Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) PlanMER

There is no planet B - Beeld: Beeldbank

In 2030 willen we 55% minder CO2 uitstoten dan in 1990, zoals afgesproken in het Nationaal Klimaatakkoord en in het Gelders Energieakkoord. Een belangrijke stap hierin is het overschakelen van fossiele energie naar duurzame energie. Dat is een complexe opgave en het vraagt om een regionale aanpak. Daarom werken 16 gemeenten, provincie Gelderland, drie waterschappen en de netbeheerder Liander in deze regio samen aan een Regionale Energie Strategie (RES). Op dit moment werken alle partijen aan de RES 2.0. Het doel hierbij is om van plan naar uitvoering te gaan. Om tot een goede uitvoering te komen wordt eerst een PlanMER (millieueffectenrapportage) opgesteld. Dat is een onderzoek dat voldoende beslisinformatie moet bieden. In de afgelopen raadvergadering bespraken we de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Dat zijn dan als het ware de kaders van het onderzoek. De raad kan een reactie geven op de NRD met suggesties of aandachtspunten in een zienswijze, zodat we straks voldoende informatie hebben om de RES 2.0 te vormen. De planMER wordt namelijk gebruikt om zorgvuldig te kunnen beargumenteren welke locaties geschikt, ongeschikt of geschikt te maken zijn voor duurzame opwek van energie.
 
De regio is van plan om in de planMER uitgebreid te onderzoeken wat de millieueffecten zijn van allerlei energiebronnen. Zo wordt er bijvoorbeeld bij warmtebronnen waarbij gebruik wordt gemaakt van biomassa een effectanalyse gedaan waarbij wordt gekeken naar de afstanden tussen bedrijven en woningen voor de aspecten geluid, geur, stof en externe veiligheid. In de RES is afgesproken dat we ook gebruik maken van restwarmtebronnen. Hierbij maak je gebruik van de warmte die vrijkomt in het proces van bijvoorbeeld industriële organisaties. Gek genoeg wordt er in de huidige NRD geen aandacht besteedt aan de milieueffecten van deze organisaties. De fractie van D66 Renkum vindt dit vreemd: hoe kun je nou organisaties betrekken bij de energietransitie zonder dat je oog hebt voor de milieueffecten van deze organisaties? Een voorbeeld: in onze gemeente gaat de regio onderzoeken of we de restwarmte van Smurfkit Kappa Parenco kunnen gebruiken om woningen te verwarmen. Maar daarbij gaan ze dan dus niet kijken naar de milieueffecten van Smurfkit Kappa Parenco. D66 Renkum wil dat de regio dat bij dit soort organisaties wel doet! Zodat de regio met alle samenwerkingspartners een goede afweging kan maken voordat ze afhankelijk wordt van zo’n organisatie. In het voorbeeld van Smurfkit Kappa Parenco willen we dus dat onderzocht wordt wat de milieueffecten van deze organisatie zijn én wat de mogelijke warmteopbrengst is. Pas dan kunnen we goed afwegen of milieueffecten als geur, stof of invloed op de waterhuishouding opwegen tegen het gebruiken van de restwarmte van zo’n organisatie en de afhankelijkheidsrelatie die dat creëert.
 
D66 Renkum diende, samen met de VVD, het amendement ‘Zienswijze NDR PLAN MER organisaties’ in om het bovenstaande via een zienswijze mee te geven aan de regio. Na het debat werd dit amendement ook gesteund door het CDA. Helaas bleek een meerderheid in de raad het amendement te verwerpen. D66 Renkum vindt het onbegrijpelijk dat de coalitiepartijen, waaronder GroenLinks, tegen dit amendement hebben gestemd, terwijl juist in het collegeperspectief ‘Renkum in bloei’ wordt beschreven hoe belangrijk schone lucht en het behoud van groen zijn. Heel vreemd dat deze partijen de ogen sluiten voor de mogelijk zeer schadelijke milieueffecten van deze organisaties en dit totaal buiten de afweging willen houden.
 
D66 Renkum vindt het belangrijk dat we voortvarend aan de slag gaan met de energietransitie én dat we daarbij op een gedegen manier keuzes maken. Besluiten die een averechts effect hebben, kunnen we ons niet meer veroorloven. Daarvoor is de noodzaak inmiddels te groot!

Energiebronnen RES - Beeld: RES