Vijf plannen voor het basisonderwijs

Elk kind verdient het allerbeste onderwijs. Maar de wijk waarin je wieg staat, bepaalt nu nog te vaak hoe je onderwijspad eruit gaat zien. Dat mogen we niet laten gebeuren. Daarom hebben wij vijf plannen voor het onderwijs gemaakt.

Er ontstaat steeds meer een tweedeling op de basisschool. Aan de ene kant heb je scholen met veel extra’s, dankzij de ‘vrijwillige ouderbijdrage’. Ouders met genoeg geld brengen hun kinderen graag naar dit soort scholen. Ook na de schoolbel hebben deze kinderen bijvoorbeeld sport- en muziekles.

Aan de andere kant hebben scholen in gesegregeerde wijken deze extra’s niet. Kinderen komen soms oververmoeid of zonder broodtrommel naar school. Na school is er geen tijd of geld om naar sport- of muziekles te gaan. Bovendien hebben deze scholen moeite met leraren aantrekken, want die kiezen vaker voor de scholen die minder belastend voor ze zijn. Hierdoor gaat de onderwijskwaliteit flink achteruit. Deze grote verschillen moeten rechtgetrokken worden. Daarom willen wij een rijke schooldag voor ieder kind. Deze schooldag bestaat uit onderwijs, opvang, sport, cultuur, muziek, natuur en huiswerkbegeleiding. Zo krijgen kinderen een eerlijke kans op een mooie toekomst.

Bij die rijke schooldag hoort ook een warme lunch. Sommige kinderen komen zonder broodtrommel naar school. En op een lege maag kan je niet leren. Zo zorgen we dat alle kinderen genoeg brandstof hebben voor een fijne schooldag. Bovendien hoeft er tussen de middag ook geen oppas geregeld te worden.

Gelijke kansen vragen om een ongelijke behandeling. Er moet extra geld komen voor het vergroten deze van kansen. Het budget voor een leerling met een leerachterstand hoort dan ook hoger te zijn dan dat voor een reguliere leerling. Scholen met veel kinderen met een achterstand krijgen hierdoor aanzienlijk meer geld. Deze scholen kunnen dan de klassen verkleinen, extra activiteiten bieden, onderwijsassistenten inzetten, bijles geven en de beste docenten aantrekken door bijvoorbeeld ook een hoger salaris te bieden. Kortom: scholen kunnen doen wat nodig is om de kinderen een gelijke kans te geven in het leven.

Aan de eindtoets hangen enorme nadelen voor de kansengelijkheid. Zo is de eindtoets een objectief meetpunt maar wel een zeer beperkte momentopname. Bovendien worden sommige kinderen extra getraind om goed op de specifieke test te scoren, en andere kinderen niet. Gelukkig is de afrekentoets al afgeschaft. Toetsen in groep 8 mag, maar als thermometer voor het leerproces. Niet als selectiemiddel.

De overgang van basisschool naar middelbare school wordt als doorlopende lijn beschouwd. Het uitgangspunt is dat kinderen in brede brugklassen komen. Hierdoor zitten de leerlingen, net als op de basisschool, de eerste twee jaar met alle niveaus bij elkaar in de klas. Hiermee wordt het schooladvies en de eindtoets in groep 8 overbodig. Door het uitstellen van selectie krijgt het onderwijs letterlijk meer tijd om eventuele achterstanden van leerlingen te compenseren en laatbloeiers tot hun recht te laten komen.