Horeca in buitengebied

Op 26 juni 2024 heeft de raad unaniem het amendement ‘meer ambitie in de horecavisie’ aangenomen. Met dit amendement gaf de raad een helder signaal: Niet alleen consolidatie van de huidige horeca maar ook uitbreiding en vernieuwing. Het ‘toetsingskader’ werd een ‘ontwikkelkader’, om de ambitie te onderstrepen. Woorden als ‘her en der’ werden geschrapt en ‘beperkte ruimte voor nieuwvestiging’ werd gewoon ‘ruimte voor nieuwvestiging en uitbreiding’. Met de horecavisie willen we ongebreidelde groei voorkomen, maar wel met de toevoeging dat ‘passende groei en innovatie mogelijk blijven, ook in het buitengebied’.

D66 is  van mening dat het door het college vastgestelde ontwikkelkader horeca op onderdelen strijdig is met de door de raad vastgestelde Horecavisie.  Het ontwikkelkader heeft in vergelijking met de visie een te beperkend karakter. We hadden het beter gevonden dat ook het tijdelijke ontwikkelkader aan de raad was voorgelegd voor besluitvorming. Immers, ook het definitieve kader moet door de raad worden vastgesteld.

Het college spreekt in het tijdelijke ontwikkelkader de voorkeur uit voor de ontwikkeling van nieuwe en doorontwikkeling van bestaande horeca in de centra van de kernen. Terwijl dit in Horecavisie (bewust) meer neutraal is geformuleerd, namelijk: ‘Concentratie in kernen en spreiding over het landelijk gebied.’  Ook maakt het tijdelijke ontwikkelkader niet expliciet duidelijk dat ook nieuwe initiatieven voor reguliere horeca in het buitengebied mogelijk blijven, mits  het onderscheidend en innovatief concept is en passend binnen ruimtelijke kaders. In de Horecavisie wordt juist gesteld dat het ‘buitengebied fungeert als inspirator voor vernieuwing’. 
Het college heeft toegezegd beide punten te wijzigen in het tijdelijke ontwikkelkader. 

Het college spreekt in het tijdelijke ontwikkelkader de voorkeur uit Tenslotte, het tijdelijke ontwikkelkader zorgt ervoor dat initiatiefnemers ook voor incidentele micro-horeca (bijvoorbeeld koffie tijdens kunstroute) altijd vergunningplichtig zijn. Deze sterke inperking past niet bij de functie van inspirator voor vernieuwing van het buitengebied. We hebben echter wel begrip voor als dit tijdelijk nodig is, totdat de omgevingsvisie en omgevingsplannen het tijdelijke ontwikkelkader overbodig hebben gemaakt.