Zet afspraken klimaattop Parijs om in daden

Klimaatverandering is een wereldwijd probleem en dat vraagt om een wereldwijde oplossing. Van 30 november tot en met 11 december 2015 vindt in Parijs de eenentwintigste jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties plaats.

Namens D66 zijn Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy, Tweede Kamerlid Stientje van Veldhoven, wethouder te Rotterdam Pex Langenberg en de Amsterdamse wethouder Abdeluheb Choho bij de top aanwezig. D66 heeft vijf doelstellingen opgesteld voor de klimaattop in Parijs. Samen afspraken maken is stap één. D66 wil dat landen ook concrete maatregelen treffen om actie te ondernemen. Kies voor kansen Er lijkt nu een tegenstelling te zijn tussen aan de ene kant diegenen die klimaat en milieu zien als een bedreiging voor ons bedrijfsleven, onze economie en onze levensstandaard. Aan de andere kant zijn er diegenen die juist een bedreiging zien voor onze gezondheid, toekomst en planeet. We moeten ons denken niet laten bepalen door bedreigingen, maar een brug slaan en de kansen benutten. Stientje van Veldhoven: “We moeten het debat over klimaatverandering niet laten gijzelen door de klassieke links-rechts tegenstellingen. Voorkomen dat het klimaat drastisch verandert, betekent zorgen voor veiligheid en het tegengaan van vluchtelingenstromen. Maar het betekent ook schone lucht in onze steden, een lagere energierekening en  nieuwe kansen voor economische groei. Nederland heeft alles in huis om op deze wereldwijde veranderingen in te spelen en koploper te zijn. Dát is waar we elkaar toch moeten kunnen vinden.” Bedrijven willen vergroenen “Concrete en heldere klimaatafspraken in Parijs zijn van groot belang voor het bedrijfsleven”, aldus Gerben Jan Gerbrandy. “Investeerders hebben duidelijkheid nodig, zeker als het gaat om grote energieprojecten en infrastructuur. Een internationaal klimaatakkoord zal wereldwijd tot hogere CO2-prijzen leiden. Voor de eigen concurrentiepositie is het dus cruciaal dat Europa en Nederland de transitie naar een CO2-arme economie versnellen.” Naast woorden ook de daden D66-wethouder te Rotterdam Pex Langenberg: “Om de klimaattop tot een echt succes te maken is het belangrijk dat de afspraken ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. D66 wil naast de woorden, ook de daden.” De Amsterdamse wethouder Abdeluheb Choho: “Steden spelen hierbij een cruciale rol. Met meer ruimte in regelgeving kunnen juist in de steden abstracte doelen worden omgezet in concrete resultaten.” D66 heeft vijf doelstellingen opgesteld: 1. Bindende afspraken Het klimaatakkoord moet bindend zijn, zodat we erop kunnen vertrouwen dat de afspraken wereldwijd ook echt worden nageleefd. Ook voor het verkrijgen van investeringszekerheid voor het bedrijfsleven zijn bindende afspraken belangrijk. Een volledig bindend en ratificeerbaar internationaal akkoord is niet waarschijnlijk. Met name de Verenigde Staten zullen daar niet mee in stemmen. Maar dat betekent niet dat we het daarbij moeten laten. D66 wil dat de deelnemende landen aan het klimaatakkoord de toezegging doen de afspraken om te zetten in nationaal bindende wetten en maatregelen. 2. Volledig duurzaam in 2050 D66 ziet ook graag dat er in Parijs een duidelijke afspraak komt over waar we op de langere termijn naartoe werken. Regeringen moeten vastleggen dat de wereldeconomie in 2050 volledig duurzaam en koolstofvrij moet functioneren. Dit zal richting geven aan verdere klimaatafspraken en geeft bedrijven, banken en investeerders de nodige duidelijkheid. 3. Alle landen moeten meedoen Klimaatverandering is een echt wereldprobleem en vraagt daarom om een internationale aanpak. Het succes van het klimaatakkoord valt en staat met deelname van alle landen, met name de grote economieën van de wereld. Het Kyoto Protocol van 1997 dekt vandaag de dag minder dan 12 procent van de wereldwijde uitstoot. Grote vervuilers zoals de Verenigde Staten, China en India hebben geen verplichtingen onder Kyoto. D66 wil dat dat na Parijs verandert, ook die landen moeten zich verbinden aan de nieuwe klimaatafspraken. 4. Klimaatfinanciering voor de armste landen Dreigende onenigheid tussen rijke en arme landen hangt als een donkere wolk boven de klimaatonderhandelingen. Als het even misloopt, wijzen de rijke landen op de snel groeiende emissies in de ontwikkelingslanden, terwijl arme landen wijzen op de grote historische verantwoordelijk van de rijke landen. Met wijzen naar elkaar komen we er nooit uit. Klimaatfinanciering voor de armste landen kan deze patstelling in Parijs voorkomen. Europa besteedt nu al elk jaar meer dan 9 miljard aan klimaatprojecten in ontwikkelingslanden. Dit bedrag zal over de komende jaren geleidelijk toenemen. Maar ook voor de toekomst – vooral voor de periode na 2020 – moeten financiële middelen beschikbaar worden gesteld. D66 stelt voor dat voor de periode na 2020 een deel van de opbrengsten van de Europese CO2-rechtenveilingen direct worden ingezet voor klimaatprojecten in ontwikkelingslanden. Dit zorgt voor een geldstroom die onafhankelijk is van nationale overheidsbudgetten en aansluit bij het principe “de vervuiler betaalt.” 5. Geef ruimte voor hogere ambities De klimaatplannen van verschillende regeringen die vooraf aan de klimaattop zijn voorgesteld (de zogenaamde Intended Nationally Determined Contributions, of INDCs) leiden gezamenlijk tot het beperken van de wereldwijde opwarming tot 2,7 graden Celsius. Dat is al een enorme stap vooruit ten opzichte van de eerdere waarschuwingen van klimaatwetenschappers voor 5 graden temperatuurstijging. Maar de emissiereducties zijn nog onvoldoende om beneden de relatief veilige grens van twee graden temperatuurstijging te blijven. In Parijs zou er nog een schepje ambitie bovenop kunnen, ook bij Nederland en Europa. D66 wil dat de doelen die nu worden vastgesteld niet het eindstation zijn. Deze ambities moeten flexibel zijn en naar boven bijgesteld kunnen worden. D66 wil dat elke vijf jaar nieuwe, hogere landenambities vastgesteld kunnen worden. Daarvoor moet een evaluatiesysteem worden opgesteld. De evaluatie moet zo snel mogelijk na de klimaattop starten om geen onnodige vertraging op te lopen.