Beleidskader Landbouw en Voedsel 2030

Beeldvormend, spreektekst Janneke van Kessel

Voorzitter,

Het thema Landbouw en Voedsel is een heel belangrijk beleidskader, waar ook weer andere beleidskaders in meerdere en mindere mate sterk afhankelijk van zijn. Het kader moet vooral duidelijkheid bieden voor de sector, want de huidige uitdagingen zijn groot en een consistente aanpak is noodzakelijk.

Het is een beleidskader met mooie ambities, zoals het streven naar een emissie loze veehouderij en met als ideaalbeeld om de meest duurzame landbouw in de EU te worden in 2040. De beweging is helder. Dat is ook de richting die we met zijn allen in willen en, gezien de grote maatschappelijke uitdagingen, ook in moeten.  Maar hoe we daar daadwerkelijk gaan komen, dat is nog niet zo duidelijk.

Het is goed dat we ons realiseren dat we naar een echte systeemverandering toe moeten, en dat er aandacht is voor de omschakeling naar andere vormen van eiwitconsumptie , zoals kweekvlees en eiwitten uit insecten en een meer plantaardig dieet.

Voorzitter, het is goed om te lezen dat er voor het eerst (concrete) ambities zijn op het gebied van biologische landbouw; zoals het streven naar 15% areaal en 500 natuur-inclusieve boeren. Ook is er veel te lezen over nieuwe innovaties in voedselsystemen en de kansen die daarbij horen. Dit wordt breed aangevlogen en we zien aandacht voor initiatieven van tegen voedselverspilling en voor voedselbossen. Standpunten die D66 altijd heeft ondersteund.

Toch wil D66 ook nog de mineralenkringloop, oftewel mest en mestbewerking, benoemen. Dit is een zeer belangrijk onderwerp aangezien dit beleidskader ook de kaders schept waarop straks de uitvoeringsagenda mest gebaseerd gaat zijn. D66 vindt hiervoor de nu aanwezige kaders nog wat karig en onduidelijk.

Bij het onderdeel mest staat in het beleidskader vermeld: dat we streven naar bewerking van alle mest (behalve uit biologische en natuur-inclusieve landbouw).

Onze vragen aan de gedeputeerde zijn:

  • Betekent dit dat dit beleidskader meer mestbewerking toestaat dan voorheen was toegestaan?
  • En zou dat dan een verdubbeling betekenen van de hoeveelheid mest die bewerkt mag worden dan het huidige volume?
  • Verder staat als uitgangspunt benoemd dat mestbewerking zo dichtbij de bron als mogelijk gedaan moet worden. Kunt u daarvan aangeven hoe u dit voor ogen heeft?