Sociaal domein

De organisatie en uitvoering van het sociale domein is een enorm grote uitdaging voor de gemeenten in Nederland. Zorg en ondersteuning voor volwassenen moet voor een groot deel vanuit de WMO bekostigd worden en ook de uitvoering van alle jeugdzorg ligt in de handen van de gemeenten. Zeker de hulp- en zorgverlening aan kinderen, jongeren en volwassenen met ernstige, langdurige en complexe problematiek is specialistisch en vraagt om expertise en een flink budget. Om die specialistische zorg kwalitatief goed te kunnen bieden, moet er meer samenwerking zijn tussen verschillende regio’s met betrekking tot beleid. Ook moet er geïnvesteerd worden in kwaliteit binnen de diverse organisaties die de expertise en mensen hebben om die zorg te bieden. De aanpak hiervan zou om die redenen gemeente-overstijgend moeten zijn en bij de landelijke overheid moeten liggen. Helaas is dit niet het geval, maar als gemeente moeten we de noodzaak hiervan blijven aangeven.

De laagdrempelige, minder complexe en de preventieve zorg- en hulpverlening is zeker wel een taak voor de gemeente. Wij vinden het belangrijk deze voorzieningen dicht bij huis aan te bieden door middel van kleinschalige maatschappelijke projecten en de samenwerking te zoeken met de lokale organisaties. Zo kan de expertise van al die professionele organisaties, samen met de input van de inwoners gebruikt worden voor gemeentelijk beleid en keuzes die gemaakt moeten worden in het sociale domein.

Preventie en vroegtijdige ondersteuning kwetsbaren

Leven in armoede, taalachterstanden en laaggeletterdheid. Dat zijn een paar voorbeelden van oorzaken van ongelijke kansen in onze samenleving. Ook in de gemeente Medemblik zijn er kinderen die opgroeien in slechte economische omstandigheden, gemiddeld groeit 1 op de 13 kinderen op in armoede. Laaggeletterdheid is een
breder probleem dan vaak gedacht wordt. Er is een aanzienlijke groep volwassenen en kinderen die op het gebied van lezen en schrijven niet mee kan komen, terwijl in de huidige maatschappij taal- en leesvaardigheid essentieel is om je zaakjes te kunnen regelen. Financiële problemen en laaggeletterdheid staan daarom niet
op zichzelf, zij hebben direct invloed op elkaar. Wanneer je brieven en mails niet goed kunt lezen, woorden niet begrijpt, ambtelijke taal je afschrikt, dan stapelen de problemen zich op. Daarnaast zijn je opleidingskansen en kansen op de arbeidsmarkt minder wanneer je opgroeit in armoede of er sprake is van laaggeletterdheid.

We zijn van mening dat we als gemeente te weinig doen tegen armoede en laaggeletterdheid en willen hier verandering in. Preventief onderhoud, in plaats van correctief. De inzet van vrijwilligers als ondersteuning bij geldproblemen is een mooi voorbeeld van wat al is ingezet. Dit moeten we behouden en waar nodig uitbreiden. Daarnaast kunnen er projecten gericht op taalvaardigheid vergroten en budgetteren opgezet worden. Want
met ondersteuning aan de voorkant en gericht op de kern wordt veel leed bespaard, maar worden op de lange termijn ook kosten bespaard.

Jongerenparticipatie

In het kader van de jeugdwet wordt veel gesproken over de groep kinderen en jongeren. Het richt zich dan vooral op de groep die hulp of zorg nodig heeft. Maar deze groep is breder dan dat, er wonen veel kinderen en jongeren in onze gemeente die niet met de jeugdwet te maken hebben, maar waarvoor we wel als gemeente iets willen betekenen. Denk aan de inzet van jongerenwerkers om gerichte maatschappelijke projecten in de kernen op te zetten. Juist zij zijn de verbindende factor tussen de jongeren, de voorzieningen in de gemeente en maatschappelijke ontwikkelingen. Door de inzet van jongerenwerkers kan de participatie van jongeren
worden vergroot, bijvoorbeeld op het gebied van vrijwilligerswerk doen voor en door jongeren. Onderwerpen als het gebruik van middelen, isolement van jongeren die buiten de boot vallen, actief burgerschap en betrokkenheid van jongeren bij keuzes in de gemeente behoeven specifieke aandacht met een gerichte aanpak.
Jongerenwerkers zijn hierbij een onmisbare schakel.

Maatwerk en flexibiliteit

Wanneer een kind, jongere of volwassene zorg of begeleiding nodig heeft die valt onder de WMO of de jeugdwet, is in de eerste plaats nodig dat de situatie en behoefte zorgvuldig en tijdig in kaart gebracht wordt. Tijdig omdat bij lange wachttijden een situatie snel kan verslechteren. Daarna moet er een plan op maat komen, waarbij rekening gehouden moet worden met de mogelijkheden van de persoon en het netwerk. Het huidige college heeft gekozen voor resultaatgericht werken in het sociale domein. D66 vindt dit een ongepaste manier van werken wanneer het gaat over mensenwerk en er allerlei zaken van invloed zijn op het welbevinden van mensen.
Je moet organisaties niet bestraffen op het moment dat resultaten niet behaald zijn, maar juist ondersteunen in hun mogelijkheden zorg en begeleiding op maat te bieden. Doelen stellen in het plan geeft houvast en richting. Het evalueren van de doelen en tijdig kunnen bijstellen wanneer nodig, is cruciaal. Dit kunnen we bereiken door de samenwerking te verstevigen tussen de professionals vanuit de gemeente en de professionals van de organisaties. Op dit moment staan die 2 te ver uit elkaar en is uiteindelijk degene die de hulp nodig heeft de dupe, omdat bijstellen van de plannen en het aanpassen van de daarbij horende financiering stroperig en traag verloopt. Dat de kosten in het sociale domein onder controle moeten komen is een vaststaand gegeven, echter de manier waarop we de WMO en jeugdwet georganiseerd en uitgevoerd worden moet anders en kan ook anders.

Passende zorg verdient passende financiering

Hoe kan het dat enerzijds continue de kaasschaaf over de jeugdzorg heen moet, en er anderzijds winstgevende ondernemingen zijn die hulpverlening bieden in de jeugdzorg? De boodschap van het college is bezuinigen op het sociale domein, de kosten reizen de pan uit. Op zich is dat een realistische boodschap, maar het kan niet zo zijn dat jeugdzorg een verdienmodel wordt waarbij grote winsten worden geboekt ten koste van de jeugdigen en van de gemeente. Wij willen een uitgebreid onderzoek naar de (financiën) van verschillende
partijen binnen de jeugdzorg, er is te weinig controle op wat er met de afgegeven budgetten gebeurt en of het geld wel daaraan uitgegeven wordt waar het voor bedoeld is. Zorg moet goed en dat mag geld kosten. Het moet een eerlijk verhaal zijn waarbij maatwerk de sleutel is; passende zorg met passende budgetten, met passende
verantwoording over het afgegeven budget.

Stimuleren gezonde leefstijl

Bij het stimuleren van een gezonde leefstijl, denk aan de onderwerpen gezonde voeding en lichaamsbeweging,
is een rol weggelegd voor de gemeente. Niet iedereen heeft dezelfde mogelijkheden als het gaat om het kunnen kopen van voldoende gezonde voeding of het gebruik maken van sportfaciliteiten. Een gezonde leefstijl nastreven is niet alleen een kwestie van hoe hoog je inkomen is, maar het speelt wel een rol. Daarnaast is het goed aandacht te blijven schenken aan bewust omgaan met het thema gezond leven. JOGG is een samenwerkingsproject van gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties met als doel jongeren
gezonder te laten leven.

Educatieve en preventieve projecten kunnen bijdragen aan dit onderwerp, en daarnaast moeten we projecten als JOGG aangrijpen om een grotere groep mensen te bereiken. Het uitgeven van een sport- en beweegvoucher aan elke inwoner zou ook een mooie stimulans kunnen zijn.