Vragen aan wethouder van der Zanden
● Wanneer en op welke wijze heeft u het college geïnformeerd over uw grondeigendom nabij het nu voorliggende bestemmingsplan?
● Was u tijdens de aankoop van de grond in 2014 op de hoogte van de plannen van buurtschap de Ruiting?
● Op welke wijze heeft u mogelijke belangenverstrengeling afgewogen? Wat is volgens u schijnbare belangenverstrengeling?
● Waarom heeft u als wethouder het advies van de burgemeester om dit project niet te trekken in de wind geslagen?
● Wat was het ambtelijk advies voor het college besluit? Zijn er nog achterliggende stukken voor dit besluit om in te zien?
In het artikel in het Brabants Dagblad van 3 december wordt u gequote: ‘Jij denkt dat mijn grond meer waard gaat worden als er mooie woningen in een mooi gebied komen te staan. Ik draai het om: door nieuwe natuurontwikkeling wordt mijn grond minder waard.’
● Klopt deze quote? Zo ja, u geeft hiermee aan dat de voorliggende bestemmingsplannen invloed hebben op de waarde van uw grond. Is dat volgens u geen belang?
● Heeft u deze uitspraak ‘op gevoel’ gedaan of heeft u advies ingewonnen bij bijvoorbeeld een adviseur ruimtelijke ontwikkeling, (grond)makelaar of jurist?
● Is het mogelijk dat u op enige wijze bij omwonenden de indruk heeft gewekt dat de 6 RvR woningen niet op deze locatie zouden kunnen komen?