Vragen rondom opsporing sociale dienst

Na het lezen van het Volkskrant artikel over dit incident voelden wij ons boos en tegelijkertijd ongemakkelijk. De gemeente Soest deelt de uitvoeringsorganisatie BBS (waaronder de sociale dienst valt) met Bunschoten en Baarn. In het artikel wordt BBS niet genoemd, maar wij vonden het wel een alarmerend verhaal. Het zou niet moeten uitmaken welke geaardheid iemand heeft als hij ergens woont. Of iemand in Soest-Zuid, Smitsveen, of Bunschoten woont, moet iedereen zelf weten. Mensen van de LHBT+ gemeenschap hebben al moeite genoeg om zich thuis te kunnen voelen, dan helpt deze werkwijzen van het opsporingsteam niet mee. Daarom stelde Tineke Flinterman in juni vragen aan de verantwoordelijke wethouder.

1). Kan de betreffende wethouder bevestigen dat het gesprek zoals beschreven onder het kopje ‘het verhoor’ onder de verantwoordelijkheid van BBS heeft plaatsgevonden?
2). Zo ja, is de wethouder het met ons eens dat deze wijze van ondervragen van de sociale dienst onacceptabel is?
3). Zo ja, is de wethouder bereid om maatregelen te nemen om dergelijke verhoormethoden te verbieden en voorkomen? Te denken valt daarbij aan het verplicht opnemen van de gesprekken door de sociale dienst.

Het college heeft hierop bevestigd dat het gesprek heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van BBS. Helaas kan het college niet ingaan op specifieke gevallen, en al helemaal niet omdat het in dit geval gaat om een inwoner van Bunschoten. Maar het college heeft onze laatste suggestie wel meegenomen. Dus wij hopen dat er in de toekomst ook de klant ervoor kan kiezen om gesprekken op te nemen. En wij hopen dat het college nog meer maatregelen bedenkt, zodat dat dit niet nog eens kan gebeuren.
Natuurlijk blijven wij scherp toezien dat geaardheid nooit mag uitmaken of het wenselijk is waar iemand woont. En wij hopen dat de LHBT+ gemeenschap zich altijd en overal thuis kan gaan voelen.
Voor het volledige antwoord van het college: Antwoordbrief artikel 46 vragen D66 verhoormethoden BBS (1)