Provinciale Staten willen dat IPO altijd de visie van de Staten volgt 

Op 26 juni is de IPO kaderbrief 2024 besproken in de provinciale interim-commissie. Daar stond een uitspraak in waar de Statenfractie van D66 Noord-Holland het niet mee eens is. De manier waarop het IPO te werk gaat, moet te allen tijde democratisch geborgd zijn om als samenwerkingsverband het vertrouwen te behouden. 

Wat is het IPO?

Het interprovinciaal overleg is een samenwerkingsverband van de provincies. Provincies werken daarin samen op verschillende beleidsterreinen. Het IPO lobbyt bij het rijk en bij de Europese Unie namens de provincies over standpunten waar overeenstemming over is bereikt.

Nina Sophie Vroom - Beeld: KanikFotografie

Verslechteringsverbod

Nina Sophie Vroom, woordvoerder van D66 Noord-Holland, las in de ter informatie voorgelegde kaderbrief, dat zowel het rijk als de provincies eensgezind zijn in de onwenselijkheid van een Europees verslechteringsverbod. Over dit onderwerp is niet eerder in de Staten gesproken. Sterker nog: er is tussen provincies geen overeenstemming over dit onderwerp. De kaderbrief is opgesteld en vastgesteld door het IPO-bestuur.

Politiek primaat ligt bij Staten gezamenlijk

D66 vindt het bijzonder dat er in de IPO kaderbrief 2024 zo’n uitspraak staat. Het is een belangrijk stuk. De meningen over het verslechteringsverbod zijn in Noord-Holland zeker verdeeld, maar hierover is geen standpunt bepaald. Dit is wel noodzakelijk als het IPO een standpunt wil verkondigen. De meerderheid van de Staten is het met D66 eens dat als het IPO de ruimte krijgt om standpunten zelf te bepalen, er geen sprake meer is van een vertegenwoordiging.

Correctief voorstel aangenomen

Het voorstel van D66, PvdD en Volt op de Statenvergadering van 10 juli met het verzoek aan het college, om aan het rijk en het IPO kenbaar te maken dat er nog geen overeenstemming is over de visie van de Provinciale Staten over het Europees verslechteringsverbod is aangenomen.