Unanieme steun voor motie om huishoudelijke ondersteuning onder te brengen bij de bijzondere bijstand

Tijdens de begrotingsraad op 5 november heeft  D66Velsen  het college opgedragen om samen met andere gemeenten en VNG te onderzoeken om de groei van de inzet huishoudelijke ondersteuning in te dammen. Dit door huishoudelijke ondersteuning bij bijzondere bijstand onder te brengen.

De invoering van het abonnementstarief, per 1 januari 2019, leidt aantoonbaar tot een aanzuigende werking op Wmo-ondersteuning, vooral huishoudelijke ondersteuning. Vanuit het Rijk worden de kosten niet volledig gecompenseerd. Uitkomsten van recent verschenen monitoringsrapportage abonnementstarief Wmo (oktober 2020) toont een sterke groei aan in het beroep op de Wmo met name hulp bij het huishouden, die zich vooral manifesteert in hogere inkomensgroepen. Ter illustratie: uitkomsten bij de laagste inkomensgroep is in de vraag naar ondersteuning ongeveer 0%, bij de hoogste inkomensgroepen loopt dit op tot bijna 80%. In Velsen heeft de invoering van het abonnementstarief dit jaar geleidt tot een oplopende extra kostenpost van € 450.000 (2de bestuursrapportage 2020).

Om de kosten van de Wmo en huishoudelijke ondersteuning meer onder control te krijgen en de gevolgen van de hoge uitgave door het abonnementstarief het hoofd te kunnen blijven bieden, is het de wens om te onderzoeken of de huishoudelijke ondersteuning onder de bijzondere bijstand te brengen valt. Het schoon en op orde houden van het huishouden en het kunnen beschikken over schoon beddengoed en schone kleding moeten daarbij als ‘algemeen gebruikelijke voorzieningen’ worden aangemerkt. Als inwoners echt niet in staat zijn om een huishouden draaiende te houden en niet over voldoende financiële middelen beschikken om dit te regelen, kan een beroep op de bijzondere bijstand worden gedaan. Bij de beoordeling van een aanvraag voor de bijzondere bijstand kan de gemeente wel naar het inkomen kijken; bij het Wmo-abonnementstarief kan dat niet.

Met deze motie draagt de Raad het college op om samen met andere gemeenten en de VNG in gesprek te gaan met het Rijk en de Tweede Kamer met als doel:
a. huishoudelijke ondersteuning als algemeen gebruikelijke voorziening c.q. ondersteuning aangemerkt te krijgen en daarmee uit het takenpakket van de Wmo te halen;
b. landelijk de hiermee gepaard gaande financiële budgetten over te hevelen van de Wmo naar de bijzondere bijstand;
c. tussen het Rijk en de gemeenten nadere afspraken te maken over de wijze waarop huishoudelijke ondersteuning als algemeen gebruikelijke voorziening geborgd wordt in het kader van het verstrekkingenbeleid bijzondere bijstand.