Mondelinge vraag
Voorzitter,
In de lijst van ingekomen stukken vinden we een brief van 5 juni 2024 afkomstig van de Woonwagen Gemeenschap Oldenzaal die zoals aangegeven ‘Voor kennisgeving wordt aangenomen’.
Naar de mening van de fractie van D66 is het voor de gemeente van belang met deze brief meer te doen dan ‘voor kennisgeving aan te nemen’.
In de brief wordt verwezen naar een uitspraak van de Rechtbank Den Haag in een Bodemzaak waarin het woonwagenbeleid van de gemeente Den Haag door de rechter wordt beoordeeld.
De omstandigheden die in deze zaak worden geschetst voor de gemeente Den Haag zijn in onze ogen zeer wel vergelijkbaar met die voor de gemeente Oldenzaal.
De rechter oordeelt in deze zaak:
(5.1) “dat de Gemeente in strijd handelt met het discriminatieverbod door het niet uitbreiden van het aantal woonwagenstandplaatsen in de Gemeente,”
en
(5.2) “veroordeelt de Gemeente om binnen vijf jaar na datum van dit vonnis de wachttijd voor een woonwagenstandplaats in de Gemeente vergelijkbaar te hebben gemaakt met de wachttijd voor een grond-gebonden (niet-gestapelde) sociale huurwoning in de Gemeente”
Op grond van deze uitspraak schat de fractie van D66 in dat Oldenzaal ook werk moet maken het aantal woonwagenstand-plaatsen op korte termijn te verhogen en in beleid kenbaar te maken hoe het aantal standplaatsenplaatsen in de loop van de tijd wordt aangepast aan de behoefte.
Dit is voor onze fractie aanleiding tot de volgende vragen:
1. Is het college het met ons eens
– dat de ingezonden brief de aandacht van het college behoeft?
– dat de meerjarige ontwikkeling van het aantal woonwagenstand-plaatsen onderwerp moet zijn van het Woonwagenbeleid van de gemeente Oldenzaal?
– dat in het Woonwagenbeleid 2023, door de raad aangenomen op 27 maart 2023, onvoldoende wordt aangegeven hoe het aantal standplaatsen voor woonwagens in de loop van de komende jaren aan de behoefte wordt aangepast – in de geest van de genoemde gerechtelijke uitspraak?
– dat het beleid voor woonwagenstandplaatsen ook onderdeel moet zijn van het woonbeleid in Oldenzaal?
– dat inwoners van Oldenzaal met afkomst uit de woonwagen-gemeenschap op gelijke basis moeten worden behandeld als alle andere inwoners van Oldenzaal?
2. Op welke termijn kan het college het woonbeleid en/of het woonwagenbeleid zodanig aanpassen dat een uitspraak zoals de rechter voor de gemeente Den Haag heeft gedaan niet voor de gemeente Oldenzaal hoeft te worden gedaan?