia) – Deel 5 van reeks bezoeken aan gemeenschappelijke regelingen: wederom de ODBN (23-12-2015) – Deel 4 van reeks bezoeken aan gemeenschappelijke regelingen: De ODBN is niet populair (9-12-2015) – Deel 3 van reeks bezoeken aan gemeenschappelijke regelingen: de GGD (24-4-2015) – Deel 2 van reeks bezoeken aan gemeenschappelijke regelingen: de Veiligheidsregio: Broodjes vergadering Veiligheidsregio Brabant-Noord half uur eerder dan gepland (14-4-2015) – Deel 1 van reeks bezoeken aan gemeenschappelijke regelingen: beschamende bijeenkomst Omgevingsdienst (17-2-2015) – Weinig vertrouwen in toekomstplannen van de Omgevingsdienst (6-4-2015) Reacties? – [email protected]